Einde inhoudsopgave
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2024
- Redactionele toelichting
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor gedragingen die hebben plaatsgevonden voor 01-03-2024.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 518 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 518 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
als bedoeld in artikel 2, eerste lid
Feit | Overtreden artikel | Tarief in euro per feit en categorie | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | |||||
Afdeling A. Verkeer te land | ||||||||||||
Categorie-indeling B: | ||||||||||||
1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; | ||||||||||||
2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; | ||||||||||||
3 – Bromfietsers en snorfietsers; | ||||||||||||
4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; | ||||||||||||
5 – Voetgangers; | ||||||||||||
6 – Overige weggebruikers; | ||||||||||||
7 – Gezagvoerders/schippers; | ||||||||||||
8 – Een ieder. | ||||||||||||
NB 1 De categorieën 1 tot en met 4 gelden in voorkomend geval mede voor bestuurders van één van de op die categorieën betrekking hebbende voertuigen, indien daarmee een aanhangwagen wordt voortbewogen. Dit geldt eveneens voor geparkeerde aanhangwagens indien deze door een onder één van deze categorieën vallende bestuurders is geparkeerd. | ||||||||||||
NB 2 Op basis van artikel 2a RVV 1990 zijn, tenzij anders bepaald, voor brommobielen en bestuurders en passagiers van brommobielen de regels betreffende motorvoertuigen van toepassing. Voor de feitcodes waar dit op van toepassing is moet in geval van een overtreding met een brommobiel of door een bestuurder van een brommobiel gepleegde overtreding in plaats van motorvoertuig brommobiel worden gelezen. | ||||||||||||
Nummers K 006 – K 172: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994); Reglement Rijbewijzen (RR) | ||||||||||||
K | 025 | als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het kentekenbewijs niet behoorlijk leesbaar is | 36 lid 3 sub d WVW 1994 | 60 | 60 | 60 | ||||||
het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan | 40 lid 1 WVW 1994 | |||||||||||
K | 030 | a | – een motorrijtuig | 180 | 180 | 120 | 180 | |||||
K | 030 | b | – de aanhangwagen | 180 | 180 | 120 | 180 | |||||
K | 035 | het ongeldig verklaarde kentekenbewijs niet binnen de bepaalde termijn inleveren bij de Dienst Wegverkeer | 52c lid 3 WVW 1994 | 300 | ||||||||
voor een kentekenplichtig motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3.500Â kg of minder | ||||||||||||
K | 045 | a | – is geen keuringsbewijs afgegeven | 72 lid 1 WVW 1994 | 180 | 180 | ||||||
K | 045 | b | – heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren | 72 lid 2 sub b WVW 1994 | 180 | 180 | ||||||
voor een kentekenplichtig motorrijtuig of aanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500Â kg | ||||||||||||
K | 046 | a | – is geen keuringsbewijs afgegeven | 72 lid 1 WVW 1994 | 495 | 495 | ||||||
K | 046 | b | – heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren | 72 lid 2 sub b WVW 1994 | 495 | 495 | ||||||
als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het rijbewijs | ||||||||||||
K | 060 | a | – niet voldoet aan de gestelde eisen | 107 lid 2 sub a WVW 1994 | 60 | 60 | 40 | |||||
K | 060 | e | – zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, waarbij de geldigheidsduur één jaar of minder is verstreken | 107 lid 2 sub b WVW 1994 | 120 | 120 | 80 | |||||
K | 060 | c | – niet behoorlijk leesbaar is | 107 lid 2 sub c WVW 1994 | 120 | 120 | 80 | |||||
K | 060 | h | als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het rijbewijs ongeldig is verklaard voor een of meer categorieën, niet zijnde de categorie AM, en aan betrokkene geen nieuw rijbewijs voor de categorie AM is afgegeven | 107 lid 2 sub b WVW 1994 | 80 | |||||||
K | 065 | cc | als houder van een rijbewijs B dat met het oog op deelname aan begeleid rijden was afgegeven, jonger dan 18 jaar een motorrijtuig waarvoor rijbewijs B is vereist besturen zonder dat een op de begeleiderspas vermelde begeleider op de zitplaats naast de bestuurder zat | 111a lid 3 onder b en c WVW 1994 | 180 | |||||||
rijonderricht geven voor rijbewijs B terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van | ||||||||||||
K | 090 | a | – een dubbele bediening c.q. een onderbreker | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 8 sub a RR | 360 | |||||||
K | 090 | b | – een binnen- en een buitenspiegel waarmee degene die rijonderricht geeft het achter en rechts naast hem gelegen weggedeelte kan overzien | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 8 sub b RR | 360 | |||||||
K | 090 | c | – een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 8 sub b RR | 120 | |||||||
K | 090 | aa | rijonderricht geven in het kader van de opleiding voor het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, tweewielige bromfiets, terwijl deze niet is voorzien van een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 1 RR | 120 | |||||||
rijonderricht geven in het kader van de opleiding voor het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, drie- of vierwielige bromfiets, terwijl deze niet is voorzien van | ||||||||||||
K | 090 | bb | – een dubbele bediening c.q. onderbreker | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 2 RR | 360 | |||||||
K | 090 | cc | – een binnen- en buitenspiegel ten behoeve van de rij-instructeur | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 2 RR | 360 | |||||||
K | 090 | dd | – een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding | 110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 2 RR | 120 | |||||||
K | 145 | a | als bestuurder handelen in strijd met één of meer aan een ontheffing, vergunning of vrijstelling verbonden voorschrift(en), niet betrekking hebbend op de begeleiding of vakbekwaamheid | 150 lid 2 WVW 1994 | 180 | 180 | 120 | 70 | ||||
als bestuurder van een motorrijtuig niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven | ||||||||||||
K | 150 | a | – het kentekenbewijs | 160 lid 1 sub a WVW 1994 | 60 | 60 | 60 | |||||
K | 150 | c | – het rijbewijs | 160 lid 1 sub b WVW 1994 | 110 | 110 | 110 | |||||
K | 150 | e | – de ontheffing | 160 lid 1 sub d WVW 1994 | 60 | |||||||
K | 150 | f | – het ingevolge de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders vereiste getuigschrift | 160 lid 1 sub c WVW 1994 | 80 | |||||||
K | 150 | g | – een gehandicaptenparkeerkaart of een kaart ten behoeve van gehandicaptenvervoer | 160 lid 1 sub e WVW 1994 | 180 | 180 | 120 | 70 | ||||
K | 150 | h | – de begeleiderspas | 160 lid 1 sub f WVW 1994 | 80 | |||||||
K | 150 | aa | als begeleider niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven van het rijbewijs | 160 lid 7 WVW 1994 | 80 | |||||||
K | 155 | a | niet meewerken aan het onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties en/of de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven niet opvolgen | 160 lid 5 sub a WVW 1994 | 300 | 300 | 210 | 120 | 300 | |||
K | 155 | b | niet meewerken aan het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht en/of de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven niet opvolgen | 160 lid 5 sub b WVW 1994 | 300 | 300 | 210 | 120 | 300 | |||
K | 155 | c | niet meewerken aan het onderzoek van speeksel en/of de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven niet opvolgen | 160 lid 5 sub c WVW 1994 | 300 | 300 | 210 | 120 | 300 |
Feit | Overtreden artikel | Tarief in euro per feit en categorie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | |||||
Nummers S 005, VA 004 – VV 101: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) | ||||||||
Categorie-indeling C: (maximumsnelheid) | ||||||||
1 – Motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen); | ||||||||
2 – Vrachtauto's, autobussen, als bedrijfsauto aangemerkte kampeerauto's met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg en motorvoertuigen met aanhangwagen; | ||||||||
3 – Bromfietsen, brommobielen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor; | ||||||||
4 – Land- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid. | ||||||||
Hoofdstuk 2. Verkeersregels | ||||||||
VIII. Maximumsnelheid | ||||||||
a. Algemeen | ||||||||
als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is | 19 RVV 1990 | |||||||
S | 005 | a | – bij snelheden tot en met 80 km/h | 360 | 360 | 250 | ||
Snelheidsoverschrijdingen | ||||||||
Noot | ||||||||
1. * = Recidiveregeling snelheid (zie Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen enz.); bij staandehouding wordt bij overschrijding vanaf 50Â km/h of 30Â km/h (cat. 3) het rijbewijs ingevorderd en dient het proces-verbaal met het proces-verbaal van invordering te worden ingezonden naar het Openbaar Ministerie. | ||||||||
2. Indien bij een feitcode bij het tarief ‘OBM’ staat vermeld dan betreft dit de eis ter zitting voor de eerste overtreding. Naast deze boete dient een OBM ov conform de recidiveregeling snelheidsovertredingen te worden geëist. | ||||||||
b. Binnen de bebouwde kom | ||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom | 20 sub a RVV 1990 (cat 1/2), 20 sub b en c RVV 1990 (cat 3), 22 sub c en d RVV 1990 (cat 3), 22a RVV 1990 (cat 4) | |||||||
VA | 004 | – met 4 km/h | 35 | 58 | 35 | 35 | ||
VA | 005 | – met 5 km/h | 43 | 69 | 43 | 43 | ||
VA | 006 | – met 6 km/h | 53 | 80 | 53 | 53 | ||
VA | 007 | – met 7 km/h | 61 | 94 | 61 | 61 | ||
VA | 008 | – met 8 km/h | 69 | 108 | 69 | 69 | ||
VA | 009 | – met 9 km/h | 79 | 121 | 79 | 79 | ||
VA | 010 | – met 10 km/h | 90 | 134 | 90 | 90 | ||
VA | 011 | – met 11 km/h | 121 | 169 | 121 | 121 | ||
VA | 012 | – met 12 km/h | 132 | 183 | 132 | 132 | ||
VA | 013 | – met 13 km/h | 146 | 199 | 146 | 146 | ||
VA | 014 | – met 14 km/h | 157 | 216 | 157 | 157 | ||
VA | 015 | – met 15 km/h | 169 | 232 | 169 | 169 | ||
VA | 016 | – met 16 km/h | 182 | 249 | 182 | 182 | ||
VA | 017 | – met 17 km/h | 195 | 266 | 195 | 195 | ||
VA | 018 | – met 18 km/h | 210 | 284 | 210 | 210 | ||
VA | 019 | – met 19 km/h | 224 | 303 | 224 | 224 | ||
VA | 020 | – met 20 km/h | 240 | 323 | 240 | 240 | ||
VA | 021 | – met 21 km/h | 257 | 343 | 257 | 257 | ||
VA | 022 | – met 22 km/h | 273 | 364 | 273 | 273 | ||
VA | 023 | – met 23 km/h | 291 | 384 | 291 | 291 | ||
VA | 024 | – met 24 km/h | 306 | 406 | 306 | 306 | ||
VA | 025 | – met 25 km/h | 325 | 429 | 325 | 325 | ||
VA | 026 | – met 26 km/h | 343 | 454 | 343 | 343 | ||
VA | 027 | – met 27 km/h | 365 | 479 | 365 | 365 | ||
VA | 028 | – met 28 km/h | 383 | 495 | 383 | 383 | ||
VA | 029 | – met 29 km/h | 402 | 495 | 402 | 402 | ||
VA | 030 | – met 30 km/h | 421 | 421 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom | 62 jo. bord A1 (uitgezonderd [30Â km/h]) RVV 1990 | |||||||
VB | 004 | – met 4 km/h | 35 | 58 | 35 | 35 | ||
VB | 005 | – met 5 km/h | 43 | 69 | 43 | 43 | ||
VB | 006 | – met 6 km/h | 53 | 80 | 53 | 53 | ||
VB | 007 | – met 7 km/h | 61 | 94 | 61 | 61 | ||
VB | 008 | – met 8 km/h | 69 | 108 | 69 | 69 | ||
VB | 009 | – met 9 km/h | 79 | 121 | 79 | 79 | ||
VB | 010 | – met 10 km/h | 90 | 134 | 90 | 90 | ||
VB | 011 | – met 11 km/h | 121 | 169 | 121 | 121 | ||
VB | 012 | – met 12 km/h | 132 | 183 | 132 | 132 | ||
VB | 013 | – met 13 km/h | 146 | 199 | 146 | 146 | ||
VB | 014 | – met 14 km/h | 157 | 216 | 157 | 157 | ||
VB | 015 | – met 15 km/h | 169 | 232 | 169 | 169 | ||
VB | 016 | – met 16 km/h | 182 | 249 | 182 | 182 | ||
VB | 017 | – met 17 km/h | 195 | 266 | 195 | 195 | ||
VB | 018 | – met 18 km/h | 210 | 284 | 210 | 210 | ||
VB | 019 | – met 19 km/h | 224 | 303 | 224 | 224 | ||
VB | 020 | – met 20 km/h | 240 | 323 | 240 | 240 | ||
VB | 021 | – met 21 km/h | 257 | 343 | 257 | 257 | ||
VB | 022 | – met 22 km/h | 273 | 364 | 273 | 273 | ||
VB | 023 | – met 23 km/h | 291 | 384 | 291 | 291 | ||
VB | 024 | – met 24 km/h | 306 | 406 | 306 | 306 | ||
VB | 025 | – met 25 km/h | 325 | 429 | 325 | 325 | ||
VB | 026 | – met 26 km/h | 343 | 454 | 343 | 343 | ||
VB | 027 | – met 27 km/h | 365 | 479 | 365 | 365 | ||
VB | 028 | – met 28 km/h | 383 | 495 | 383 | 383 | ||
VB | 029 | – met 29 km/h | 402 | 495 | 402 | 402 | ||
VB | 030 | – met 30 km/h | 421 | 421 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (bord A1 [30Â km/h]) | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||
VS | 004 | – met 4 km/h | 58 | 130 | 58 | 58 | ||
VS | 005 | – met 5 km/h | 69 | 146 | 69 | 69 | ||
VS | 006 | – met 6 km/h | 80 | 164 | 80 | 80 | ||
VS | 007 | – met 7 km/h | 93 | 183 | 93 | 93 | ||
VS | 008 | – met 8 km/h | 106 | 201 | 106 | 106 | ||
VS | 009 | – met 9 km/h | 119 | 220 | 119 | 119 | ||
VS | 010 | – met 10 km/h | 134 | 238 | 134 | 134 | ||
VS | 011 | – met 11 km/h | 169 | 282 | 169 | 169 | ||
VS | 012 | – met 12 km/h | 183 | 302 | 183 | 183 | ||
VS | 013 | – met 13 km/h | 198 | 324 | 198 | 198 | ||
VS | 014 | – met 14 km/h | 216 | 345 | 216 | 216 | ||
VS | 015 | – met 15 km/h | 232 | 366 | 232 | 232 | ||
VS | 016 | – met 16 km/h | 249 | 390 | 249 | 249 | ||
VS | 017 | – met 17 km/h | 266 | 412 | 266 | 266 | ||
VS | 018 | – met 18 km/h | 284 | 438 | 284 | 284 | ||
VS | 019 | – met 19 km/h | 303 | 462 | 303 | 303 | ||
VS | 020 | – met 20 km/h | 323 | 488 | 323 | 323 | ||
VS | 021 | – met 21 km/h | 343 | 495 | 343 | 343 | ||
VS | 022 | – met 22 km/h | 366 | 495 | 366 | 366 | ||
VS | 023 | – met 23 km/h | 387 | 387 | 387 | |||
VS | 024 | – met 24 km/h | 410 | 410 | 410 | |||
VS | 025 | – met 25 km/h | 431 | 431 | 431 | |||
VS | 026 | – met 26 km/h | 454 | 454 | 454 | |||
VS | 027 | – met 27 km/h | 477 | 477 | 477 | |||
VS | 028 | – met 28 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
VS | 029 | – met 29 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen een erf | 45 RVV 1990 | |||||||
VV | 004 | – met 4 km/h | 58 | 130 | 58 | 58 | ||
VV | 005 | – met 5 km/h | 69 | 146 | 69 | 69 | ||
VV | 006 | – met 6 km/h | 80 | 164 | 80 | 80 | ||
VV | 007 | – met 7 km/h | 93 | 183 | 93 | 93 | ||
VV | 008 | – met 8 km/h | 106 | 201 | 106 | 106 | ||
VV | 009 | – met 9 km/h | 119 | 220 | 119 | 119 | ||
VV | 010 | – met 10 km/h | 134 | 238 | 134 | 134 | ||
VV | 011 | – met 11 km/h | 169 | 282 | 169 | 169 | ||
VV | 012 | – met 12 km/h | 183 | 302 | 183 | 183 | ||
VV | 013 | – met 13 km/h | 198 | 324 | 198 | 198 | ||
VV | 014 | – met 14 km/h | 216 | 345 | 216 | 216 | ||
VV | 015 | – met 15 km/h | 232 | 366 | 232 | 232 | ||
VV | 016 | – met 16 km/h | 249 | 390 | 249 | 249 | ||
VV | 017 | – met 17 km/h | 266 | 412 | 266 | 266 | ||
VV | 018 | – met 18 km/h | 284 | 438 | 284 | 284 | ||
VV | 019 | – met 19 km/h | 303 | 462 | 303 | 303 | ||
VV | 020 | – met 20 km/h | 323 | 488 | 323 | 323 | ||
VV | 021 | – met 21 km/h | 343 | 495 | 343 | 343 | ||
VV | 022 | – met 22 km/h | 366 | 495 | 366 | 366 | ||
VV | 023 | – met 23 km/h | 387 | 387 | 387 | |||
VV | 024 | – met 24 km/h | 410 | 410 | 410 | |||
VV | 025 | – met 25 km/h | 431 | 431 | 431 | |||
VV | 026 | – met 26 km/h | 454 | 454 | 454 | |||
VV | 027 | – met 27 km/h | 477 | 477 | 477 | |||
VV | 028 | – met 28 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
VV | 029 | – met 29 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||
VC | 004 | – met 4 km/h | 35 | 58 | 35 | 35 | ||
VC | 005 | – met 5 km/h | 43 | 69 | 43 | 43 | ||
VC | 006 | – met 6 km/h | 53 | 80 | 53 | 53 | ||
VC | 007 | – met 7 km/h | 61 | 94 | 61 | 61 | ||
VC | 008 | – met 8 km/h | 69 | 108 | 69 | 69 | ||
VC | 009 | – met 9 km/h | 79 | 121 | 79 | 79 | ||
VC | 010 | – met 10 km/h | 90 | 134 | 90 | 90 | ||
VC | 011 | – met 11 km/h | 121 | 169 | 121 | 121 | ||
VC | 012 | – met 12 km/h | 132 | 183 | 132 | 132 | ||
VC | 013 | – met 13 km/h | 146 | 199 | 146 | 146 | ||
VC | 014 | – met 14 km/h | 157 | 216 | 157 | 157 | ||
VC | 015 | – met 15 km/h | 169 | 232 | 169 | 169 | ||
VC | 016 | – met 16 km/h | 182 | 249 | 182 | 182 | ||
VC | 017 | – met 17 km/h | 195 | 266 | 195 | 195 | ||
VC | 018 | – met 18 km/h | 210 | 284 | 210 | 210 | ||
VC | 019 | – met 19 km/h | 224 | 303 | 224 | 224 | ||
VC | 020 | – met 20 km/h | 240 | 323 | 240 | 240 | ||
VC | 021 | – met 21 km/h | 257 | 343 | 257 | 257 | ||
VC | 022 | – met 22 km/h | 273 | 364 | 273 | 273 | ||
VC | 023 | – met 23 km/h | 291 | 384 | 291 | 291 | ||
VC | 024 | – met 24 km/h | 306 | 406 | 306 | 306 | ||
VC | 025 | – met 25 km/h | 325 | 429 | 325 | 325 | ||
VC | 026 | – met 26 km/h | 343 | 454 | 343 | 343 | ||
VC | 027 | – met 27 km/h | 365 | 479 | 365 | 365 | ||
VC | 028 | – met 28 km/h | 383 | 495 | 383 | 383 | ||
VC | 029 | – met 29 km/h | 402 | 495 | 402 | 402 | ||
VC | 030 | – met 30 km/h | 421 | 421 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||
VD | 004 | – met 4 km/h | 58 | 130 | 58 | 58 | ||
VD | 005 | – met 5 km/h | 69 | 146 | 69 | 69 | ||
VD | 006 | – met 6 km/h | 80 | 164 | 80 | 80 | ||
VD | 007 | – met 7 km/h | 93 | 183 | 93 | 93 | ||
VD | 008 | – met 8 km/h | 106 | 201 | 106 | 106 | ||
VD | 009 | – met 9 km/h | 119 | 220 | 119 | 119 | ||
VD | 010 | – met 10 km/h | 134 | 238 | 134 | 134 | ||
VD | 011 | – met 11 km/h | 169 | 282 | 169 | 169 | ||
VD | 012 | – met 12 km/h | 183 | 302 | 183 | 183 | ||
VD | 013 | – met 13 km/h | 198 | 324 | 198 | 198 | ||
VD | 014 | – met 14 km/h | 216 | 345 | 216 | 216 | ||
VD | 015 | – met 15 km/h | 232 | 366 | 232 | 232 | ||
VD | 016 | – met 16 km/h | 249 | 390 | 249 | 249 | ||
VD | 017 | – met 17 km/h | 266 | 412 | 266 | 266 | ||
VD | 018 | – met 18 km/h | 284 | 438 | 284 | 284 | ||
VD | 019 | – met 19 km/h | 303 | 462 | 303 | 303 | ||
VD | 020 | – met 20 km/h | 323 | 488 | 323 | 323 | ||
VD | 021 | – met 21 km/h | 343 | 495 | 343 | 343 | ||
VD | 022 | – met 22 km/h | 366 | 495 | 366 | 366 | ||
VD | 023 | – met 23 km/h | 387 | 387 | 387 | |||
VD | 024 | – met 24 km/h | 410 | 410 | 410 | |||
VD | 025 | – met 25 km/h | 431 | 431 | 431 | |||
VD | 026 | – met 26 km/h | 454 | 454 | 454 | |||
VD | 027 | – met 27 km/h | 477 | 477 | 477 | |||
VD | 028 | – met 28 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
VD | 029 | – met 29 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||
VE | 004 | – met 4 km/h | 58 | 130 | 58 | 58 | ||
VE | 005 | – met 5 km/h | 69 | 146 | 69 | 69 | ||
VE | 006 | – met 6 km/h | 80 | 164 | 80 | 80 | ||
VE | 007 | – met 7 km/h | 93 | 183 | 93 | 93 | ||
VE | 008 | – met 8 km/h | 106 | 201 | 106 | 106 | ||
VE | 009 | – met 9 km/h | 119 | 220 | 119 | 119 | ||
VE | 010 | – met 10 km/h | 134 | 238 | 134 | 134 | ||
VE | 011 | – met 11 km/h | 169 | 282 | 169 | 169 | ||
VE | 012 | – met 12 km/h | 183 | 302 | 183 | 183 | ||
VE | 013 | – met 13 km/h | 198 | 324 | 198 | 198 | ||
VE | 014 | – met 14 km/h | 216 | 345 | 216 | 216 | ||
VE | 015 | – met 15 km/h | 232 | 366 | 232 | 232 | ||
VE | 016 | – met 16 km/h | 249 | 390 | 249 | 249 | ||
VE | 017 | – met 17 km/h | 266 | 412 | 266 | 266 | ||
VE | 018 | – met 18 km/h | 284 | 438 | 284 | 284 | ||
VE | 019 | – met 19 km/h | 303 | 462 | 303 | 303 | ||
VE | 020 | – met 20 km/h | 323 | 488 | 323 | 323 | ||
VE | 021 | – met 21 km/h | 343 | 495 | 343 | 343 | ||
VE | 022 | – met 22 km/h | 366 | 495 | 366 | 366 | ||
VE | 023 | – met 23 km/h | 387 | 387 | 387 | |||
VE | 024 | – met 24 km/h | 410 | 410 | 410 | |||
VE | 025 | – met 25 km/h | 431 | 431 | 431 | |||
VE | 026 | – met 26 km/h | 454 | 454 | 454 | |||
VE | 027 | – met 27 km/h | 477 | 477 | 477 | |||
VE | 028 | – met 28 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
VE | 029 | – met 29 km/h | 495 | 495 | 495 | |||
c. (Auto)wegen buiten de bebouwde kom | ||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom | 21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a, b, e en f RVV 1990 (cat 2), 21 sub b en c RVV 1990 (cat 3), 22 sub c en d RVV 1990 (cat 3), 22a RVV 1990 (cat 4) | |||||||
VF | 004 | – met 4 km/h | 31 | 47 | 31 | 31 | ||
VF | 005 | – met 5 km/h | 39 | 57 | 39 | 39 | ||
VF | 006 | – met 6 km/h | 47 | 68 | 47 | 47 | ||
VF | 007 | – met 7 km/h | 56 | 79 | 56 | 56 | ||
VF | 008 | – met 8 km/h | 64 | 91 | 64 | 64 | ||
VF | 009 | – met 9 km/h | 75 | 101 | 75 | 75 | ||
VF | 010 | – met 10 km/h | 84 | 113 | 84 | 84 | ||
VF | 011 | – met 11 km/h | 115 | 143 | 115 | 115 | ||
VF | 012 | – met 12 km/h | 127 | 158 | 127 | 127 | ||
VF | 013 | – met 13 km/h | 139 | 173 | 139 | 139 | ||
VF | 014 | – met 14 km/h | 150 | 187 | 150 | 150 | ||
VF | 015 | – met 15 km/h | 162 | 201 | 162 | 162 | ||
VF | 016 | – met 16 km/h | 173 | 219 | 173 | 173 | ||
VF | 017 | – met 17 km/h | 186 | 235 | 186 | 186 | ||
VF | 018 | – met 18 km/h | 198 | 251 | 198 | 198 | ||
VF | 019 | – met 19 km/h | 214 | 268 | 214 | 214 | ||
VF | 020 | – met 20 km/h | 230 | 284 | 230 | 230 | ||
VF | 021 | – met 21 km/h | 243 | 303 | 243 | 243 | ||
VF | 022 | – met 22 km/h | 258 | 323 | 258 | 258 | ||
VF | 023 | – met 23 km/h | 273 | 342 | 273 | 273 | ||
VF | 024 | – met 24 km/h | 291 | 360 | 291 | 291 | ||
VF | 025 | – met 25 km/h | 308 | 381 | 308 | 308 | ||
VF | 026 | – met 26 km/h | 325 | 402 | 325 | 325 | ||
VF | 027 | – met 27 km/h | 342 | 421 | 342 | 342 | ||
VF | 028 | – met 28 km/h | 360 | 444 | 360 | 360 | ||
VF | 029 | – met 29 km/h | 381 | 466 | 381 | 381 | ||
VF | 030 | – met 30 km/h | 401 | 488 | 401 | |||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||
VG | 004 | – met 4 km/h | 31 | 47 | 31 | |||
VG | 005 | – met 5 km/h | 39 | 57 | 39 | |||
VG | 006 | – met 6 km/h | 47 | 68 | 47 | |||
VG | 007 | – met 7 km/h | 56 | 79 | 56 | |||
VG | 008 | – met 8 km/h | 64 | 91 | 64 | |||
VG | 009 | – met 9 km/h | 75 | 101 | 75 | |||
VG | 010 | – met 10 km/h | 84 | 113 | 84 | |||
VG | 011 | – met 11 km/h | 115 | 143 | 115 | |||
VG | 012 | – met 12 km/h | 127 | 158 | 127 | |||
VG | 013 | – met 13 km/h | 139 | 173 | 139 | |||
VG | 014 | – met 14 km/h | 150 | 187 | 150 | |||
VG | 015 | – met 15 km/h | 162 | 201 | 162 | |||
VG | 016 | – met 16 km/h | 173 | 219 | 173 | |||
VG | 017 | – met 17 km/h | 186 | 235 | 186 | |||
VG | 018 | – met 18 km/h | 198 | 251 | 198 | |||
VG | 019 | – met 19 km/h | 214 | 268 | 214 | |||
VG | 020 | – met 20 km/h | 230 | 284 | 230 | |||
VG | 021 | – met 21 km/h | 243 | 303 | 243 | |||
VG | 022 | – met 22 km/h | 258 | 323 | 258 | |||
VG | 023 | – met 23 km/h | 273 | 342 | 273 | |||
VG | 024 | – met 24 km/h | 291 | 360 | 291 | |||
VG | 025 | – met 25 km/h | 308 | 381 | 308 | |||
VG | 026 | – met 26 km/h | 325 | 402 | 325 | |||
VG | 027 | – met 27 km/h | 342 | 421 | 342 | |||
VG | 028 | – met 28 km/h | 360 | 444 | 360 | |||
VG | 029 | – met 29 km/h | 381 | 466 | 381 | |||
VG | 030 | – met 30 km/h | 401 | 488 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||
VH | 004 | – met 4 km/h | 31 | 47 | 31 | |||
VH | 005 | – met 5 km/h | 39 | 57 | 39 | |||
VH | 006 | – met 6 km/h | 47 | 68 | 47 | |||
VH | 007 | – met 7 km/h | 56 | 79 | 56 | |||
VH | 008 | – met 8 km/h | 64 | 91 | 64 | |||
VH | 009 | – met 9 km/h | 75 | 101 | 75 | |||
VH | 010 | – met 10 km/h | 84 | 113 | 84 | |||
VH | 011 | – met 11 km/h | 115 | 143 | 115 | |||
VH | 012 | – met 12 km/h | 127 | 158 | 127 | |||
VH | 013 | – met 13 km/h | 139 | 173 | 139 | |||
VH | 014 | – met 14 km/h | 150 | 187 | 150 | |||
VH | 015 | – met 15 km/h | 162 | 201 | 162 | |||
VH | 016 | – met 16 km/h | 173 | 219 | 173 | |||
VH | 017 | – met 17 km/h | 186 | 235 | 186 | |||
VH | 018 | – met 18 km/h | 198 | 251 | 198 | |||
VH | 019 | – met 19 km/h | 214 | 268 | 214 | |||
VH | 020 | – met 20 km/h | 230 | 284 | 230 | |||
VH | 021 | – met 21 km/h | 243 | 303 | 243 | |||
VH | 022 | – met 22 km/h | 258 | 323 | 258 | |||
VH | 023 | – met 23 km/h | 273 | 342 | 273 | |||
VH | 024 | – met 24 km/h | 291 | 360 | 291 | |||
VH | 025 | – met 25 km/h | 308 | 381 | 308 | |||
VH | 026 | – met 26 km/h | 325 | 402 | 325 | |||
VH | 027 | – met 27 km/h | 342 | 421 | 342 | |||
VH | 028 | – met 28 km/h | 360 | 444 | 360 | |||
VH | 029 | – met 29 km/h | 381 | 466 | 381 | |||
VH | 030 | – met 30 km/h | 401 | 488 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden | 62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a, e en f RVV 1990 (cat 2) | |||||||
VI | 004 | – met 4 km/h | 47 | 69 | 47 | |||
VI | 005 | – met 5 km/h | 57 | 84 | 57 | |||
VI | 006 | – met 6 km/h | 68 | 101 | 68 | |||
VI | 007 | – met 7 km/h | 79 | 117 | 79 | |||
VI | 008 | – met 8 km/h | 91 | 134 | 91 | |||
VI | 009 | – met 9 km/h | 102 | 151 | 102 | |||
VI | 010 | – met 10 km/h | 115 | 169 | 115 | |||
VI | 011 | – met 11 km/h | 147 | 208 | 147 | |||
VI | 012 | – met 12 km/h | 161 | 227 | 161 | |||
VI | 013 | – met 13 km/h | 173 | 245 | 173 | |||
VI | 014 | – met 14 km/h | 187 | 265 | 187 | |||
VI | 015 | – met 15 km/h | 201 | 284 | 201 | |||
VI | 016 | – met 16 km/h | 219 | 306 | 219 | |||
VI | 017 | – met 17 km/h | 235 | 327 | 235 | |||
VI | 018 | – met 18 km/h | 251 | 350 | 251 | |||
VI | 019 | – met 19 km/h | 268 | 373 | 268 | |||
VI | 020 | – met 20 km/h | 284 | 395 | 284 | |||
VI | 021 | – met 21 km/h | 303 | 420 | 303 | |||
VI | 022 | – met 22 km/h | 323 | 443 | 323 | |||
VI | 023 | – met 23 km/h | 342 | 469 | 342 | |||
VI | 024 | – met 24 km/h | 360 | 494 | 360 | |||
VI | 025 | – met 25 km/h | 381 | 495 | 381 | |||
VI | 026 | – met 26 km/h | 402 | 495 | 402 | |||
VI | 027 | – met 27 km/h | 421 | 495 | 421 | |||
VI | 028 | – met 28 km/h | 444 | 444 | ||||
VI | 029 | – met 29 km/h | 466 | 466 | ||||
VI | 030 | – met 30 km/h | 488 | |||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden | 62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a, e en f RVV 1990 (cat 2) | |||||||
VK | 004 | – met 4 km/h | 47 | 69 | 47 | |||
VK | 005 | – met 5 km/h | 57 | 84 | 57 | |||
VK | 006 | – met 6 km/h | 68 | 101 | 68 | |||
VK | 007 | – met 7 km/h | 79 | 117 | 79 | |||
VK | 008 | – met 8 km/h | 91 | 134 | 91 | |||
VK | 009 | – met 9 km/h | 102 | 151 | 102 | |||
VK | 010 | – met 10 km/h | 115 | 169 | 115 | |||
VK | 011 | – met 11 km/h | 147 | 208 | 147 | |||
VK | 012 | – met 12 km/h | 161 | 227 | 161 | |||
VK | 013 | – met 13 km/h | 173 | 245 | 173 | |||
VK | 014 | – met 14 km/h | 187 | 265 | 187 | |||
VK | 015 | – met 15 km/h | 201 | 284 | 201 | |||
VK | 016 | – met 16 km/h | 219 | 306 | 219 | |||
VK | 017 | – met 17 km/h | 235 | 327 | 235 | |||
VK | 018 | – met 18 km/h | 251 | 350 | 251 | |||
VK | 019 | – met 19 km/h | 268 | 373 | 268 | |||
VK | 020 | – met 20 km/h | 284 | 395 | 284 | |||
VK | 021 | – met 21 km/h | 303 | 420 | 303 | |||
VK | 022 | – met 22 km/h | 323 | 443 | 323 | |||
VK | 023 | – met 23 km/h | 342 | 469 | 342 | |||
VK | 024 | – met 24 km/h | 360 | 494 | 360 | |||
VK | 025 | – met 25 km/h | 381 | 495 | 381 | |||
VK | 026 | – met 26 km/h | 402 | 495 | 402 | |||
VK | 027 | – met 27 km/h | 421 | 495 | 421 | |||
VK | 028 | – met 28 km/h | 444 | 444 | ||||
VK | 029 | – met 29 km/h | 466 | 466 | ||||
VK | 030 | – met 30 km/h | 488 | |||||
d. Autosnelwegen | ||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom | 21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a, b, e en f RVV 1990 (cat 2) | |||||||
VL | 004 | – met 4 km/h | 26 | 34 | ||||
VL | 005 | – met 5 km/h | 32 | 43 | ||||
VL | 006 | – met 6 km/h | 39 | 53 | ||||
VL | 007 | – met 7 km/h | 46 | 64 | ||||
VL | 008 | – met 8 km/h | 53 | 73 | ||||
VL | 009 | – met 9 km/h | 60 | 83 | ||||
VL | 010 | – met 10 km/h | 79 | 109 | ||||
VL | 011 | – met 11 km/h | 109 | 141 | ||||
VL | 012 | – met 12 km/h | 119 | 154 | ||||
VL | 013 | – met 13 km/h | 128 | 167 | ||||
VL | 014 | – met 14 km/h | 139 | 180 | ||||
VL | 015 | – met 15 km/h | 150 | 193 | ||||
VL | 016 | – met 16 km/h | 161 | 208 | ||||
VL | 017 | – met 17 km/h | 175 | 224 | ||||
VL | 018 | – met 18 km/h | 188 | 240 | ||||
VL | 019 | – met 19 km/h | 201 | 257 | ||||
VL | 020 | – met 20 km/h | 216 | 273 | ||||
VL | 021 | – met 21 km/h | 231 | 291 | ||||
VL | 022 | – met 22 km/h | 243 | 308 | ||||
VL | 023 | – met 23 km/h | 258 | 325 | ||||
VL | 024 | – met 24 km/h | 273 | 343 | ||||
VL | 025 | – met 25 km/h | 287 | 365 | ||||
VL | 026 | – met 26 km/h | 303 | 384 | ||||
VL | 027 | – met 27 km/h | 318 | 403 | ||||
VL | 028 | – met 28 km/h | 331 | 425 | ||||
VL | 029 | – met 29 km/h | 349 | 444 | ||||
VL | 030 | – met 30 km/h | 368 | 466 | ||||
VL | 031 | a | – met 31 km/h | 386 | ||||
VL | 032 | a | – met 32 km/h | 403 | ||||
VL | 033 | a | – met 33 km/h | 421 | ||||
VL | 034 | a | – met 34 km/h | 442 | ||||
VL | 035 | a | – met 35 km/h | 461 | ||||
VL | 036 | a | – met 36 km/h | 480 | ||||
VL | 037 | a | – met 37 km/h | 495 | ||||
VL | 038 | a | – met 38 km/h | 495 | ||||
VL | 039 | a | – met 39 km/h | 495 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||
VM | 004 | – met 4 km/h | 26 | 34 | ||||
VM | 005 | – met 5 km/h | 32 | 43 | ||||
VM | 006 | – met 6 km/h | 39 | 53 | ||||
VM | 007 | – met 7 km/h | 46 | 64 | ||||
VM | 008 | – met 8 km/h | 53 | 73 | ||||
VM | 009 | – met 9 km/h | 60 | 83 | ||||
VM | 010 | – met 10 km/h | 79 | 109 | ||||
VM | 011 | – met 11 km/h | 109 | 141 | ||||
VM | 012 | – met 12 km/h | 119 | 154 | ||||
VM | 013 | – met 13 km/h | 128 | 167 | ||||
VM | 014 | – met 14 km/h | 139 | 180 | ||||
VM | 015 | – met 15 km/h | 150 | 193 | ||||
VM | 016 | – met 16 km/h | 161 | 208 | ||||
VM | 017 | – met 17 km/h | 175 | 224 | ||||
VM | 018 | – met 18 km/h | 188 | 240 | ||||
VM | 019 | – met 19 km/h | 201 | 257 | ||||
VM | 020 | – met 20 km/h | 216 | 273 | ||||
VM | 021 | – met 21 km/h | 231 | 291 | ||||
VM | 022 | – met 22 km/h | 243 | 308 | ||||
VM | 023 | – met 23 km/h | 258 | 325 | ||||
VM | 024 | – met 24 km/h | 273 | 343 | ||||
VM | 025 | – met 25 km/h | 287 | 365 | ||||
VM | 026 | – met 26 km/h | 303 | 384 | ||||
VM | 027 | – met 27 km/h | 318 | 403 | ||||
VM | 028 | – met 28 km/h | 331 | 425 | ||||
VM | 029 | – met 29 km/h | 349 | 444 | ||||
VM | 030 | – met 30 km/h | 368 | 466 | ||||
VM | 031 | a | – met 31 km/h | 386 | ||||
VM | 032 | a | – met 32 km/h | 403 | ||||
VM | 033 | a | – met 33 km/h | 421 | ||||
VM | 034 | a | – met 34 km/h | 442 | ||||
VM | 035 | a | – met 35 km/h | 461 | ||||
VM | 036 | a | – met 36 km/h | 480 | ||||
VM | 037 | a | – met 37 km/h | 495 | ||||
VM | 038 | a | – met 38 km/h | 495 | ||||
VM | 039 | a | – met 39 km/h | 495 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||
VN | 004 | – met 4 km/h | 26 | 34 | ||||
VN | 005 | – met 5 km/h | 32 | 43 | ||||
VN | 006 | – met 6 km/h | 39 | 53 | ||||
VN | 007 | – met 7 km/h | 46 | 64 | ||||
VN | 008 | – met 8 km/h | 53 | 73 | ||||
VN | 009 | – met 9 km/h | 60 | 83 | ||||
VN | 010 | – met 10 km/h | 79 | 109 | ||||
VN | 011 | – met 11 km/h | 109 | 141 | ||||
VN | 012 | – met 12 km/h | 119 | 154 | ||||
VN | 013 | – met 13 km/h | 128 | 167 | ||||
VN | 014 | – met 14 km/h | 139 | 180 | ||||
VN | 015 | – met 15 km/h | 150 | 193 | ||||
VN | 016 | – met 16 km/h | 161 | 208 | ||||
VN | 017 | – met 17 km/h | 175 | 224 | ||||
VN | 018 | – met 18 km/h | 188 | 240 | ||||
VN | 019 | – met 19 km/h | 201 | 257 | ||||
VN | 020 | – met 20 km/h | 216 | 273 | ||||
VN | 021 | – met 21 km/h | 231 | 291 | ||||
VN | 022 | – met 22 km/h | 243 | 308 | ||||
VN | 023 | – met 23 km/h | 258 | 325 | ||||
VN | 024 | – met 24 km/h | 273 | 343 | ||||
VN | 025 | – met 25 km/h | 287 | 365 | ||||
VN | 026 | – met 26 km/h | 303 | 384 | ||||
VN | 027 | – met 27 km/h | 318 | 403 | ||||
VN | 028 | – met 28 km/h | 331 | 425 | ||||
VN | 029 | – met 29 km/h | 349 | 444 | ||||
VN | 030 | – met 30 km/h | 368 | 466 | ||||
VN | 031 | a | – met 31 km/h | 386 | ||||
VN | 032 | a | – met 32 km/h | 403 | ||||
VN | 033 | a | – met 33 km/h | 421 | ||||
VN | 034 | a | – met 34 km/h | 442 | ||||
VN | 035 | a | – met 35 km/h | 461 | ||||
VN | 036 | a | – met 36 km/h | 480 | ||||
VN | 037 | a | – met 37 km/h | 495 | ||||
VN | 038 | a | – met 38 km/h | 495 | ||||
VN | 039 | a | – met 39 km/h | 495 | ||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden | 62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a, e en f RVV 1990 (cat 2) | |||||||
VO | 004 | – met 4 km/h | 34 | 54 | ||||
VO | 005 | – met 5 km/h | 43 | 66 | ||||
VO | 006 | – met 6 km/h | 53 | 79 | ||||
VO | 007 | – met 7 km/h | 64 | 93 | ||||
VO | 008 | – met 8 km/h | 72 | 107 | ||||
VO | 009 | – met 9 km/h | 81 | 122 | ||||
VO | 010 | – met 10 km/h | 108 | 160 | ||||
VO | 011 | – met 11 km/h | 139 | 198 | ||||
VO | 012 | – met 12 km/h | 154 | 216 | ||||
VO | 013 | – met 13 km/h | 167 | 232 | ||||
VO | 014 | – met 14 km/h | 182 | 254 | ||||
VO | 015 | – met 15 km/h | 195 | 273 | ||||
VO | 016 | – met 16 km/h | 208 | 292 | ||||
VO | 017 | – met 17 km/h | 224 | 314 | ||||
VO | 018 | – met 18 km/h | 240 | 334 | ||||
VO | 019 | – met 19 km/h | 257 | 357 | ||||
VO | 020 | – met 20 km/h | 273 | 377 | ||||
VO | 021 | – met 21 km/h | 291 | 401 | ||||
VO | 022 | – met 22 km/h | 308 | 421 | ||||
VO | 023 | – met 23 km/h | 325 | 444 | ||||
VO | 024 | – met 24 km/h | 343 | 470 | ||||
VO | 025 | – met 25 km/h | 361 | 495 | ||||
VO | 026 | – met 26 km/h | 383 | 495 | ||||
VO | 027 | – met 27 km/h | 402 | 495 | ||||
VO | 028 | – met 28 km/h | 421 | |||||
VO | 029 | – met 29 km/h | 444 | |||||
VO | 030 | – met 30 km/h | 466 | |||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden | 62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a, e en f RVV 1990 (cat 2) | |||||||
VP | 004 | – met 4 km/h | 34 | 54 | ||||
VP | 005 | – met 5 km/h | 43 | 66 | ||||
VP | 006 | – met 6 km/h | 53 | 79 | ||||
VP | 007 | – met 7 km/h | 64 | 93 | ||||
VP | 008 | – met 8 km/h | 72 | 107 | ||||
VP | 009 | – met 9 km/h | 81 | 122 | ||||
VP | 010 | – met 10 km/h | 108 | 160 | ||||
VP | 011 | – met 11 km/h | 139 | 198 | ||||
VP | 012 | – met 12 km/h | 154 | 216 | ||||
VP | 013 | – met 13 km/h | 167 | 232 | ||||
VP | 014 | – met 14 km/h | 182 | 254 | ||||
VP | 015 | – met 15 km/h | 195 | 273 | ||||
VP | 016 | – met 16 km/h | 208 | 292 | ||||
VP | 017 | – met 17 km/h | 224 | 314 | ||||
VP | 018 | – met 18 km/h | 240 | 334 | ||||
VP | 019 | – met 19 km/h | 257 | 357 | ||||
VP | 020 | – met 20 km/h | 273 | 377 | ||||
VP | 021 | – met 21 km/h | 291 | 401 | ||||
VP | 022 | – met 22 km/h | 308 | 421 | ||||
VP | 023 | – met 23 km/h | 325 | 444 | ||||
VP | 024 | – met 24 km/h | 343 | 470 | ||||
VP | 025 | – met 25 km/h | 361 | 495 | ||||
VP | 026 | – met 26 km/h | 383 | 495 | ||||
VP | 027 | – met 27 km/h | 402 | 495 | ||||
VP | 028 | – met 28 km/h | 421 | |||||
VP | 029 | – met 29 km/h | 444 | |||||
VP | 030 | – met 30 km/h | 466 | |||||
Maatregel na ernstige verstoring olie-aanvoer | ||||||||
overschrijding van de door de Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vastgestelde maximumsnelheid op autosnelwegen bij ernstige verstoring van de olieaanvoer | 86b jo. 86a RVV 1990 | |||||||
VR | 004 | – met 4 km/h | 35 | |||||
VR | 005 | – met 5 km/h | 43 | |||||
VR | 006 | – met 6 km/h | 53 | |||||
VR | 007 | – met 7 km/h | 61 | |||||
VR | 008 | – met 8 km/h | 69 | |||||
VR | 009 | – met 9 km/h | 79 | |||||
VR | 010 | – met 10 km/h | 90 | |||||
VR | 011 | – met 11 km/h | 121 | |||||
VR | 012 | – met 12 km/h | 132 | |||||
VR | 013 | – met 13 km/h | 146 | |||||
VR | 014 | – met 14 km/h | 157 | |||||
VR | 015 | – met 15 km/h | 169 | |||||
VR | 016 | – met 16 km/h | 182 | |||||
VR | 017 | – met 17 km/h | 195 | |||||
VR | 018 | – met 18 km/h | 210 | |||||
VR | 019 | – met 19 km/h | 224 | |||||
VR | 020 | – met 20 km/h | 240 | |||||
VR | 021 | – met 21 km/h | 257 | |||||
VR | 022 | – met 22 km/h | 273 | |||||
VR | 023 | – met 23 km/h | 291 | |||||
VR | 024 | – met 24 km/h | 306 | |||||
VR | 025 | – met 25 km/h | 325 | |||||
VR | 026 | – met 26 km/h | 343 | |||||
VR | 027 | – met 27 km/h | 365 | |||||
VR | 028 | – met 28 km/h | 383 | |||||
VR | 029 | – met 29 km/h | 402 | |||||
VR | 030 | – met 30 km/h | 421 |
Feit | Overtreden artikel | Tarief in euro per feit en categorie | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | |||||
Nummers R 302 – R 631: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) | ||||||||||||
Categorie-indeling B: | ||||||||||||
1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; | ||||||||||||
2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; | ||||||||||||
3 – Bromfietsers en snorfietsers; | ||||||||||||
4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; | ||||||||||||
5 – Voetgangers; | ||||||||||||
6 – Overige weggebruikers; | ||||||||||||
7 – Gezagvoerders/schippers; | ||||||||||||
8 – Een ieder. | ||||||||||||
NB 1 De categorieën 1 tot en met 4 gelden in voorkomend geval mede voor bestuurders van één van de op die categorieën betrekking hebbende voertuigen, indien daarmee een aanhangwagen wordt voortbewogen. Dit geldt eveneens voor geparkeerde aanhangwagens indien deze door een onder één van deze categorieën vallende bestuurders is geparkeerd. | ||||||||||||
NB 2 Op basis van artikel 2a RVV 1990 zijn, tenzij anders bepaald, voor brommobielen en bestuurders en passagiers van brommobielen de regels betreffende motorvoertuigen van toepassing. Voor de feitcodes waar dit op van toepassing is moet in geval van een overtreding met een brommobiel of door een bestuurder van een brommobiel gepleegde overtreding in plaats van motorvoertuig brommobiel worden gelezen. | ||||||||||||
Hoofdstuk 2. Verkeersregels | ||||||||||||
I. Plaats op de weg | ||||||||||||
R | 301 | als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg | 3 lid 1 RVV 1990 | 270 | 270 | |||||||
R | 303 | a | als bestuurder van een voertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg | 3 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 305 | als voetganger niet het voetpad of trottoir gebruiken | 4 lid 1 RVV 1990 | 50 | ||||||||
R | 306 | als voetganger bij gebreke van een voetpad of trottoir niet het fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken | 4 lid 2 RVV 1990 | 50 | ||||||||
R | 307 | als voetganger bij gebreke van een voetpad, een trottoir en een fietspad of fiets/bromfietspad niet de berm of de uiterste zijde van de rijbaan gebruiken | 4 lid 3 RVV 1990 | 50 | ||||||||
R | 324 | als persoon die zich verplaatst met behulp van een voorwerp, niet zijnde een voertuig, niet het fietspad, het fiets/bromfietspad, het trottoir of het voetpad gebruiken | 4 lid 4 RVV 1990 | 50 | ||||||||
R | 308 | als (snor)fietser niet het verplichte fietspad of fiets/bromfietspad gebruiken | 5 lid 1 RVV 1990 | 120 | 70 | |||||||
R | 309 | als (snor)fietser bij gebreke van een verplicht fietspad of fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken | 5 lid 2 RVV 1990 | 120 | 70 | |||||||
R | 312 | b | als snorfietser met ingeschakelde verbrandingsmotor het onverplichte fietspad gebruiken | 5 lid 3 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 312 | c | als bestuurder van een snorfiets niet de rijbaan gebruiken terwijl dit bij verkeersbesluit, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet, is bepaald en dit bij het verkeersteken dat het verplichte fietspad aangeeft met een onderbord is aangeduid | 5 lid 8 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 310 | als bromfietser niet het fiets/bromfietspad gebruiken | 6 lid 1 RVV 1990 | 120 | ||||||||
R | 311 | als bromfietser niet de rijbaan gebruiken bij ontbreken van een fiets/bromfietspad (bord G12a) | 6 lid 2 RVV 1990 | 120 | ||||||||
R | 311 | a | als bestuurder van een bromfiets op meer dan twee wielen of een bromfiets met aanhangwagen, die met inbegrip van de lading breder is dan 0,75Â m, niet de rijbaan gebruiken | 6 lid 3 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 313 | als ruiter niet het ruiterpad gebruiken | 8 lid 1 RVV 1990 | 70 | ||||||||
R | 314 | als ruiter bij gebreke van een ruiterpad niet de berm of de rijbaan gebruiken | 8 lid 2 RVV 1990 | 70 | ||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | |||||||||||
R | 315 | a | – door te rijden over het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad | 180 | 180 | 180 | ||||||
R | 315 | b | – door stil te staan op het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad | 120 | 120 | 120 | ||||||
R | 316 | als bestuurder van een bespannen wagen niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | 70 | ||||||||
R | 317 | als bestuurder van een onbespannen wagen niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | 70 | ||||||||
R | 319 | als bestuurder van een motorvoertuig een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 180 | 180 | |||||||
R | 323 | als bromfietser een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 120 | ||||||||
II. Inhalen | ||||||||||||
R | 326 | als bestuurder niet links inhalen | 11 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
IV. Oprijden van kruispunten | ||||||||||||
R | 331 | als bestuurder een kruispunt blokkeren | 14 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
V. Verlenen van voorrang | ||||||||||||
R | 336 | als bestuurder op een kruispunt geen voorrang verlenen aan bestuurders van rechts | 15 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 337 | als bestuurder op een onverharde weg geen voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg | 15 lid 2 sub a RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 338 | als bestuurder geen voorrang verlenen aan bestuurders van een tram | 15 lid 2 sub b RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 340 | a | als weggebruiker een overweg opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken | 15a lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
VI. Doorsnijden militaire kolonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen | ||||||||||||
R | 341 | als weggebruiker een militaire colonne doorsnijden | 16 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 35 | 45 | |||
R | 342 | als weggebruiker een uitvaartstoet van motorvoertuigen doorsnijden | 16 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 35 | 45 | |||
VII. Afslaan | ||||||||||||
R | 346 | als bestuurder afslaan zonder een teken met de richtingaanwijzer of met de arm te geven | 17 lid 2 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 347 | a | als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat hem op dezelfde weg tegemoet komt | 18 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 347 | b | als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat zich naast dan wel links dicht achter hem bevindt | 18 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 347 | c | als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat zich naast dan wel rechts dicht achter hem bevindt | 18 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 348 | als bestuurder links afslaan zonder tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt rechts afslaan, voor te laten gaan | 18 lid 2 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
Noot stilstaan en parkeren: | ||||||||||||
In dit onderdeel zijn tevens enkele parkeerfeiten uit de plaatselijke verordeningen en de WVW 1994 opgenomen. | ||||||||||||
IX. Stilstaan | ||||||||||||
R | 395 | een voertuig op een zodanige wijze laten staan waardoor op de weg gevaar wordt/kan worden veroorzaakt, dan wel het verkeer wordt/kan worden gehinderd | 5 WVW 1994 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | ||||
als bestuurder een voertuig laten stilstaan | 23 lid 1 | |||||||||||
R | 396 | a | – op een kruispunt | sub a RVV 1990 | 180 | 180 | 70 | |||||
R | 396 | b | – op een fietsstrook | sub b RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | c | – op de rijbaan langs een fietsstrook | sub b RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | d | – op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan | sub c RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | e | – in een tunnel | sub d RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | f | – bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering | sub e RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | g | – bij een bord bushalte op een afstand van minder dan twaalf meter van dat bord terwijl de geblokte markering niet is aangebracht | sub e RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | h | – op de rijbaan langs een busstrook | sub f RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | i | – langs een gele doorgetrokken streep | 62 jo. 23 lid 1 sub g RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 396 | j | – op een overweg | 23 lid 1 sub a RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
X. Parkeren | ||||||||||||
als bestuurder een voertuig parkeren | 24 lid 1 | |||||||||||
R | 397 | a | – bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan | sub a RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | b | – voor een inrit of uitrit | sub b RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | c | – buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg | sub c RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | d | – op een parkeergelegenheid terwijl blijkens de aanduiding op of onder het bord, dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categorie of groep voertuigen | sub d RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | e | – op een parkeergelegenheid, terwijl dat voertuig staat geparkeerd op een andere wijze dan op het bord of op het onderbord is aangegeven | sub d RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | ea | – op een parkeergelegenheid, terwijl dat voertuig staat geparkeerd met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven | sub d RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | f | – op een parkeergelegenheid, terwijl dat voertuig staat geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden | sub d RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | g | – langs een gele onderbroken streep | sub e RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | h | – op een gelegenheid bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen | sub f RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | i | – op een parkeerplaats voor vergunninghouders aangeduid door verkeersbord E9, zonder dat voor dat voertuig een vergunning tot parkeren op die plaats was verleend | sub g RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 397 | j | – op een parkeergelegenheid aangeduid door één van de borden E4 tot en met E10, E12 of E13 van de bijlage I buiten de aangegeven parkeervakken | 24 lid 4 RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | |||||
R | 398 | als bestuurder een voertuig dubbel parkeren | 24 lid 3 RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | ||||||
als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep, terwijl | ||||||||||||
R | 400 | ae | – dat motorvoertuig niet is voorzien van een duidelijk zichtbare achter de voorruit geplaatste parkeerschijf | 25 lid 2 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 400 | af | – dat motorvoertuig niet is voorzien van een parkeerschijf, waarop aan de getoonde zijde slechts één kalenderuren aanduidende cijferreeks staat die vanaf het begin van het parkeren in duidelijk leesbare cijfers tegen een contrasterende achtergrond in hele of halve uren het tijdstip weergeeft waarop met het parkeren is begonnen | 25 lid 3 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 400 | ab | – de toegestane parkeerduur is verstreken | 25 lid 4 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 401 | als bestuurder een voertuig parkeren in een parkeerschijfzone, anders dan op een parkeerplaats die als zodanig is aangeduid of aangegeven of die is voorzien van een blauwe streep | 25 lid 1 RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | ||||||
R | 402 | b | als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin duidelijk zichtbaar is aangebracht een geldige gehandicaptenparkeerkaart | 26 lid 1 RVV 1990 | 370 | 370 | 150 | |||||
R | 402 | c | als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een voertuig dat voor die gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestemd is | 26 lid 1 RVV 1990 | 490 | 490 | 190 | |||||
R | 402 | d | als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan dat het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van een gehandicapte | 26 lid 1 RVV 1990 | 370 | 370 | 150 | 150 | ||||
R | 403 | a | als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl de parkeermeter niet in werking is gesteld of aangeeft dat de parkeerduur is verstreken | Pl.V | 120 | |||||||
R | 403 | b | als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl aldaar reeds een motorvoertuig staat geparkeerd | Pl.V | 120 | |||||||
R | 405 | als bestuurder een motorvoertuig op twee wielen, een bromfiets dan wel een fiets parkeren op een parkeervak behorende bij een parkeermeter | Pl.V | 120 | 80 | 45 | ||||||
R | 406 | zonder ontheffing/vergunning een voertuig doen of laten staan in een park of plantsoen, op openbare beplantingen of groenstroken | Pl.V | 120 | 120 | 45 | ||||||
R | 406 | a | een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig | Pl.V | 120 | 120 | 45 | |||||
als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerterrein waar dit slechts met gebruikmaking van een ter plaatse aangebrachte parkeerautomaat is toegestaan | Pl.V | |||||||||||
R | 409 | a | – anders dan voorzien van een door de parkeerautomaat afgegeven parkeerkaart, aangebracht op de voorgeschreven wijze | 120 | 120 | 45 | ||||||
R | 409 | b | – terwijl de op de parkeerkaart aangegeven parkeertijd is verstreken | 120 | 120 | 45 | ||||||
R | 409 | c | – zonder de aangebrachte parkeerautomaat in werking te stellen | 120 | 120 | 45 | ||||||
R | 409 | d | – terwijl de op de parkeerautomaat aangegeven parkeertijd is verstreken | 120 | 120 | 45 | ||||||
een voertuig dat, met inbegrip van de lading | Pl.V | |||||||||||
R | 414 | a | – langer is dan 6 m of hoger is dan 2,4 m zonder ontheffing/vergunning parkeren op een door het college of de burgemeester aangewezen plaats waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente | 120 | 45 | |||||||
R | 414 | b | – langer is dan 6 m, buiten de vastgestelde tijden, zonder ontheffing/vergunning parkeren op een door het college of de burgemeester aangewezen weg, waar dit parkeren buitensporig is met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte | 120 | 45 | |||||||
R | 414 | c | – langer is dan 6 m of hoger is dan 2,4 m zodanig parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of op andere wijze hinder/overlast wordt aangedaan | 120 | 45 | |||||||
R | 493 | zonder ontheffing/vergunning een geparkeerd voertuig op een door het college of de burgemeester aangewezen weg, waar dit niet is toegestaan, met het kennelijke doel te koop aanbieden of te verhandelen | Pl.V | 240 | 240 | 240 | ||||||
R | 494 | een defect voertuig langer dan de vastgestelde termijn op een weg parkeren | Pl.V | 120 | 120 | 120 | ||||||
R | 495 | zonder ontheffing/vergunning een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een door het college of de burgemeester aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te plaatsen of hebben | Pl.V | 120 | 120 | 120 | ||||||
R | 496 | zonder ontheffing/vergunning een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken | Pl.V | 240 | 240 | 240 | ||||||
R | 592 | a | als bestuurder van een voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden | Pl.V | 120 | 120 | 45 | |||||
XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen | ||||||||||||
R | 412 | b | een bromfiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen | 27 RVV 1990 | 80 | |||||||
XII. Signalen | ||||||||||||
R | 418 | als bestuurder van een motorvoertuig geen geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht voeren bij werkzaamheden en omstandigheden, waarbij dit, ingevolge artikel 6 van de Regeling optische en geluidssignalen, verplicht is indien de kans bestaat dat dit motorvoertuig niet tijdig wordt opgemerkt | 30 lid 1 RVV 1990 | 120 | 120 | |||||||
R | 419 | signalen geven in andere gevallen of op andere wijze dan is toegestaan | 31 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | 180 | |||
XIII. Gebruik van lichten tijdens het rijden | ||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een verbrandingsmotor, of een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie, geen dim- of grootlicht voeren | 32 lid 1 RVV 1990 | |||||||||||
R | 421 | a | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 120 | 120 | 80 | 45 | |||||
R | 421 | b | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||
R | 421 | c | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||
R | 425 | als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig groot licht voeren bij dag, bij het tegenkomen van een andere weggebruiker, dan wel bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig | 32 lid 2 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||
als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, het achterlicht brandt | 32 lid 3 RVV 1990 | |||||||||||
R | 426 | a | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 120 | 120 | 80 | 45 | |||||
R | 426 | b | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||
R | 426 | c | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||
als bestuurder rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, de verlichting van de achterkentekenplaat brandt | ||||||||||||
R | 428 | a | – van een motorvoertuig | 32 lid 3 RVV 1990 | 60 | 60 | ||||||
R | 428 | b | – van een motorvoertuig met aanhangwagen | 33 RVV 1990 | 60 | 60 | ||||||
als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen geen achterlicht voeren | 33 RVV 1990 | |||||||||||
R | 431 | d | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 120 | 120 | |||||||
R | 431 | e | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 180 | 180 | |||||||
R | 431 | f | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 180 | 180 | |||||||
als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen niet in de Regeling voertuigen voorgeschreven stadslicht voeren | 33 RVV 1990 | |||||||||||
R | 432 | d | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 120 | 120 | |||||||
R | 432 | e | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 180 | 180 | |||||||
R | 432 | f | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 180 | 180 | |||||||
R | 434 | als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig anders dan bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert mistlicht(en) aan de voorzijde voeren | 34 lid 1 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | |||||
R | 436 | als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig mistachterlicht voeren, indien het zicht door mist of sneeuwval niet beperkt is tot een afstand van minder dan 50 meter | 34 lid 2 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voor- en achterlicht voeren | ||||||||||||
R | 438 | i | – als bestuurder van een wagen | 35b lid 1 RVV 1990 | 45 | |||||||
R | 438 | j | – als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig zonder motor, gebruikmakend van de rijbaan of het fiets-/bromfietspad | 35b lid 2 RVV 1990 | 45 | |||||||
als fietser bij nacht of dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | ||||||||||||
R | 438 | k | – geen voortdurend voor tegemoetkomende weggebruikers zichtba(a)r(e) wit(te)- of ge(e)l(e) licht(en) aan de voorzijde voeren en/of voortdurend voor van achteren naderende weggebruikers zichtbaar rood licht aan de achterzijde voeren | 35 en 35a RVV 1990 | 70 | |||||||
R | 438 | l | – verblindend wit of geel licht aan de voorzijde voeren | 35a lid 1 RVV 1990 | 70 | |||||||
R | 438 | m | – knipperende verlichting voeren | 35a lid 2 RVV 1990 | 70 | |||||||
als bestuurder van een snorfiets, zijnde een bromfiets als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet bij nacht of dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | ||||||||||||
R | 438 | n | – geen voortdurend voor tegemoetkomende weggebruikers zichtba(a)r(e) wit(te)- of ge(e)l(e) licht(en) aan de voorzijde voeren en/of voortdurend voor van achteren naderende weggebruikers zichtbaar rood licht aan de achterzijde voeren | 35c jo. 35 en 35a RVV 1990 | 80 | |||||||
R | 438 | o | – verblindend wit of geel licht aan de voorzijde voeren | 35c jo. 35a lid 1 RVV 1990 | 80 | |||||||
R | 438 | p | – knipperende verlichting voeren | 35c jo. 35a lid 2 RVV 1990 | 80 | |||||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd niet een lantaarn meevoeren die naar voren wit of geel licht en naar achteren rood licht straalt | 36 RVV 1990 | |||||||||||
R | 445 | c | – als ruiter | 45 | ||||||||
R | 445 | d | – als geleider van rij-, trekdieren of vee | 45 | ||||||||
XIV. Gebruik van lichten tijdens het stilstaan | ||||||||||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens geen stadslicht en achterlicht voeren | ||||||||||||
R | 451 | c | – als bestuurder van een stilstaand motorvoertuig | 38 RVV 1990 | 180 | |||||||
R | 451 | d | – op een stilstaande aanhangwagen | 39 RVV 1990 | 180 | |||||||
R | 453 | bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd op de rijbaan buiten de bebouwde kom geen voor- en achterlicht voeren op een stilstaande wagen | 40 RVV 1990 | 70 | ||||||||
XV. Bijzondere lichten | ||||||||||||
R | 458 | als bestuurder van een motorvoertuig tegelijk met enig ander licht aan de voorzijde dagrijlicht voeren | 41 lid 1 RVV 1990 | 180 | 180 | |||||||
als bestuurder van een motorvoertuig aan de voorzijde naast het dimlicht of het mistlicht andere verlichting voeren dan bochtlicht, hoeklicht, richtlicht, manoeuvreerlichten voor zover niet sneller wordt gereden dan 10Â km/h, markeringslichten of staaklichten | 41 lid 2 RVV 1990 | |||||||||||
R | 456 | a | – bij nacht | 180 | 180 | |||||||
R | 456 | b | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 180 | 180 | |||||||
R | 459 | als bestuurder een verlicht transparant voeren vanuit een ander voertuig of op andere wijze dan genoemd | 41a lid 5 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | 180 | |||
XVI. Autosnelwegen en autowegen | ||||||||||||
a. Autosnelwegen | ||||||||||||
R | 461 | a | anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken | 42 lid 1 RVV 1990 | 190 | 140 | 190 | 490 | ||||
behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg | 43 lid 3 RVV 1990 | |||||||||||
R | 465 | b | – gebruik maken van de berm | 180 | 180 | |||||||
R | 465 | c | – op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan | 300 | 300 | |||||||
R | 466 | als bestuurder van een samenstel van voertuigen dat langer is dan 7 meter, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken | 43 lid 4 RVV 1990 | 300 | ||||||||
R | 467 | als bestuurder van een vrachtauto, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken | 43 lid 4 RVV 1990 | 300 | ||||||||
b. Autowegen | ||||||||||||
R | 468 | a | anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken | 42 lid 2 RVV 1990 | 190 | 140 | 190 | 490 | ||||
behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autoweg | 43 lid 3 RVV 1990 | |||||||||||
R | 472 | b | – gebruik maken van de berm | 180 | 180 | |||||||
R | 472 | c | – op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan | 300 | 300 | |||||||
XVII. Erven | ||||||||||||
R | 475 | a | als bestuurder van een fiets de maximumsnelheid binnen een erf overschrijden tot en met 10Â km/h | 45 RVV 1990 | 45 | |||||||
R | 475 | b | als bestuurder van een fiets de maximumsnelheid binnen een erf overschrijden met meer dan 10Â km/h | 45 RVV 1990 | 65 | |||||||
R | 478 | als bestuurder een motorvoertuig binnen een erf parkeren anders dan op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven | 46 RVV 1990 | 120 | 120 | |||||||
XXI. Loslopend vee | ||||||||||||
R | 491 | rij-, trekdieren of vee zonder toezicht op de weg los laten lopen | 51 lid 1 RVV 1990 | 180 | ||||||||
XXII. In- en uitstappende passagiers | ||||||||||||
R | 492 | als bestuurder een tram of autobus voorbij rijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen zonder hen daartoe de gelegenheid te geven | 52 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
XXIII. Slepen | ||||||||||||
R | 501 | als bestuurder van een motorvoertuig een ander motorvoertuig slepen, terwijl de onderlinge afstand meer dan vijf meter bedraagt | 53 RVV 1990 | 120 | 120 | |||||||
XXIV. Bijzondere manoeuvres | ||||||||||||
R | 505 | als bestuurder wegrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 506 | als bestuurder achteruitrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 507 | als bestuurder uit een uitrit de weg oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 508 | als bestuurder vanaf een weg een inrit oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 509 | als bestuurder keren zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 510 | als bestuurder van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 511 | als bestuurder van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 512 | als bestuurder van rijstrook wisselen zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 513 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wegrijden geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | ||||||
R | 514 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het inhalen van een ander voertuig geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | ||||||
R | 515 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het oprijden van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | ||||||
R | 516 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het verlaten van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | ||||||
R | 517 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | ||||||
R | 518 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij een andere belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | ||||||
R | 519 | als bestuurder binnen de bebouwde kom geen gelegenheid geven aan een autobus weg te rijden van een halte wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen daartoe kenbaar maakt | 56 lid 1 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | ||||
XXV. Onnodig geluid | ||||||||||||
R | 522 | als bestuurder van een motorvoertuig, als bromfietser of snorfietser onnodig geluid veroorzaken met dat voertuig | 57 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | ||||||
XXVI. Gevarendriehoek | ||||||||||||
R | 526 | het niet plaatsen van een gevarendriehoek in de voorgeschreven gevallen, op de voorgeschreven wijze bij een stilstaand motorvoertuig op meer dan twee wielen en aanhangwagens, zijnde een obstakel, terwijl geen knipperend waarschuwingslicht wordt gevoerd | 58 RVV 1990 | 180 | 180 | |||||||
XXVIa. Zitplaatsen | ||||||||||||
R | 530 | a | tijdens deelname aan het verkeer als bestuurder of passagier niet op de voor hem/haar bestemde zitplaats zitten en/of als bestuurder (een) passagier(s) vervoeren terwijl deze/die niet op de voor hem/hen bestemde zitplaats zit(ten) | 58a lid 1 en lid 4 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 180 | |||
R | 530 | b | als bromfietser of fietser een passagier jonger dan acht jaar vervoeren anders dan op een doelmatige en veilige voorziening met voldoende steun voor rug, handen en voeten | 58a lid 3 en 4 RVV 1990 | 120 | 70 | ||||||
XXVII. Autogordels en kinderbeveiligingssystemen | ||||||||||||
R | 533 | als bestuurder of passagier van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel geen gebruik maken van de voor hen beschikbare autogordel | 59 lid 1 RVV 1990 | 180 | 180 | 180 | ||||||
als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel | ||||||||||||
R | 535 | f | – (een) passagier(s) jonger dan 12 jaar en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem | 59 lid 8 jo. 59 lid 1 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | k | – (een) passagier(s) jonger dan 12 jaar en met een lengte van 1.35 meter of meer vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen beschikbare autogordel | 59 lid 8 jo. 59 lid 1 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | g | – op de voorste zitplaats (een) passagier(s) in de leeftijd van 3 tot 18 jaar en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat een autogordel of goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem beschikbaar is | 59 lid 2 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | h | – (een) passagier(s) jonger dan 3 jaar vervoeren, terwijl geen autogordel of kinderbeveiligingssysteem beschikbaar is | 59 lid 2 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | i | – terwijl de zitplaatsen voor passagiers zijn voorzien van autogordels, meer passagiers vervoeren dan er autogordels aanwezig zijn | 59 lid 1 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | j | – (een) passagier(s) jonger dan 18 jaar in een naar achteren gericht kinderzitje op een passagierszitplaats vervoeren, terwijl de voorairbag van die zitplaats niet is uitgeschakeld | 59 lid 3 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | m | – in een taxi op een van de voorste zitplaatsen (een) passagier(s) vervoeren jonger dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1.35 meter, terwijl geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is | 59 lid 5 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | mo | – (een) passagier(s) jonger dan 12 jaar vervoeren terwijl de autogordel, de veiligheidsgordel of het kinderbeveiligingssysteem in een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel wordt gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden | 59 lid 7 RVV 1990 | 270 | |||||||
R | 535 | e | als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel een passagier vervoeren die gebruik maakt van een rolstoel, terwijl de rolstoel niet is vastgezet op een wijze die de stabiliteit van de rolstoel en de veiligheid van de rolstoelgebruiker waarborgt | 59 lid 8 jo. 59 lid 4 RVV 1990 | 300 | |||||||
R | 535 | oa | de autogordel of de veiligheidsgordel in een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel gebruiken op een wijze die de beschermende werking ervan negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden | 59 lid 8 jo. 59 lid 7 RVV 1990 | 180 | 180 | ||||||
R | 535 | ob | het kinderbeveiligingssysteem in een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel gebruiken op een wijze die de beschermende werking ervan negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden | 59 lid 8 jo. 59 lid 7 RVV 1990 | 270 | 270 | ||||||
R | 535 | s | als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel een passagier vervoeren die gebruik maakt van een rolstoel, zonder dat gebruik wordt gemaakt van de (beschikbare) veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig of die deel uit maakt van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd of van een door de Minister van IenW aangewezen constructie | 59 lid 8 jo. 59 lid 4 RVV 1990 | 180 | |||||||
XXVIIa. Autobus | ||||||||||||
R | 535 | p | als bestuurder van een aan het verkeer deelnemende autobus of passagier geen gebruik maken van de autogordel of het kinderbeveiligingssysteem waarmee de autobus is uitgerust | 59a lid 1 RVV 1990 | 180 | 180 | ||||||
als bestuurder van een aan het verkeer deelnemende autobus | ||||||||||||
R | 535 | q | – (een) passagier(s) van 3 jaar of ouder, maar jonger dan 12 jaar en korter dan 1.35 m vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem of bij gebrek daaraan, de autogordel, terwijl de passagier(s) zich op de zitplaats bevind(t)(en) | 59a lid 4 jo. 59a lid 1 RVV 1990 | 180 | |||||||
R | 535 | r | – (een) passagier(s) van 3 jaar of ouder maar jonger dan 12 jaar en met een lengte van 1.35 m of meer vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen beschikbare autogordel, terwijl de passagier(s) zich op de zitplaats bevind(t)(en) | 59a lid 4 jo. 59a lid 1 RVV 1990 | 180 | |||||||
XXVIII. Helmen | ||||||||||||
R | 536 | a | als bestuurder of passagier van een bromfiets, snorfiets of brommobiel zonder gesloten carrosserie geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 1 RVV 1990 | 120 | 120 | ||||||
R | 536 | c | als bestuurder of passagier van een motorfiets dan wel driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 1 RVV 1990 | 180 | 180 | 180 | |||||
R | 537 | als bestuurder van een motorfiets, bromfiets, snorfiets of brommobiel dan wel driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 3 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | ||||||
XXX. Gebruik van mobiele telecommunicatieapparatuur | ||||||||||||
R | 545 | als bestuurder van een voertuig tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat dat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerking vasthouden | 61a RVV 1990 | 420 | 420 | 290 | 160 | 420 | ||||
XXXI. Vervoer van personen in of op aanhangwagens en in laadruimten | ||||||||||||
personen vervoeren | 61b lid 1 RVV 1990 | |||||||||||
R | 539 | a | – in de gesloten laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets | 180 | ||||||||
R | 539 | b | – in de open laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets, dan wel in of op een aanhangwagen achter een motorvoertuig of bromfiets | 300 | 300 | 210 | ||||||
Hoofdstuk 3. Verkeerstekens | ||||||||||||
II. Verkeersborden | ||||||||||||
R | 544 | a | als bestuurder van een fiets de maximumsnelheid (bord A1) overschrijden tot en met 10Â km/h | 62 jo bord A1 RVV 1990 | 45 | |||||||
R | 544 | b | als bestuurder van een fiets de maximumsnelheid (bord A1) overschrijden met meer dan 10Â km/h | 62 jo bord A1 RVV 1990 | 65 | |||||||
R | 548 | als bestuurder in strijd met bord B6 geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 62 jo. bord B6 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 549 | a | – niet stoppen | 62 jo. bord B7 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | |||
R | 549 | b | – geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 62 jo. bord B7 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 549 | c | – niet stoppen en geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 62 jo. bord B7 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 550 | a | als bestuurder in strijd met bord C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee) een weg gebruiken | 62 jo. bord C1 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | |||
een weg gebruiken in strijd met bord C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee) | 62 jo. bord C2 RVV 1990 | |||||||||||
R | 551 | b | – als bestuurder op een andere weg dan autoweg of autosnelweg | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | ||||
als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord | ||||||||||||
R | 552 | a | – C3 (eenrichtingsweg) | 62 jo. bord C3 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | |||
R | 552 | b | – C4 (eenrichtingsweg) | 62 jo. bord C4 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | |||
R | 553 | b | als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen) een weg gebruiken | 62 jo. bord C6 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 553 | d | als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen een weg gebruiken in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen), waarbij gebied is aangeduid als milieuzone | 62 jo. bord C6 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 554 | a | als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's) (alle wegen behalve milieuzones) | 62 jo. bord C7 RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 554 | c | als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's), waarbij gebied is aangeduid als milieuzone | 62 jo. bord C7 RVV 1990 | 300 | |||||||
R | 554 | d | als bestuurder van een autobus een weg gebruiken in strijd met bord C7a (geslotenverklaring voor autobussen) | 62 jo. bord C7a RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 554 | e | als bestuurder van een autobus of vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7b (geslotenverklaring voor autobussen en vrachtauto's) | 62 jo. bord C7b RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 571 | g | als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C22a (geslotenverklaring voor personen- en bedrijfsauto’s, vrachtauto’s of bussen met een dieselmotor vanwege milieuzone) | 62 jo. bord C22a RVV 1990 | 300 | |||||||
R | 571 | h | als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto of bus een weg gebruiken in strijd met bord C22a (geslotenverklaring voor personen- en bedrijfsauto’s, vrachtauto’s of bussen met een dieselmotor vanwege milieuzone) | 62 jo. bord C22a RVV 1990 | 120 | |||||||
R | 555 | als bestuurder van landbouw- of bosbouwtrekker, motorrijtuig met beperkte snelheid of mobiele machine een weg gebruiken in strijd met bord C8 (geslotenverklaring voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines) | 62 jo. bord C8 RVV 1990 | 120 | ||||||||
R | 556 | als ruiter, geleider van rij-, trekdieren of vee, bestuurder van een wagen, een landbouw- of bosbouwtrekker, motorrijtuig met beperkte snelheid, mobiele machine, een brommobiel, een fiets, een bromfiets of een gehandicaptenvoertuig in strijd met bord C9 een weg gebruiken (geslotenverklaring) | 62 jo. bord C9 RVV 1990 | 120 | 80 | 45 | 45 | |||||
R | 557 | als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen een weg gebruiken in strijd met bord C10 (geslotenverklaring voor motorvoertuig met aanhangwagen) | 62 jo. bord C10 RVV 1990 | 120 | 120 | |||||||
R | 558 | als bestuurder van een motorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C11 (geslotenverklaring motorfiets) | 62 jo. bord C11 RVV 1990 | 120 | ||||||||
R | 559 | als bestuurder van een motorvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C12 (geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen) | 62 jo. bord C12 RVV 1990 | 120 | 120 | |||||||
R | 560 | als bestuurder van een bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor) | 62 jo. bord C13 RVV 1990 | 80 | 45 | |||||||
R | 560 | c | als bestuurder van een bromfiets of snorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig, met in werking zijnde motor) waarbij gebied is aangeduid als milieuzone | 62 jo. bord C13 RVV 1990 | 80 | |||||||
R | 561 | als bestuurder van een fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor een weg gebruiken in strijd met bord C14 (geslotenverklaring voor fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor) (categorie 3 betreft alleen snorfiets met uitgeschakelde motor) | 62 jo. bord C14 RVV 1990 | 45 | 45 | |||||||
R | 562 | als bestuurder van een fiets, een bromfiets of gehandicaptenvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C15 (geslotenverklaring voor fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig) | 62 jo. bord C15 RVV 1990 | 80 | 45 | |||||||
R | 563 | als voetganger een weg gebruiken in strijd met bord C16 (geslotenverklaring voor voetgangers) | 62 jo. bord C16 RVV 1990 | 35 | ||||||||
R | 564 | als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C17 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord C17 is aangegeven) | 62 jo. bord C17 RVV 1990 | 180 | 70 | |||||||
R | 565 | als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C18 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord C18 is aangegeven) | 62 jo. bord C18 RVV 1990 | 180 | 70 | |||||||
R | 566 | als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C19 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord C19 is aangegeven) | 62 jo. bord C19 RVV 1990 | 180 | 70 | |||||||
als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C20 (geslotenverklaring voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord C20 is aangegeven) met een overschrijding van | 62 jo. bord C20 RVV 1990 | |||||||||||
R | 567 | a | – tot en met 10% | 180 | 70 | |||||||
R | 567 | b | – meer dan 10% tot en met 20% | 270 | 100 | |||||||
R | 567 | c | – meer dan 20% tot en met 30% | 400 | 160 | |||||||
als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa of de som van de aslasten hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van | 62 jo. bord C21 RVV 1990 | |||||||||||
R | 568 | a | – tot en met 10% | 180 | 70 | |||||||
R | 568 | b | – meer dan 10% tot en met 20% | 270 | 100 | |||||||
R | 568 | c | – meer dan 20% tot en met 30% | 400 | 160 | |||||||
als bestuurder van een samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa of de som van de aslasten hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van | 62 jo. bord C21 RVV 1990 | |||||||||||
R | 569 | a | – tot en met 10% | 180 | 70 | |||||||
R | 569 | b | – meer dan 10% tot en met 20% | 270 | 100 | |||||||
R | 569 | c | – meer dan 20% tot en met 30% | 400 | 160 | |||||||
R | 574 | als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting) | 62 jo. bord D1 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 575 | als bestuurder rijden in strijd met bord D2 aan de andere zijde dan het bord aangeeft (gebod voor alle bestuurders het bord D2 voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft) | 62 jo. bord D2 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 576 | als bestuurder in strijd met bord D4 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D4 is aangegeven) | 62 jo. bord D4 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 577 | als bestuurder in strijd met bord D5 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D5 is aangegeven) | 62 jo. bord D5 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 578 | als bestuurder in strijd met bord D6 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D6 zijn aangegeven) | 62 jo. bord D6 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 579 | als bestuurder in strijd met bord D7 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D7 zijn aangegeven) | 62 jo. bord D7 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 584 | als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met (zone) bord E1 (parkeerverbod(szone)) | 62 jo. bord E1 RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | 120 | |||||
R | 585 | als bestuurder een voertuig laten stilstaan in strijd met bord E2 (verbod stilstaan) | 62 jo. bord E2 RVV 1990 | 120 | 120 | 45 | ||||||
R | 587 | b | een bromfiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen) | 62 jo. bord E3 RVV 1990 | 80 | |||||||
R | 593 | als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F1 een motorvoertuig inhalen (verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen) | 62 jo. bord F1 RVV 1990 | 300 | 300 | |||||||
R | 594 | als bestuurder van een vrachtauto in strijd met bord F3 een motorvoertuig inhalen (verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen) | 62 jo. bord F3 RVV 1990 | 300 | ||||||||
R | 595 | als bestuurder in strijd met bord F5 doorgaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting (verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting) | 62 jo. bord F5 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | ||||
R | 596 | als bestuurder in strijd met bord F7 keren | 62 jo. bord F7 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | ||||
R | 598 | als bestuurder van een landbouw- of bosbouwtrekker, motorrijtuig met beperkte snelheid of mobiele machine in strijd met bord F11 geen gebruik maken van de voor dat motorvoertuig verplichte passeerbaan of passeerstrook | 62 jo. bord F11 RVV 1990 | 120 | ||||||||
R | 599 | a | als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een lijnbus, in strijd met bord F13 gebruik maken van een uitsluitend voor lijnbussen bestemde rijbaan of rijstrook | 62 jo. bord F13 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | ||||
R | 599 | b | als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F15 gebruik maken van een uitsluitend voor trams bestemde rijbaan of rijstrook | 62 jo. bord F15 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | ||||
R | 599 | c | als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een lijnbus, in strijd met bord F17 gebruik maken van een uitsluitend voor lijnbussen en trams bestemde rijbaan of rijstrook | 62 jo. bord F17 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | ||||
R | 599 | d | als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een vrachtauto of lijnbus, in strijd met bord F19 gebruik maken van een uitsluitend voor vrachtauto's en lijnbussen bestemde rijbaan of rijstrook | 62 jo. bord F19 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | ||||
R | 599 | e | als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een vrachtauto, in strijd met bord F21 gebruik maken van een uitsluitend voor vrachtauto's bestemde rijbaan of rijstrook | 62 jo. bord F21 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | ||||
III. Verkeerslichten | ||||||||||||
R | 601 | als bestuurder niet doorgaan bij groen licht bij een driekleurig verkeerslicht | 62 jo. 68 lid 1 sub a RVV 1990 | 180 | 180 | |||||||
R | 602 | als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht | 62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 90 | 120 | |||
R | 603 | als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een driekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan | 62 jo. 68 lid 6 RVV 1990 | 210 | 120 | |||||||
R | 604 | als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij tweekleurig verkeerslicht | 62 jo. 69 lid 1 sub b RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 90 | 120 | |||
R | 605 | als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een tweekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan | 62 jo. 69 lid 2 ivm 68 lid 6 RVV 1990 | 210 | 120 | |||||||
R | 606 | als bestuurder van een tram, lijnbus of ander voertuig niet stoppen voor rood tram-/buslicht | 62 jo. 70 lid 1 sub c ivm 70 lid 3, 4 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 300 | |||||
R | 607 | als bestuurder van een tram niet stoppen voor rood licht bij driekleurig verkeerslicht | 62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990 | 300 | ||||||||
R | 608 | als weggebruiker niet stoppen voor rood knipperlicht bij overweglichten | 62 jo. 71 sub b RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 90 | 120 | |||
R | 609 | als weggebruiker niet stoppen voor rood (knipper)licht bij bruglichten | 62 jo. 72 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 90 | 120 | |||
R | 611 | als bestuurder van een ander voertuig dan een lijnbus of een autobus een door een verlichte afbeelding van ‘BUS’ gemarkeerde rijstrook gebruiken | 62 jo. 73 sub d RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | ||||
R | 611 | a | als bestuurder van een ander voertuig dan een lijnbus een door een verlichte afbeelding van ‘LIJNBUS’ gemarkeerde rijstrook gebruiken | 62 jo. 73 sub e RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | |||
R | 612 | als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig beginnen over te steken bij rood voetgangerslicht | 62 jo. 74 lid 1 sub c RVV 1990 | 120 | 90 | |||||||
R | 613 | als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij het oversteken het overige verkeer ter plaatse niet voor laten gaan, indien het rode licht is vervangen door een geel knipperlicht als bedoeld in artikel 75 van het RVV 1990 | 62 jo. 74 lid 2 RVV 1990 | 120 | 90 | |||||||
R | 614 | als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij toeritdosering | 62 jo. 68 lid 1 sub c c.q. 69 lid 1 sub b RVV 1990 | 120 | 120 | |||||||
IV. Verkeerstekens op het wegdek | ||||||||||||
R | 617 | a | als bestuurder de zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindende doorgetrokken streep overschrijden met verkeer in een richting | 62 jo. 76 lid 1 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | |||
R | 617 | b | als bestuurder de zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindende doorgetrokken streep overschrijden met verkeer in beide richtingen | 62 jo. 76 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 617 | c | als bestuurder zich links bevinden van een tussen rijstroken of paden aangebrachte doorgetrokken streep met verkeer in beide richtingen | 62 jo. 76 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 618 | als bestuurder een verdrijvingsvlak gebruiken | 62 jo. 77 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 618 | a | als bestuurder een puntstuk gebruiken | 62 jo. 77 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||
R | 619 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser die de rijbaan volgt op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft | 62 jo. 78 lid 1 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | ||||||
R | 619 | a | als bestuurder die een doorgaande rijbaan verlaat en daartoe een uitrijstrook volgt ter hoogte van de daarin aangebrachte pijlen niet de richting volgen die de uitrijstrook aangeeft | 62 jo. 78 lid 2 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | |||||
R | 620 | als bestuurder niet stoppen voor stopstreep daar waar dit op grond van het RVV 1990 verplicht is | 62 jo. 79 RVV 1990 | 120 | 120 | 80 | 45 | 45 | ||||
R | 621 | als bestuurder in strijd met op het wegdek aangebrachte haaientanden geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 62 jo. 80 RVV 1990 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||
R | 622 | als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus, autobus of tram, gebruik maken van een busbaan of -strook aangeduid met ‘BUS" | 62 jo. 81 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 50 | 70 | |||
R | 622 | a | als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus of tram, gebruik maken van een busbaan of -strook aangeduid met: ‘LIJNBUS" | 62 jo. 81 RVV 1990 | 180 | 180 | 120 | 70 | 50 | 70 | ||
Nummers R 701 – R 706: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | ||||||||||||
R | 701 | zonder daartoe krachtens het Besluit bevoegd te zijn verkeerstekens op, langs of boven de wegen aanbrengen, doen aanbrengen, aangebracht houden, verwijderen, dan wel de zichtbaarheid daarvan wegnemen | 1a BABW | 180 | ||||||||
R | 702 | voorwerpen, inrichting of borden, van welke aard ook, die het verkeer in verwarring zouden kunnen brengen op, langs of boven de wegen aanbrengen, doen aanbrengen of aangebracht houden | 2 BABW | 180 | ||||||||
R | 703 | niet zo spoedig mogelijk op de juiste wijze inleveren van ongeldige gehandicaptenparkeerkaart | 54 jo. 53 BABW | 120 | ||||||||
R | 704 | als verkeersregelaar niet op eerste vordering tonen van de krachtens de wet vereiste aanstellingspas | 58a BABW | 120 | ||||||||
R | 705 | als verkeersregelaar, niet zijnde een weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat, een aanwijzing als bedoeld in artikel 82, 1e lid van het RVV 1990 vanaf een motorrijtuig, of als verkeersregelaar niet zijnde een transportbegeleider of een weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat, vanuit een motorrijtuig geven | 58a BABW | 120 | ||||||||
R | 706 | als transportbegeleider of weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat vanuit een motorrijtuig een aanwijzing als bedoeld in artikel 82, 1e lid van het RVV 1990 op een weg onder beheer van het Rijk of op een kruispunt gelegen op andere weg geven | 58a BABW | 120 | ||||||||
Nummers K 405 – K 540: Kentekenreglement (Kr) | ||||||||||||
K | 405 | de kentekenplaat voldoet niet aan de gestelde eisen | 5 lid 1 en 3 Kr | 180 | ||||||||
Wijziging van de tenaamstelling: overdracht tussen particulieren | ||||||||||||
K | 420 | als nieuwe eigenaar/houder niet binnen één week de Dienst Wegverkeer op de voorgeschreven wijze om tenaamstelling verzoeken | 26 lid 2, 58b lid 2 en 58l lid 2 Kr | 450 | ||||||||
Wijziging van de tenaamstelling: overlijden van een kentekenhouder | ||||||||||||
K | 485 | als eigenaar/houder na overlijden van degene die in het kentekenregister als tenaamgestelde staat geregistreerd niet binnen vijf weken op de voorgeschreven wijze bij de Dienst Wegverkeer een verzoek indienen om het voertuig op zijn naam te registreren | 29 lid 1, 58f lid 1 en 58p lid 1 Kr | 450 | ||||||||
Aanvraag nieuw deel I (A) | ||||||||||||
Kentekencard vanaf 1Â januari 2014 | ||||||||||||
K | 526 | niet onverwijld bij de Dienst Wegverkeer de gewijzigde gegevens melden indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens in het kentekenregister | 34 lid 1 Kr | 120 | ||||||||
Kentekenbewijzen afgegeven voor 1Â januari 2014 | ||||||||||||
K | 527 | niet onverwijld bij de Dienst Wegverkeer de gewijzigde gegevens melden indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens op het afgegeven deel I | 58h lid 1 en 58s lid 1 Kr | 120 | ||||||||
Handelaarskenteken(bewijs) | ||||||||||||
K | 535 | als kentekenhouder het handelaarskenteken niet op de voorgeschreven wijze gebruiken | 44 Kr | 450 | ||||||||
K | 540 | het ongeldig verklaarde handelaarskentekenbewijs niet onverwijld inleveren | 45 lid 2 Kr | 450 | ||||||||
Nummers A 901 – A 934: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) en Besluit bewijs van verzekering niet-kentekenplichtige motorrijtuigen (BVM) | ||||||||||||
Gekentekende motorrijtuigen, niet zijnde bromfietsen of gehandicaptenvoertuigen | ||||||||||||
A | 915 | als bezitter, als houder of als degene op wiens naam een motorrijtuig in het kentekenregister is ingeschreven, voor een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, dat in het kentekenregister is ingeschreven en tenaamgesteld, niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden | 30 lid 2 WAM | 490 | ||||||||
Bromfietsen | ||||||||||||
A | 902 | als bezitter, als houder of als degene op wiens naam een motorrijtuig in het kentekenregister is ingeschreven, voor een motorrijtuig, zijnde een bromfiets, dat in het kentekenregister is ingeschreven en tenaamgesteld niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden | 30 lid 2 WAM | 450 |
Nummers N 010 – P 602: Besluit voertuigen (BV) en Regeling voertuigen (RV) |
Categorie-indeling A: (Besluit en Regeling voertuigen) |
2 – personenauto's; |
3 – bedrijfsauto's; |
3a – bussen; |
4 – motorfietsen; |
5 – driewielige motorrijtuigen; |
6 – bromfietsen; |
7 – motorrijtuigen met beperkte snelheid; |
7a – mobiele machine; |
8 – land- of bosbouwtrekkers; |
9 – fietsen en gehandicaptenvoertuigen zonder motor (o.g.v. art. 5.1.4 RV m.u.v. afmetingen genoemd in 5.9.6 RV); |
10 – gehandicaptenvoertuigen voorzien van een gesloten carrosserie, gehandicaptenvoertuigen die zijn uitgerust met een verbrandingsmotor, die niet zijn voorzien van een gesloten carrosserie en t.a.v. de afmetingen genoemd in 5.10.6 RV de gehandicaptenvoertuigen zonder motor; |
11 – gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie; |
12 – aanhangwagens van de voertuigcategorie O met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg; |
13 – aanhangwagens van de voertuigcategorie O met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg; |
14 – landbouw- en/of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken; |
15 – motorfietsaanhangwagens (15a) of bromfietsaanhangwagens (15b); |
16 – fietsaanhangwagens; |
17 – wagens. |
Noot Regeling voertuigen (RV): |
– De feiten met betrekking tot de RV zijn in 17 categorieën onderverdeeld en deze categorieën zijn genummerd van 2 t/m 17. Deze categorie-indeling komt overeen met de indeling van de RV. |
– Bij categorie 15 kan het trekkende voertuig verschillend zijn (motor of bromfiets). Voor deze voertuigen gelden verschillende tarieven. Achter de categorie-aanduiding moet daarom voor de motorfiets een A en voor de bromfiets een B worden vermeld. |
categorie: 15a – motorfiets |
categorie: 15b – bromfiets |
– Bij de in deze afdeling vermelde overtredingen is het niet toegestaan om uitsluitend een kenteken te vermelden op het mini proces-verbaal. De NAW-gegevens van de verdachte moeten eveneens worden vermeld. De verdachte dient daarom staande te worden gehouden. |
– Op de kennisgeving/aankondiging moet een nadere toelichting op het feit worden vermeld, omdat de bepalingen van de RV in algemene feitomschrijvingen zijn weergegeven. |
– Voor feiten gebaseerd op de RV geldt dat deze feiten niet op kenteken kunnen worden geconstateerd. (Dit volgt uit de voor de eerste feitcode geplaatste koptekst, geldend voor de gehele Regeling voertuigen: ‘Als bestuurder rijden (terwijl)...’). |
– De feiten die betrekking hebben op de massa of de last onder wiel of as gelden uitsluitend voor particulieren. Indien sprake is van beroepsmatig vervoer is de Wet op de economische delicten van toepassing. Zie hiervoor de feitcodeserie E 850 t/m E 858. |
– Een aanhangwagen van de voertuigcategorie O met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg moet voldoen aan de in de in afdeling 12 opgenomen eisen. Dit houdt in dat als dit soort aanhangwagens door land- of bosbouwtrekkers e.d. worden voortbewogen deze toch moeten voldoen aan de voor categorie 12 geldende eisen. Dit geldt eveneens voor categorie 13 en 14 aanhangwagens, die aan de eisen van de respectievelijk categorie 13 en 14 moeten voldoen, maar dit is vanwege het ontbreken van een kenteken lastig dan wel niet vast te stellen en derhalve afhankelijk van de verklaring van de betrokkene. |
– Een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk valt onder categorie 14 en moet aan de daarvoor geldende eisen voldoen. In afwijking hiervan moet een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk dat niet om een verticale as kan draaien ten opzichte van het trekkende voertuig voldoen aan het bepaalde in afdeling 18. |
Feit | Overtreden artikel | Tarief in euro per feit en categorie | ||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | 3 | 3a | 4 | 5 | 6 | 7 | 7a | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | |||||
Regeling voertuigen | ||||||||||||||||||||||
0 – Algemeen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 010 | a | het niet in overeenstemming is met de gegevens op de kentekencard, het kentekenbewijs of met de in het kentekenregister vermelde gegevens | 5.*.1 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | |||||||||
N | 010 | b | het voertuigidentificatienummer niet is ingeslagen of goed leesbaar is | 5.*.1 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 300 | 300 | ||||||
N | 010 | c | het niet is voorzien van de juiste kentekenpla(a)t(en) of de kentekenpla(a)t(en) niet voorzien is/zijn van het goedkeuringsmerk, dan wel niet deugdelijk aan de voor- en/of achterzijde is/zijn bevestigd | 5.*.1 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | |||||||||
N | 010 | d | het kenteken niet goed leesbaar is of de kentekenpla(a)t(en) is/zijn afgeschermd | 5.*.1 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | |||||||||
N | 010 | e | het voertuig niet is voorzien van een goed leesbare constructiepla(a)t(en), waarvan de gegevens in overeenstemming zijn met het kentekenregister (cat 3, 3a en 12 in gebruik na 31-12-1997; cat 8 in gebruik na 30-06-2009) | 5.*.1 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | ||||||||||||||
1 – Algemene bouwwijze van het voertuig | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 020 | b | het wiel niet zodanig is bevestigd dat het uitsluitend draaibaar is om de eigen as | 5.15.2 lid 2 RV | 180/120 | |||||||||||||||||
N | 030 | a | het chassis dan wel de mee- of zelfdragende carrosserie breuken en/of scheuren vertoont | 5.*.3 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | |||||
N | 030 | b | het chassis dan wel de mee- of zelfdragende carrosserie zodanig bevestigd, vervormd of door corrosie is aangetast dat de stijfheid en de sterkte in gevaar worden gebracht | 5.*.3 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | |||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het frame of de zelfdragende constructie alsmede de voor- en achtervork | 5.*.3 RV | |||||||||||||||||||||
N | 030 | c | – breuken en/of scheuren vertoont | 300 | 210 | |||||||||||||||||
N | 030 | d | – is doorgeroest | 300 | 210 | |||||||||||||||||
N | 030 | e | – zodanig is vervormd dat stijfheid en sterkte in gevaar worden gebracht dan wel het weggedrag van het voertuig nadelig wordt beïnvloed | 300 | 210 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 030 | f | de onderdelen van het frame of de zelfdragende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.*.3 RV | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||||||||||||
N | 030 | g | het frame met voor- en achtervork breuken en of scheuren vertoont, is doorgeroest of is vervormd | 5.*.3 lid 2 RV | 300 | 210 | 120 | 120 | ||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het frame | 5.9.3 RV | |||||||||||||||||||||
N | 030 | h | – breuken en of scheuren vertoont | 70 | ||||||||||||||||||
N | 030 | i | – is doorgeroest | 70 | ||||||||||||||||||
N | 030 | j | – is vervormd | 70 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 040 | a | de bovenbouw ondeugdelijk op het onderstel is bevestigd | 5.*.4 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 180 | 180 | 180 | 180/120 | 70 | ||||
N | 040 | b | de ondersteuning van de laadvloer/laadruimte niet deugdelijk is | 5.*.4 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180/120 | 70 | |||||||||
N | 040 | c | de gekoppelde zijspanwagen niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.4 RV | 180 | 120 | ||||||||||||||||
N | 050 | de accu en, indien aanwezig, de bedrading niet deugdelijk is (zijn) bevestigd en niet goed is (zijn) geïsoleerd | 5.*.5 RV | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
2 – Afmetingen en massa's | ||||||||||||||||||||||
Lengte | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 060 | a | het langer is dan 12 m (cat 5 ingebruikname voor 01-11-1997; cat 12 geldt niet voor opleggers) | 5.*.6 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||
N | 060 | aa | de bus met 2 assen langer is dan 13,50 m | 5.3a.6 lid 2 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 060 | ac | de bus met meer dan 2 assen langer is dan 15Â m | 5.3a.6 lid 2 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 060 | d | het rijdende werktuig langer is dan 20 m | 5.3.6 lid 2 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 061 | e | bij de na 31-12-1997 in gebruik genomen oplegger, niet zijnde een kermis- of circusvoertuig, de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en enig deel aan de voorzijde van de oplegger meer dan 2,04Â m bedraagt en de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger meer dan 12Â m bedraagt | 5.12.6 lid 3 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 061 | g | de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger van het kermis- of circusvoertuig meer bedraagt dan 17,50 m | 5.12.6 lid 5 RV | 180 | |||||||||||||||||
Breedte | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 060 | b | het breder is dan 2,55 m (cat 5 ingebruikname voor 01-11-1997; cat 3 en 12 gelden niet voor geconditioneerde voertuigen en voor cat 3 en 12 voertuigen met een tmm > 10 ton en ingebruikname voor 01-02-1999) | 5.*.6 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||
N | 060 | g | het breder is dan 2,60 m (cat 3 en 12 geconditioneerd voertuig en voertuigen met een tmm > 10 ton en ingebruikname voor 01-02-1999; cat 17 bespannen wagen) | 5.*.6 RV | 180 | 180 | 70 | |||||||||||||||
N | 060 | p | het gehandicaptenvoertuig breder is dan 1,10Â m (geldt ook voor gehandicaptenvoertuig zonder motor) | 5.*.6 RV | 70 | 70 | ||||||||||||||||
N | 060 | r | de fiets breder is dan 0,75 m | 5.9.6 lid 1 RV | 70 | |||||||||||||||||
N | 060 | s | het breder is dan 1,50 m (cat 9> 2 wielen of zijspan; cat 17 onbespannen wagen) | 5.*.6 RV | 70 | 70 | ||||||||||||||||
N | 060 | u | het breder is dan 2 m (cat 5 ingebruikname na 31-10-1997; cat 6 op meer dan 2 wielen; cat 15b achter bromfiets op meer dan 2 wielen) | 5.*.6 RV | 180 | 180 | 120 | 180/120 | ||||||||||||||
N | 060 | w | het breder is dan 1 m (cat 6 betreft tweewielige bromfiets; cat 15b achter bromfiets op meer dan twee wielen) | 5.*.6 RV | 120 | -/120 | 70 | |||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het voertuig breder is dan 3 m (cat 3 rijdend werktuig) | 5.*.6 RV | |||||||||||||||||||||
N | 060 | ha | – van 0,01 m t/m 0,25 m | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||
N | 060 | hb | – van meer dan 0,25 m t/m 0,50 m | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||
N | 060 | hc | – van meer dan 0,50 m t/m 0,75 m | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||
Hoogte | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 060 | q | het gehandicaptenvoertuig hoger is dan 2Â m (geldt ook voor gehandicaptenvoertuig zonder motor) | 5.*.6 RV | 70 | 70 | ||||||||||||||||
Massa | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de toegestane asdruk, massa of som van de aslasten (categorie 5 ingebruikname na 01-02-1999) wordt overschreden met | 5.*.7 RV | |||||||||||||||||||||
N | 070 | a | – meer dan 10% | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | |||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl van het rijdende werktuig de toegestane maximumlast van enig(e) as of asstel wordt overschreden met | 5.3.7 lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
N | 072 | a | – 10 tot 15% | 360 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl van het rijdende werktuig de toegestane maximummassa of som van de aslasten wordt overschreden met | 5.3.7 lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
N | 073 | a | – 5 tot 10% | 360 | ||||||||||||||||||
3 – Motor | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de bromfiets de op de kentekencard of het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25Â km/h, vermeerderd met 4Â km/h, (dan wel de aangewezen bromfiets de in artikel 20b van de wet vermelde maximumconstructiesnelheid van 25Â km/h) overschrijdt met | 5.6.8 lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
N | 086 | a | – t/m 10 km/h | 80 | ||||||||||||||||||
N | 086 | b | – meer dan 10 en t/m 15 km/h | 160 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de bromfiets de op de kentekencard of het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid van 25 tot en met 45Â km/h, vermeerderd met 5Â km/h overschrijdt met | 5.6.8 lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
N | 083 | a | – t/m 10 km/h | 80 | ||||||||||||||||||
N | 083 | b | – meer dan 10 en t/m 15 km/h | 160 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het voertuig de in artikel 1.1. van de Regeling voertuigen vermelde maximumconstructiesnelheid vermeerderd met 5Â km/h overschrijdt | 5.*.8 lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
N | 085 | a | – t/m 10 km/h | 120 | 120 | 120 | 45 | 45 | ||||||||||||||
N | 085 | b | – meer dan 10 en t/m 15 km/h | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | ||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 090 | a | het brandstofsysteem niet veilig is of deugdelijk is bevestigd | 5.*.9 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | ||||||||
N | 090 | b | het brandstofsysteem of de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd | 5.*.9 lid 1 RV | 300 | 210 | 120 | |||||||||||||||
N | 090 | c | het brandstofsysteem lekkage vertoont | 5.*.9 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 300 | 300 | 300 | |||||
N | 090 | d | het brandstofreservoir niet deugdelijk is afgesloten | 5.*.9 lid 3 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 300 | 300 | 300 | |||||
N | 090 | h | de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd | 5.11.9 lid 1 RV | 45 | |||||||||||||||||
N | 100 | de LPG-installatie niet voldoet aan de eisen | 5.*.10 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||
N | 101 | de CNG- of LNG- installatie niet voldoet aan de eisen (LNG niet geregeld voor cat 4) | 5.*.10a RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||
N | 102 | de waterstofinstallatie niet voldoet aan de eisen | 5.*.10b RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 110 | a | het niet is voorzien van een over de gehele lengte gasdichte uitlaat | 5.*.11 lid 1 RV | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 250 | 360 | 360 | 360 | 140 | ||||||||
N | 110 | b | het uitlaatsysteem niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.11 lid 2 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | ||||||||
N | 110 | e | het uitlaatsysteem niet behoorlijk geluiddempend is | 5.*.11 RV | 360 | 360 | 360 | 140 | ||||||||||||||
N | 111 | (een) onderde(e)l(en) van het na 31-12-2017 in gebruik genomen voertuig, niet zijnde onderdelen van het brandstofsysteem, het remsysteem, de stuurbekrachtiging of het veersysteem, overmatige lekkage van vloeistof, niet zijnde water, verto(o)n(t)(en) | 5.*.11a RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||
Meting geluidsniveau | ||||||||||||||||||||||
Noot | ||||||||||||||||||||||
Indien geen waarde (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister is vermeld dan moeten onderstaande waarden worden gehanteerd: | ||||||||||||||||||||||
Bromfiets | ||||||||||||||||||||||
Constructiesnelheid maximum toegestane waarde | ||||||||||||||||||||||
max. 25Â km/h 90Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
> 25Â km/h 97Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
Motorfiets | ||||||||||||||||||||||
Cylinderinhoud t/m maximum toegestane waarde | ||||||||||||||||||||||
80Â cm3 91Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
125Â cm3 92Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
350Â cm3 95Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
500Â cm3 97Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
750Â cm3 100Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
1.000Â cm3 103Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
>1.000Â cm3 106Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
Personen-/bedrijfsauto/bus/driewielig motorrijtuig | ||||||||||||||||||||||
benzinemotor max. 3.500Â kg bij 3.500 toeren max. 95Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
dieselmotor max. 3.500Â kg bij 2000 toeren max. 95Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
> 3.500Â kg bij 1.500 toeren max. 95Â dB(A) | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister vermelde geluidsniveau, vermeerderd met 2Â dB(A), wordt overschreden | 5.*.11 RV | |||||||||||||||||||||
N | 110 | n | – tot 4 dB(A) | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 250 | |||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het toegestane geluidsniveau van het voertuig, waarvoor geen waarde (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister is vermeld, wordt overschreden | 5.*.11 RV | |||||||||||||||||||||
N | 110 | p | – tot 4 dB(A) | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 250 | |||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 120 | a | – de accu of tractiebatterij niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.12 lid 1 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | |||||||
N | 120 | b | – de bedrading niet deugdelijk is bevestigd/goed is geïsoleerd | 5.*.12 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | |||||||
N | 120 | c | – het gehandicaptenvoertuig, dat is uitgerust met een elektrische aandrijving, niet is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting, die door middel van een binnen bereik bevindende schakelaar de stroomvoorziening herstelt | 5.*.12 lid 3 RV | 45 | 45 | ||||||||||||||||
N | 120 | d | – de onderdelen van de elektrische aandrijflijn van het elektrisch aangedreven of hybride elektrische voertuig niet aan de gestelde eisen voldoet | 5.*12a RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | ||||||||||||
N | 130 | a | – de motorsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd/in ernstige mate zijn beschadigd | 5.*.13 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 70 | |||||||||||
N | 130 | b | – de rubbers van de motorsteunen zijn doorgescheurd/de vulkanisatie is losgeraakt | 5.*.13 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 70 | ||||||||||
N | 130 | c | – de motor niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.13 RV | 180 | 120 | ||||||||||||||||
4 – Krachtoverbrenging | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden (terwijl) | ||||||||||||||||||||||
N | 150 | a | het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter | 5.*.15 RV | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 150 | e | het na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter | 5.*.15 RV | 120 | 120 | ||||||||||||||||
N | 150 | f | de na 31-12-2006 in gebruik genomen bromfiets niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter | 5.6.15 RV | 80 | |||||||||||||||||
N | 160 | a | (de onderdelen van) de aandrijving of transmissie niet deugdelijk bevestigd is (zijn) | 5.*.16 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | ||||||||
N | 170 | a | de krachtoverbrenging niet op eenvoudige wijze kan worden onderbroken | 5.10.17 RV | 45 | |||||||||||||||||
N | 170 | b | de snelheid niet regelbaar is | 5.11.17 RV | 70 | |||||||||||||||||
5 – Assen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 180 | de as(sen) niet deugdelijk (bevestigd) is (zijn) | 5.*.18 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | ||||
N | 190 | de fuseeonderdelen en overige draaipunten niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.19 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 120 | 300 | 300 | |||||||||||
N | 200 | de wiellagers niet deugdelijk zijn | 5.*.20 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | 180 | 180 | ||||||||||
N | 210 | de wielbasis te veel afwijkt | 5.*.21 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||
N | 220 | de afstanden tussen de fuseedraaipunten en het chassis of de carrosserie te veel verschillen | 5.*.22 RV | 120 | 120 | 120 | ||||||||||||||||
N | 230 | de spoorbreedte te groot is | 5.*.23 RV | 120 | 120 | 120 | ||||||||||||||||
N | 240 | a | de wielen/de velgen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.24 RV | 120 | 300 | 300/210 | 120 | ||||||||||||||
N | 240 | b | de wielen/de velgen/de wielnaven/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.24-26 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||
N | 240 | c | de wielen, alsmede de onderdelen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.24 RV | 300 | 210 | ||||||||||||||||
N | 240 | d | de wielen/de velgen/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.24 en 26 RV | 300 | 300 | 120 | 300 | 300 | |||||||||||||
6 – Ophanging | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden | 5.*.27 RV | |||||||||||||||||||||
N | 270 | a | – 1 band | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | |||||||||||||
N | 270 | b | – 2 banden | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | 180 | |||||||||||||
N | 270 | c | – 3 banden | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 280 | |||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl een band/de banden beschadigd is/zijn, waarbij het karkas zichtbaar is of de band/banden uitstulpingen vertoont/vertonen | 5.*.27 RV | |||||||||||||||||||||
N | 270 | e | – 1 band | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180/120 | |||||||
N | 270 | f | – 2 banden | 270 | 270 | 270 | 180 | 270 | 270 | 270 | 100 | 100 | 270 | 270 | 270/180 | |||||||
N | 270 | g | – 3 banden | 400 | 400 | 400 | 280 | 400 | 400 | 400 | 160 | 160 | 400 | 400 | ||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het loopvlak uitstekende metalen elementen bevat, per (band) beschadiging | 5.*.27 RV | |||||||||||||||||||||
N | 270 | i | – 1 band | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180 | |||||
N | 270 | j | – 2 banden | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | 180 | 270 | 270 | 270 | 100 | 100 | 270 | 270 | 270 | |||||
N | 270 | k | – 3 banden | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 280 | 400 | 400 | 400 | 160 | 160 | 400 | 400 | 400 | |||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de band(en) is/zijn beschadigd waarbij het karkas zichtbaar is, de band(en) uitstulpingen vertoont/vertonen of de daarop vermelde load-index kleiner is dan toegestaan | 5.*.27 RV | |||||||||||||||||||||
N | 270 | m | – 1 band | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
N | 270 | n | – 2 banden | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
N | 270 | o | – 3 banden | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de profilering van een band/de banden niet voldoet aan de gestelde eisen of is/zijn nageprofileerd (naprofilering geldt niet voor cat 3, 3a en 12 i.g.v. opschrift regroovable; cat 2, 3(a), 5, 8, 12, 13 en 14 min. 1,6 mm; cat 4 min 1,0 mm; cat 6, 10 en 11 profilering moet aanwezig zijn over de gehele omtrek en breedte) | 5.*.27 RV | |||||||||||||||||||||
N | 270 | r | – 1 band | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180 | |||||||
N | 270 | s | – 2 banden | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | 180 | 270 | 100 | 100 | 270 | 270 | 270 | |||||||
N | 270 | t | – 3 banden | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 280 | 400 | 160 | 160 | 400 | 400 | 400 | |||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 270 | v | de op de band aangegeven draairichting niet overeenkomt met de draairichting van het wiel in voorwaartse rijrichting | 5.*.27 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180/120 | ||||||
N | 270 | w | de banden op één as niet dezelfde maataanduiding hebben (geldt niet voor nood- of reservewiel) | 5.*.27 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180/120 | ||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de aanhangwagen is voorzien van banden waarvan het loopvlak bestaat uit metaal of een materiaal dat voor wat betreft hardheid en vervormbaarheid dezelfde eigenschappen heeft | 5.*.27 RV | |||||||||||||||||||||
N | 271 | e | – 1 band | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
N | 271 | f | – 2 banden | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
N | 271 | g | – 3 banden | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 271 | m | de wielen zijn voorzien van metalen banden met uitstekende delen (geldt niet voor landbouwwerktuigen met een massa van maximaal 750Â kg) | 5.17.27 RV | 70 | |||||||||||||||||
N | 280 | het veersysteem, (indien vereist of aanwezig) de onderdelen daarvan of de schokdemper (indien vereist) niet deugdelijk (bevestigd) is/zijn of niet goed werken | 5.*.28 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180 | |||||
7 – Stuurinrichting | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 290 | deze niet is voorzien van een deugdelijke stuurinrichting | 5.*.29 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 120 | |||||||
N | 291 | de overbrenging van de gestuurde wielen niet goed reageert of niet deugdelijk is (bevestigd) | 5.*.29 RV | 300 | 300 | |||||||||||||||||
N | 292 | de draaikransen niet deugdelijk zijn (bevestigd) | 5.*.30 RV | 300 | 300 | |||||||||||||||||
8 – Reminrichting | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 310 | a | (de onderdelen van) de reminrichting niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) dan wel niet aan de eisen voldoet/voldoen | 5.*.31 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 300 | 300 | 300 | ||||
N | 320 | aa | in het hydraulisch remsysteem onvoldoende remvloeistof aanwezig is | 5.*.32 en 5.*.31 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 120 | 120 | |||||||||||
N | 320 | a | het remsysteem van het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting | 5.3.33 RV | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 340 | de veerrem van het na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting | 5.*.34 RV | 120 | 120 | |||||||||||||||||
N | 350 | a | het drukluchtremsysteem niet is voorzien van een goed functionerend meerkringsbeveiligingsventiel bij na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuigen | 5.*.35 lid 1 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
N | 350 | b | het drukluchtremsysteem niet is voorzien van drukmeetpunten | 5.*.35 lid 1 RV | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 350 | c | de drukluchtremkrachtregelaars niet goed functioneren | 5.*.35 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 350 | d | het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig met drukluchtremkrachtregelaars niet is voorzien van de vereiste plaat | 5.*.35 lid 3 RV | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 350 | e | de drukluchtremkrachtregelaars van het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig niet aanwezig zijn, dan wel niet zijn afgesteld zoals op de plaat staat vermeld | 5.*.35 lid 3 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 360 | de slag van de drukluchtremcylinders onjuist is afgesteld | 5.*.36 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 370 | a | het één- of tweeleidingremsysteem niet de juiste aansluitdruk heeft | 5.*.37 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 370 | b | het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een éénleidingremsysteem ten behoeve van een aanhangwagen | 5.*.37 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
N | 370 | c | het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen | 5.*.37 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
N | 380 | m | de bedrijfsrem niet op alle wielen remt (uitgezonderd driewielige motorrijtuigen met een massa van minder dan 400Â kg in gebruik genomen voor 01-04-1990), dan wel het voertuig op een (nagenoeg) droge weg uitbreekt ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de wielen van elke as, of ten gevolge van overberemming van de achteras | 5.*.38 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 120 | 300 | ||||||||||||
N | 380 | n | niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging | 5.*.38 RV | 210 | 300 | 300 | 120 | ||||||||||||||
N | 380 | p | het niet is voorzien van (een) goed werkende rem(men) | 5.*.38 RV | 70 | 70 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (cat. 12 toegestane maximummassa minder dan 3.500Â kg); de vermindering bedraagt | 5.*.38 RV | |||||||||||||||||||||
N | 381 | a | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 381 | b | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 450 | 450 | 450 | 450 | |||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (cat. 12 toegestane maximummassa 3.500Â kg of meer); de vermindering bedraagt | 5.*.38 RV | |||||||||||||||||||||
N | 381 | f | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | |||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 390 | a | de parkeerrem niet aan de eisen voldoet | 5.*.39 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||
N | 390 | b | van de (brom)fiets op meer dan twee wielen zonder afzonderlijke vastzetinrichting één van de remmen niet kan worden vastgezet | 5.*.39 RV | 80 | 45 | ||||||||||||||||
N | 390 | e | de vastzetinrichting of de veerrem niet aan de eisen voldoet | 5.12.39 RV | 120 | |||||||||||||||||
N | 400 | c | de reminrichting van de aanhangwagen (niet zijnde een middenasaanhangwagen en aanhangwagen met een stijve dissel met een toegestane maximummassa van ten hoogste 1.500Â kg) niet automatisch in werking treedt bij het verbreken van de verbinding, dan wel niet automatisch in de bedrijfstoestand komt bij het koppelen met het trekkende voertuig | 5.12.40 RV | 300 | |||||||||||||||||
N | 400 | d | niet is voorzien van een goed functionerende losbreekreminrichting (indien aanwezig) | 5.*.40 RV | 180 | 180 | ||||||||||||||||
9 – Carrosserie | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 410 | a | de deuren en de laadbakkleppen (cat 3(a)) niet goed sluiten of de deuren die direct toegang geven tot de personenruimte niet op normale wijze vanaf de binnenzijde en/of vanaf de buitenzijde kunnen worden geopend | 5.*.41 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 70 | |||||||||||
N | 410 | b | het slot of de scharnieren van de motorkap of het kofferdeksel aan de voorzijde geen goede sluiting waarborgen | 5.*.41 RV | 180 | 180 | 180 | 120 | 70 | |||||||||||||
N | 410 | c | de bevestiging van de scharnieren ernstig zijn gecorrodeerd | 5.*.41 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 70 | ||||||||||||
N | 410 | d | de windschermen en stroomlijnkappen de bediening belemmeren | 5.*.41 RV | 180 | 120 | ||||||||||||||||
N | 410 | e | de windschermen, stroomlijnkappen en inrichtingen om ladingen mee te vervoeren niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.*.41 RV | 180 | 120 | ||||||||||||||||
N | 410 | f | de gesloten cabines niet zijn voorzien van tenminste twee deuren dan wel één deur en één nooduitgang | 5.*.41 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 410 | g | de nooduitgang niet voldoet aan de vereiste afmetingen | 5.*.41 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 410 | h | het slot of de scharnieren van de deuren of laadbakkleppen geen goede sluiting waarborgen | 5.*.41 RV | 180 | 180 | 180 | 180/120 | ||||||||||||||
N | 410 | j | de deur(en) of uitgang(en) of hoofddoorgang(en) of noodra(a)m(en) of noodluik(en) van de bus niet voldoen (voldoet) aan de eisen of de vereiste opschriften niet zijn aangebracht | 5.3a.41 RV | 180 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl de voorruit, de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten dan wel het windscherm (indien vereist) en bij afwezigheid van een rechterbuitenspiegel de achterruit | ||||||||||||||||||||||
N | 420 | a | – is beschadigd of verkleurd | 5.*.42 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | |||||||||
N | 420 | b | – is voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht van de bestuurder belemmeren | 5.*.42 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 70 | ||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 420 | c | de ruiten niet voldoen aan de eisen | 5.*.42 lid 1 RV | 45 | |||||||||||||||||
N | 420 | d | de lichtdoorlatendheid van de voorruit en/of de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten minder dan 55% bedraagt | 5.*.42 lid 3 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | |||||||||||||
N | 430 | a | het voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie (cat 5 in gebruik na 27-11-1975; cat 6 in gebruik na 31-12-2006) | 5.*.43 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | |||||||||
N | 430 | d | het voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit die de bestuurder voldoende uitzicht geeft (cat 2 in gebruik na 30-09-1971; cat 3 na 31-12-1997; cat 3a na 30-06-1985; cat 5 na 31-12-1994; cat 6 na 31-12-2006) | 5.*.43 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 70 | ||||||||||||
N | 440 | a | het voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit (cat 2 in gebruik na 30-09-1971; cat 3 na 31-12-1997, cat 3a na 30-06-1985, cat 5 voorruit en gesloten carrosserie na 31-12-1994 tot 17-06-2003 vanaf 17-06-2003 indien voorruit) | 5.*.44 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 70 | |||||||||||||
N | 450 | a | het voertuig niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels en/of cameramonitor-systeem die/dat aan de eisen voldoen/voldoet (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006) (vooruitkijkspiegel / camera-monitorsysteem en breedtespiegel betreft bedrijfsauto met frontstuur in gebruik na 25-01-2008, tmm > 7.500Â kg) (cat. 8 rechterspiegel/camerasysteem in gebruik na 31-12-2018) | 5.*.45 RV | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | ||||||||||
N | 450 | b | het na 26-11-1975 doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel die aan de eisen voldoet | 5.4.45 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 450 | c | het na 31-12-1996 doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig dat 100Â km/h of sneller kan, niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel die aan de eisen voldoet | 5.4.45 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 450 | d | het na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400Â kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel | 5.5.45 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 450 | e | het na 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig met een gesloten carrosserie waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400Â kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een binnenspiegel | 5.5.45 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 450 | f | het voertuig niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel terwijl met de binnenspiegel het achter het voertuig gelegen weggedeelte niet voldoende kan worden overzien | 5.5.45 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 450 | g | het na 16-06-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linker- en een rechterbuitenspiegel | 5.4.45 lid 1 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 460 | a | de zitplaatsen (of rugleuningen) niet deugdelijk bevestigd zijn | 5.*.46 RV | 180 | 120 | 70 | |||||||||||||||
N | 460 | aa | de na 31-12-2014 in gebruik genomen personenauto dan wel de na 21-01-2014 in gebruik genomen bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500Â kg of bus van klasse III of B is voorzien van zijdelings gerichte zitplaatsen | 5.*.46 RV | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
N | 460 | c | de zitplaatsen, rugleuningen of de verstelinrichtingen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.46 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 70 | ||||||||||
N | 460 | d | de voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.*.46 RV | 180 | 120 | ||||||||||||||||
N | 460 | g | de trappers niet deugdelijk zijn bevestigd of niet zijn voorzien van een stroef oppervlak | 5.9.46 RV | 70 | |||||||||||||||||
N | 470 | a | de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van de na 31-12-1989 in gebruik genomen personenauto niet voorzien is van (een) gordel(s) of de/een naar achteren gerichte zitplaats(en) van na 30-09-2000 in gebruik genomen personenauto niet voorzien is van (een) gordel(s) | 5.2.47 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 470 | b | de/een gordel(s) voor de voorzitplaats(en) die aan een portier gren(st)(zen) van de na 01-01-1971 en voor 01-01-1990 in gebruik genomen personenauto niet aanwezig is/zijn | 5.2.47 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 470 | c | de/een gordel(s) niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) (geldt voor cat 7, 8 en 10 indien aanwezig) | 5.*.47 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | |||||||||
N | 470 | d | de/een gordel(s) voor de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van de T-100 bus of na 31-12-1997 in gebruik genomen andere bus of bedrijfsauto niet aanwezig is/zijn | 5.*.47 lid 1 RV | 180 | 180 | ||||||||||||||||
N | 470 | g | de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van het na 31-12-1989 in gebruik genomen driewielig motorrijtuig met gesloten carrosserie niet voorzien is/zijn van (een) gordel(s) of de/een naar achteren gerichte zitplaats(en) van het na 16-06-2003 in gebruik genomen driewielig motorrijtuig met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van (een) gordel(s) | 5.5.47 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 470 | h | de/een naar voren en/of naar achteren gerichte zitplaats(en) van de na 30-09-2002 in gebruik genomen bus met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500Â kg of van de na 30-09-2000 in gebruik genomen bus met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500Â kg niet voorzien is/zijn van (een) gordel(s) | 5.3a.47 lid 2 RV | 180 | |||||||||||||||||
N | 470 | i | de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van de bromfiets op meer dan twee wielen met een gesloten carrosserie en een ledige massa van meer dan 250Â kg, in gebruik genomen na 31-12-2006, niet is/zijn voorzien van (een) gordel(s) | 5.6.47 lid 1 RV | 120 | |||||||||||||||||
N | 470 | j | het na 01-09-2008 in gebruik genomen en voor het vervoer van één of meer passagiers in een rolstoel ingericht voertuig niet voldoet aan de gestelde eisen | 5.*.47a RV | 180 | 180 | ||||||||||||||||
N | 470 | k | de ligplaats(en) niet voldoe(t)(n) aan de gestelde eisen | 5.2.47a jo. 5.2.79 en 5.3a.48 RV | 180 | 180 | ||||||||||||||||
N | 480 | a | het voertuig scherpe delen heeft die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten | 5.*.48 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 120 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | |
N | 480 | b | het voertuig niet afgeschermde uitstekende delen heeft die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten | 5.*.48 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 120 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | |||||
N | 480 | c | de wielen niet goed afgeschermd zijn, aanlopen of te ver buiten de afscherming uitsteken | 5.*.48 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 120 | 300 | 300 | 300/210 | |||||||||
N | 480 | e | gevaar bestaat voor het losraken van enig deel van de buitenzijde | 5.*.48 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 180 | 180 | 180 | 180/120 | ||||
N | 480 | f | de wielen/banden aanlopen | 5.*.48 RV | 120 | 180 | ||||||||||||||||
N | 480 | g | het voertuig niet is voorzien van de vereiste zijdelingse afscherming | 5.*.48 RV | 490 | 490 | 490 | |||||||||||||||
N | 480 | h | het voertuig aan de voorzijde (een) voorziening(en) heeft die in geval van botsing de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kan/kunnen vergroten | 5.*.48 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
N | 490 | het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een stootbalk (cat 3 en 12) of beschermingsinrichting (cat 3a) tegen klemrijden die aan de vereisten voldoet (afstand stootbalk/beschermingsinrichting wegdek: in gebruik voor 01-01-1998 70 cm, daarna 55 cm; afstand achterzijde voertuig tot stootbalk: tot 01-01-2005 60 cm, daarna cat 3, 3a en 12: 45 cm) | 5.*.49 RV | 490 | 490 | 490 | ||||||||||||||||
N | 500 | de aanhangwagen aan de achterzijde niet is voorzien van een mogelijkheid tot bevestiging van een kentekenplaat | 5.*.50 RV | 120 | 120/80 | |||||||||||||||||
N | 501 | de frontbeschermingsinrichting van het na 31-12-2008 in gebruik genomen voertuig met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500Â kg niet is goedgekeurd voor het voertuig waarop deze is aangebracht en/of niet voorzien is van het voorgeschreven EG-typegoedkeuringsmerk | 5.*.50 RV | 300 | 300 | |||||||||||||||||
10 – Verlichting | ||||||||||||||||||||||
Noot | ||||||||||||||||||||||
1. Bij het ontbreken of niet branden van dim-/kop-/achterlicht of kentekenplaatverlichting moeten de bepalingen uit het RVV 1990 worden toegepast; | ||||||||||||||||||||||
2. Bij de feitcodes zijn alle data vermeld van verlichting die na 1Â januari 1980 verplicht is geworden; | ||||||||||||||||||||||
3. Er is geen sprake van verlichting in de zin van de Regeling voertuigen als de armatuur niet is aangesloten en niet is voorzien van een lampje. | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl het niet is voorzien van (een) goed werkend(e) | ||||||||||||||||||||||
N | 514 | a | – richtingaanwijzers (cat 4 na 31-12-1996 met zijspan na 31-10-1997; cat 6 = 3 of 4 wielig en gesloten carrosserie) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | 120 | 120 | 120 | 120/- | ||||
N | 514 | b | – waarschuwingsknipperlichten (cat 2, 3(a) na 31-12-1997; cat 5 na 31-12-1996; cat 10 na 01-01-2005) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 45 | |||||||||||
N | 514 | c | – zijrichtingaanwijzer(s) (cat. 2 na 31-12-1997; cat. 3(a) langer dan 6 m of na 31-12-1997; cat. 7 langer dan 6 m) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||
N | 514 | d | – remlichten (cat. 6: 3 of 4 wielig en 2 wielig voertuig in gebruik na 31-12-2006 en vermogen meer dan 0,5 kW en max. snelheid meer dan 25 km/h) | 5.*.51-63 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 180 | 180 | 180 | 180/- | ||||
N | 514 | f | – rode retroreflectoren | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | 45 | 45 | 120 | 120 | 120 | 120/80 | 45 | 45 |
N | 514 | g | – mistachterlicht(en) (cat. 2, 3(a) en 12 na 31-12-1997; cat. 13 voor zover het trekkende voertuig is voorzien van een mistachterlicht) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||
N | 514 | h | – achteruitrijlicht(en) (cat 2, 3(a) in gebruik na 31-12-1997; cat 12 in gebruik na 31-12-2012) | 5.*.51-63 RV | 60 | 60 | 60 | 60 | ||||||||||||||
N | 514 | i | – markeringslichten (voor- en achterzijde) (cat. 2, 3(a) en 12 breder dan 2.60 m of na 31-12-1997 breder dan 2,10 m; cat. 13 en 14 breder dan 2.10 m) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | ||||||||||||
N | 514 | j | – zijmarkeringslichten (cat. 2, 3(a) en 12 na 31-12-1997 en langer dan 6 m; cat. 13 langer dan 6 m) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||
N | 514 | k | – 3e remlicht (na 30-09-2001) | 5.*.51-63 RV | 120 | |||||||||||||||||
N | 514 | l | – witte retroreflectoren (cat. 9: 3 wielig breder dan 75 cm; cat. 12 na 31-12-1997) | 5.*.51-63 RV | 45 | 120 | 120 | 120 | ||||||||||||||
N | 514 | m | – zijretroreflectoren (cat. 2 na 31-12-1997 en langer dan 6 m; cat. 3(a) en 7 langer dan 6 m; cat. 6: 2-wielig na 31-12-2006) | 5.*.51-63 RV | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120/80 | ||||||||
N | 514 | o | – trapreflectie (cat 6 alleen indien vaste trappers bij 3 of 4 wielig) | 5.*.51-63 RV | 80 | 45 | ||||||||||||||||
N | 514 | p | – wielreflectie | 5.*.51-63 RV | 45 | 45 | ||||||||||||||||
N | 514 | r | – lijnmarkering aan de achterzijde bij een na 31-12-2012 in gebruik genomen voertuig dat breder is dan 2,10 m en langer is dan 6 m en waarbij de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan 3.500 kg | 5.12.51 RV | 120 | |||||||||||||||||
N | 514 | s | – lijnmarkering aan de zijkant bij een na 31-12-2012 in gebruik genomen voertuig dat langer is dan 6 m en waarbij de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan 3.500 kg | 5.12.51 RV | 120 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 515 | de verlichting/retroreflecterende voorzieningen niet de vereiste kleur hebben (cat 9 alleen retroreflectie) | 5.*.51-59 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180 | 180/120 | 70 | 70 | |
N | 517 | de verlichting of retroreflectoren niet op de juiste plaats zijn bevestigd (cat 9 alleen retroreflectie) | 5.*.51-61 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | 45 | 45 | 120 | 120 | 120 | 120/80 | 45 | 45 | |
N | 518 | de verlichte transparant(en) voldoet (voldoen) niet aan de eisen (niet afzonderlijk geschakeld/breder/langer dan voertuig) | 5.*.55 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 519 | het voertuig aan de achterzijde niet is voorzien van één rode retroreflector in de vorm van een afgeknotte driehoek die voorzien is van een goedkeuringsmerk | 5.*.51 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 45 | ||||||||||||||
N | 550 | de glazen van de verlichtingsarmaturen of de retroreflectoren niet aan de gestelde eisen voldoen (cat 9, 11, 16 en 17 alleen eisen rode retroreflectie) | 5.*.55 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | 45 | 45 | 120 | 120 | 120 | 120/80 | 45 | 45 | |
N | 551 | de verlichtingsarmaturen of onderdelen daarvan niet deugdelijk zijn bevestigd (geldt ook voor niet verplichte verlichting) | 5.*.55 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | 120 | 120 | 120 | 120/80 | |||||
N | 552 | de lichten of retroreflectoren voor meer dan 25% zijn afgeschermd (cat 9, 11, 16 en 17 alleen afscherming rode retroreflectie) | 5.*.55 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | 45 | 45 | 120 | 120 | 120 | 120/80 | 45 | 45 | |
N | 559 | de mistvoorlichten niet goed zijn afgesteld conform het bepaalde in de artikelen 114a en 114b van de bijlage VIII van de RV | 5.*.59b RV | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 560 | de dimlichten niet aan de eisen voldoen | 5.*.51 jo. 5.*.56 RV (cat. 6: 5.6.51, 5.6.53 en 5.6.55 RV) | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 80 | 120 | 120 | 120 | 45 | |||||||||
N | 620 | het niet is voorzien van een controlelampje of schakelaar met herkenbare stand (cat 4) voor ingeschakeld(e) mistachterlicht(en) | 5.*.62 RV | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 20 | ||||||||||
N | 640 | het is voorzien van niet toegestane verblindende/ knipperende verlichting | 5.*.64 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 180 | 180 | 180 | 180/120 | 70 | 70 | |||
N | 650 | het is voorzien van meer lichten of retroreflecterende voorzieningen dan is toegestaan (cat 9 uitsluitend retroreflectie) | 5.*.65 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | 70 | 70 | 180 | 180 | 180 | 180/120 | 70 | 70 | |
N | 651 | in het voertuig aanwezige lichten of objecten licht uitstralen naar de buitenzijde van het voertuig (cat. 3a niet van toepassing op binnenverlichting passagiersruimte bus) | 5.*.65 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | ||||||||||
11 – Verbinding tussen trekkend voertuig en aanhangwagen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 660 | a | de koppeling niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen | 5.*.66-70 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | |||||||||
N | 660 | b | de (hulp)koppeling, trekdriehoek, trekboom of onderdelen daarvan niet aanwezig is/zijn, deugdelijk is/zijn (bevestigd) of niet voldoet/voldoen aan de daaraan gestelde eisen | 5.*.66-70 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
N | 660 | c | de (middenas)aanhangwagen, die is voorzien van een losbreekreminrichting, tevens is voorzien van een hulpkoppeling | 5.*.66 RV | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
N | 660 | d | de koppeling, dissel, of onderdelen daarvan niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) of niet voldoet/voldoen aan de daaraan gestelde eisen | 5.15.66-70 RV | 300/210 | |||||||||||||||||
12 – Diversen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
N | 710 | a | het niet is voorzien van een goed werkende geluidssignaalinrichting | 5.*.71 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | ||||||||||
N | 710 | b | het niet is voorzien van een goed werkende bel of hoorn met vaste toonhoogte | 5.*.71 RV | 80 | 45 | 45 | |||||||||||||||
N | 710 | c | het niet is voorzien van een goed werkende bel | 5.9.71 RV | 45 | |||||||||||||||||
N | 711 | de inrichting van een taxi niet in overeenstemming met het goedkeuringsdocument | 5.2.74 RV | 300 | ||||||||||||||||||
Gebruikseisen voertuigen | ||||||||||||||||||||||
0 – Algemeen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 001 | een verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk wordt gebruikt terwijl dit niet is toegestaan (cat. 3 uitsluitend toegestaan voor wegwerkzaamheden of gladheidsbestrijding) | 5.18.0 RV | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 010 | a | meer dan één aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | |||||||||||||
P | 010 | b | met de gelede bus een aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 2 RV | 300 | |||||||||||||||||
P | 010 | c | met het gehandicaptenvoertuig een aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 2 RV | 70 | 70 | ||||||||||||||||
P | 010 | d | met de motorfiets met onberemde zijspanwagen een aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 2 RV | 300 | |||||||||||||||||
P | 010 | e | het samenstel van motorvoertuig en aanhangwagen meer dan twee draaipunten heeft | 5.18.1 lid 5 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | |||||||||
P | 010 | f | met een motorvoertuig, niet zijnde een land- of bosbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte snelheid een land- of bosbouwaanhangwagen of verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 3 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 020 | a | met het motorvoertuig meer dan één motorvoertuig wordt gesleept | 5.18.2 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | |||||||||
P | 020 | b | met het motorvoertuig een tweewielig motorvoertuig of samenstel van voertuigen wordt gesleept | 5.18.2 lid 6 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | |||||||||
P | 020 | c | met het tweewielig motorvoertuig, de gelede bus of het samenstel van voertuigen, een motorvoertuig wordt gesleept | 5.18.2 lid 7 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | |||||||||
P | 020 | da | een voertuig voorzien van een drukluchtsysteem niet met behulp van een sleepstang wordt gesleept | 5.18.2 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||
P | 020 | e | het drukluchtsysteem van het gesleepte voertuig niet is aangesloten op het drukluchtsysteem van het trekkend voertuig | 5.18.2 lid 3 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
P | 020 | f | met een dolly of afsleepas waarop zich een motorvoertuig bevindt, terwijl de reminrichting van de dolly of afsleepas ontbreekt | 5.18.2 lid 4 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||
P | 020 | g | een afsleepas wordt gebruikt zonder dat zich daarop een motorvoertuig bevindt | 5.18.2 lid 5 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||
P | 030 | hij wordt gehinderd door passagiers, lading of op andere wijze | 5.18.3 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 120 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | 120 | |
P | 031 | in dat voertuig, waarin vervoer van een passagier in rolstoel plaatsvindt losse voorwerpen, die het risico op letsel bij een noodstop, aanrijding of botsing kunnen verhogen, aanwezig zijn | 5.18.3 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 120 | |||||||||||||
P | 041 | a | de bestuurder niet voldoende zicht door de voorruit en/of de voorste zijruiten naar voren en opzij heeft | 5.18.4 aanhef en onder a RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | ||||||||
P | 041 | b | de bestuurder met behulp van de voor dat voertuig of samenstel van voertuigen voorgeschreven spiegels of camera-monitorsysteem niet voldoende zicht heeft op het naast en/of achter hem gelegen weggedeelte | 5.18.4 aanhef en onder b RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 120 | 180 | 180 | 180 | 70 | ||||||||
P | 041 | c | de bestuurder niet voldoende zicht door de voorruit en de voorste zijruiten naar voren en opzij heeft en met behulp van de voor dat voertuig of samenstel van voertuigen voorgeschreven spiegels of camera-monitorsysteem niet voldoende zicht heeft op het naast en achter hem gelegen weggedeelte | 5.18.4 RV | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | 340 | 490 | 490 | 490 | 190 | ||||||||
P | 050 | het niet is voorzien van de vereiste buitenspiegels, indien het zicht door lading achter het voertuig of door een achter het voertuig gekoppelde aanhangwagen is beperkt | 5.18.5 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | ||||||||
P | 051 | de spiegels of gezichtsveldverbeterende voorzieningen niet zodanig zijn geplaatst dat de bestuurder in normale rijhouding de vereiste gezichtsvelden kan overzien | 5.18.5 lid 1 RV | 300 | ||||||||||||||||||
P | 060 | a | voertuiggebonden lading, zoals voertuiguitrustingsstukken, voertuiggereedschappen of stuwagemiddelen niet zodanig is bevestigd dat deze niet van het voertuig kan vallen | 5.18.6 lid 3 RV | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | 340 | 490 | 490 | 490 | 190 | 190 | 190 | 490 | 490 | 490 | 490/340 | 190 | 190 |
P | 061 | de losse lading die naar haar aard niet op of aan het voertuig bevestigd kan worden niet deugdelijk is afgedekt terwijl gevaar of hinder is ontstaan of kan ontstaan als gevolg van afvallende of wegwaaiende lading | 5.18.6 lid 2 RV | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | 340 | 490 | 490 | 490 | 190 | 190 | 190 | 490 | 490 | 490 | 490/340 | 190 | 190 | |
P | 062 | verwisselbare gedragen uitrustingsstukken, afneembare bovenbouwen, gestandaardiseerde laadstructuren of meeneemheftrucks niet deugdelijk bevestigd zijn met geschikte vastzetsystemen, zekeringssystemen of stuwagemiddelen | 5.18.6 lid 4 RV | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | 490 | ||||||||||||
P | 063 | vastzetsystemen, zekeringssystemen, stuwagemiddelen of onderdelen hiervan niet goed functioneren dan wel niet geschikt zijn voor het doel waarvoor ze worden gebruikt | 5.18.6 lid 5 RV | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 170 | 250 | 250 | 250 | 100 | 100 | 100 | 250 | 250 | 250 | 250/170 | 100 | 100 | |
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl bij het vervoer van goederen aan de voor- of achterzijde van het voertuig | 5.18.7 lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 070 | a | – de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 070 | b | – de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 070 | c | – de lastdrager inclusief lading meer dan 0,20 m buiten de zijkanten uitsteekt | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 070 | d | – meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 070 | e | – de lastdrager aan de achterzijde niet op de voorgeschreven wijze is voorzien van twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee niet driehoekige rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers aangezien de verlichting en retroreflectoren van het voertuig worden afgeschermd | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 070 | f | – de lastdrager niet is voorzien van een goed leesbare, van een goedkeuringsmerk voorziene en niet afgeschermde kentekenplaat met het kenteken van het voertuig waarop de lastdrager is aangebracht aangezien de op het voertuig aangebrachte kentekenplaat wordt afgeschermd | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 070 | g | – de koppelingsdruk van de op de trekhaak bevestigde lastdrager meer bedraagt dan voorgeschreven of meer bedraagt dan 75 kg | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
P | 070 | h | – de lastdrager het wegdek kan raken | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
P | 070 | i | – de achtergebleven bevestigingsdelen van de lastdrager de bewegingsvrijheid van een aangekoppelde aanhangwagen beperken | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl bij het vervoer van goederen op het dak | 5.18.7 lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 070 | j | – de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 070 | k | – de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 070 | l | – de maximale daklast wordt overschreden | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 070 | m | – meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl bij het vervoer van glas, plaatmateriaal of soortgelijke goederen aan één of beide zijkanten van een bedrijfsauto of aanhangwagen met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg | 5.18.7 lid 3 RV | |||||||||||||||||||||
P | 071 | a | – de lading niet deugdelijk is bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 071 | b | – de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 071 | c | – de lastdrager met inbegrip van de lading meer dan 0,35 m buiten de zijkanten van het voertuig uitsteekt en/of de totale breedte van het voertuig inclusief de lastdrager en de lading meer bedraagt dan 2,75 m | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 071 | d | – de lading meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 071 | e | – de lastdrager die in de breedte meer dan 0,10 m buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt aan de voor- en/of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de gestelde eisen voldoet | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 080 | de lading van het voertuig scherpe delen heeft (geldt niet voor lading of delen hoger dan 2Â m boven wegdek) | 5.18.8 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 120 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | 120 | |
P | 081 | het verwisselbare uitrustingsstuk scherpe delen heeft (geldt niet voor delen hoger dan 2Â m boven wegdek) | 5.18.8 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 082 | het verwisselbare uitrustingsstuk niet afgeschermde uitstekende delen heeft die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten | 5.18.8 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 083 | een deel van de buitenzijde van het verwisselbare uitrustingsstuk zodanig is bevestigd, beschadigd, versleten of door corrosie aangetast dat gevaar bestaat voor losraken | 5.18.8 lid 3 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 090 | de opgeklapte opklapbare delen aan de buitenzijde van het voertuig niet deugdelijk zijn vergrendeld | 5.18.9 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 210 | 300 | 300 | 300 | 120 | 120 | 120 | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | 120 | |
P | 091 | het niet voor gebruik op de weg noodzakelijke opklapbare deel of delen van het verwisselbare uitrustingsstuk tijdens het transport niet deugdelijk in opgeklapte toestand is/zijn vergrendeld | 5.18.9 lid 2 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 100 | a | de aanhangwagen, met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750Â kg, niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorvoertuig | 5.18.10 lid 1 RV | 180 | 180/120 | ||||||||||||||||
P | 100 | b | de aanhangwagen, met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750Â kg, niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat | 5.18.10 lid 4 en lid 5 RV | 180 | 180/120 | ||||||||||||||||
P | 100 | c | de aanhangwagen, met een toegestane maximummassa van meer dan 750Â kg, afkomstig uit een land waarvoor deze aanhangwagens geen afzonderlijk kenteken is opgegeven, niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorvoertuig | 5.18.10 lid 1 RV | 180 | |||||||||||||||||
P | 100 | d | de aanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg, afkomstig uit een land waarvoor deze aanhangwagens geen afzonderlijk kenteken is opgegeven, niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat gelijk aan trekkend voertuig | 5.18.10 lid 4 – 5 RV | 180 | |||||||||||||||||
1 – Afmetingen en massa's | ||||||||||||||||||||||
Noot afmetingen: | ||||||||||||||||||||||
Als bij ondeelbare lading meer dan één afmeting wordt overschreden, dan wordt uitsluitend proces-verbaal opgemaakt terzake de afmeting die het meest wordt overschreden. | ||||||||||||||||||||||
De overige overschrijdingen worden als bevinding eveneens in het proces-verbaal vermeld. | ||||||||||||||||||||||
Lengte samenstel (onbeladen), c.q. indien geen sprake is van uitstekende lading | ||||||||||||||||||||||
Noot: | ||||||||||||||||||||||
Lengte opleggertrekker met oplegger max. 16,50 m; bedrijfsauto/bus met aanhangwagen max. 18,75 m; personenauto/driewielig motorvoertuig met aanhangwagen max. 18 m; samenstel kermis-/circusvoertuigen max. 24 m; rijdend werktuig met aanhangwagen max. 20 m; land- bosbouwtrekker/motorrijtuig beperkte snelheid met één of meer aanhangwagens en/of verwisselbare getrokken machines max. 18,75 m; land- bosbouwtrekker/motorrijtuig beperkte snelheid met één of meer aanhangwagens en/of verwisselbare gedragen uitrustingsstukken machines max.18,75 m; indien het een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk betreft dat niet om een verticale as kan draaien ten opzichte van het trekkende voertuig lengte samenstel max. 12 m. | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de maximum toegestane lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding | 5.18.11 en 5.18.20 RV | |||||||||||||||||||||
P | 111 | a | – t/m 0,25 m | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | ||||||||||||
P | 111 | f | als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl het uitschuifbare voertuig, waarvan de uitgeschoven delen niet zijn voorzien van zijdelingse afscherming als bedoeld in artikel 5.12.48, 5e lid, in onbeladen toestand niet geheel is ingeschoven | 5.18.11 lid 11 RV | 300 | |||||||||||||||||
Lengte deelbaar; uitstekende lading voorzijde | ||||||||||||||||||||||
P | 120 | aa | als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de lading voor het voertuig uitsteekt (geldt niet voor kermis- en circusvoertuigen) | 5.18.12 en 5.18.21 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | ||||||||||
Lengte deelbaar; uitstekende lading achterzijde | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de lading meer dan 1Â m achter het voertuig en/of meer dan 5Â m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60Â m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55Â m (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding | 5.18.12 RV | |||||||||||||||||||||
P | 121 | a | – t/m 0,25 m | 360 | 360 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 121 | g | het zicht op de verlichting, de retroreflectoren, de richtingaanwijzers of voor zover van toepassing de kentekenplaat aan de achterzijde van het voertuig wordt belemmerd door uitstekende lading | 5.18.12, 5.18.13 en 5.18.21 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||
P | 121 | h | de lading uitsluitend op de laadvloerverlenging rust | 5.18.12 lid 5 en 5.18.21 lid 3 RV | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | ||||||||||||
P | 121 | n | de stootbalk breder is of meer dan 0,20Â m smaller is dan a. het voertuig op de plaats waar de stootbalk is aangebracht of; b. de breedte van de breedste achteras met inbegrip van de wielen | 5.18.12 lid 5 RV | 360 | 360 | ||||||||||||||||
P | 121 | o | de stootbalk en/of de bevestiging daarvan is/zijn zodanig vervormd of zodanig breuken en/of scheuren vertoont, dan wel zodanig door corrosie is aangetast, dat hierdoor functieverlies optreedt | 5.18.12 lid 5 RV | 360 | 360 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de uitsteek van de afneembare bovenbouw of gestandaardiseerde laadstructuur achter het hart van de achterste as meer dan 0,5 maal de lengte van het voertuig bedraagt en/of meer dan 5Â m bedraagt of bij een oplegger de uitsteek van de afneembare bovenbouw of gestandaardiseerde laadstructuur achter het hart van de achterste as meer bedraagt dan 0,5 maal de afstand van hart koppeling tot de achterzijde en/of meer dan 5Â m bedraagt | 5.18.12 lid 7 RV | |||||||||||||||||||||
P | 123 | a | – t/m 0,25 m | 360 | 360 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de lengte van het voertuig met inbegrip van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken meer bedraagt dan de maximum toegestane lengte van het voertuig, een overschrijding | 5.18.12a RV | |||||||||||||||||||||
P | 124 | a | – t/m 0,75 m | 180 | ||||||||||||||||||
P | 124 | b | – van meer dan 0,75 m | 270 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl bij het voertuig dat is voorzien van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken | 5.18.12a RV | |||||||||||||||||||||
P | 124 | c | – de/het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk(ken) niet zoveel mogelijk is/zijn ingeschoven, ingetrokken, in- of opgeklapt en/of deugdelijk vergrendeld | 300 | ||||||||||||||||||
P | 124 | d | – lading rust op een verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk welke niet is gerelateerd aan de functie van het verwisselbare uitrustingsstuk | 180 | ||||||||||||||||||
P | 124 | e | – het zicht op de verlichting, de retroreflectoren of de richtingaanwijzers door een verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk wordt belemmerd | 180 | ||||||||||||||||||
P | 124 | f | – het verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk dat voor of achter het voertuig meer dan 1 m uitsteekt niet is voorzien van een markering die aan de gestelde eisen voldoet | 180 | ||||||||||||||||||
P | 124 | g | – het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk dat voor of achter het voertuig meer dan 1 m uitsteekt, aan de zijkant niet is voorzien van een zijmarkeringslicht of een ambergele retroreflector of ambergele opvallende markering, die is aangebracht op een afstand van niet meer dan 1 m van de uiterste voor- of achterzijde | 180 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter het hart van de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (stootbalk uitsluitend cat 12, particulier gebruik), een overschrijding | 5.18.12 en 5.18.21 RV | |||||||||||||||||||||
P | 121 | j | – t/m 0,75 m | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||
P | 121 | k | – van meer dan 0,75 m | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | 270 | |||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de aan de achterzijde van het voertuig bevestigde meeneemheftruck meer dan 1,20Â m achter het voertuig uitsteekt of indien een verklaring is afgegeven dat de aslasten en de last onder de koppeling van het voertuig bij belading met uitsluitend de meeneemheftruck voldoen aan de wettelijke eisen meer dan 1,50Â m achter het voertuig uitsteekt | 5.18.12 lid 6 RV | |||||||||||||||||||||
P | 121 | l | – t/m 0,25 m | 360 | 360 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de lading van een samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen | 5.18.13 lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 130 | f | – meer dan 2 m achter de aanhangwagen en/of meer dan 5 m achter het hart van de achterste as van de aanhangwagen uitsteekt | 300 | ||||||||||||||||||
P | 130 | g | – meer dan 0,50 m voor de voorzijde van de bedrijfsauto uitsteekt | 180 | ||||||||||||||||||
P | 130 | h | – die meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt, aan de achterzijde niet is voorzien van een markering die voldoet aan de eisen | 180 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl het samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, met inbegrip van de lading dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen, langer is dan 20,75 m, een overschrijding | 5.18.13 lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 130 | i | – t/m 0,25 m | 360 | 360 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de lengte van het voertuig met inbegrip van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken meer bedraagt dan de maximum toegestane lengte van het voertuig, een overschrijding | 5.18.21a RV | |||||||||||||||||||||
P | 211 | a | – t/m 0,75 m | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 211 | b | – van meer dan 0,75 m | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl bij het voertuig dat is voorzien van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken | 5.18.21a RV | |||||||||||||||||||||
P | 211 | c | – de/het verwisselbare uitrustingsstuk(ken) niet zoveel mogelijk is/zijn ingeschoven, ingetrokken, in- of opgeklapt en/of deugdelijk vergrendeld | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||||
P | 211 | d | – lading rust op een verwisselbaar uitrustingsstuk die niet is gerelateerd aan de functie van het verwisselbare uitrustingsstuk | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 211 | e | – het zicht op de verlichting, de retroreflectoren of de richtingaanwijzers aan de achterzijde door een verwisselbaar uitrustingsstuk wordt belemmerd | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 211 | f | – het verwisselbaar uitrustingsstuk dat voor of achter meer dan 1 m het voertuig uitsteekt niet is voorzien van een markering die aan de gestelde eisen voldoet | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 211 | g | – de voertuigdelen en/of (het) verwisselbare gedragen uitrustingsstuk(ken) meer dan 3,50 m voor het hart van het stuurwiel uitste(ekt)(ken) | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||||
Lengte; ondeelbare lading | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de in lengte ondeelbare lading aan de voorzijde van een bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500Â kg, niet zijnde een kermis- of circusvoertuig, meer dan 4,30Â m voor het hart van de voorste as uitsteekt, een overschrijding | 5.18.13 RV | |||||||||||||||||||||
P | 130 | n | – t/m 0,25 m | 360 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de in lengte ondeelbare lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen | 5.18.13 RV | |||||||||||||||||||||
P | 130 | c | – voor de voorzijde van de aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, uitsteekt | 180 | 180 | |||||||||||||||||
P | 130 | d | – die meer dan 1 m voor of achter het voertuig uitsteekt aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de eisen voldoet | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de met in lengte ondeelbare lading beladen opleggertrekker en oplegger, met inbegrip van de lading, langer is dan 22 m, een overschrijding | 5.18.13 RV | |||||||||||||||||||||
P | 130 | ea | – t/m 0,25 m | 360 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de uitsteek van de in lengte ondeelbare lading achter het hart van de achterste as meer dan 0,5 maal de lengte van een bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500Â kg of een aanhangwagen en/of meer dan van 5Â m bedraagt of bij een oplegger de uitsteek van de lading achter het hart van de achterste as meer bedraagt dan 0,5 maal de afstand van hart koppeling tot de achterzijde en/of meer dan 5Â m bedraagt (categorie 12 en 13 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding | 5.18.13 RV | |||||||||||||||||||||
P | 131 | a | – t/m 0,25 m | 360 | 360 | 360 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 131 | f | de uitsteek van de in lengte ondeelbare lading achter het hart van de achterste as meer dan 0,5 maal de lengte van een aanhangwagen en/of meer dan 5Â m bedraagt of bij een oplegger de uitsteek van de lading achter het hart van de achterste as meer bedraagt dan 0,5 maal de afstand van hart koppeling tot de achterzijde en/of meer dan 5Â m (categorie 12 en 13 particulier gebruik) | 5.18.13 RV | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 131 | i | de in lengte ondeelbare lading bij een personenauto, een bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500Â kg of een driewielig motorrijtuig aan de voor- en/of achterzijde van het voertuig meer dan 1Â m uitsteekt | 5.18.13 RV | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de in lengte ondeelbare lading van het voertuig of samenstel van voertuigen | 5.18.21 RV | |||||||||||||||||||||
P | 210 | e | – meer dan 3,50 m voor het hart van het stuurwiel van het voertuig uitsteekt | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 210 | f | – meer dan 1 m voor en/of achter het voertuig uitsteekt, terwijl de voor- en/of achterzijde niet is voorzien van de vereiste markering | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 210 | g | – meer dan 5 m achter het hart van de achterste as van het voertuig uitsteekt | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
Afstand achteras trekkend voertuig / achterzijde voertuig | ||||||||||||||||||||||
P | 190 | c | als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de afstand van de achteras van het trekkende voertuig tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2,50Â m | 5.18.19, 5.18.27 RV | 180/120 | |||||||||||||||||
Breedte; lading | ||||||||||||||||||||||
Noot: De feitcodeserie P 141 geldt voor de categorieën 7, 8 en 14 voor alle lading. Bij deze categorieën wordt geen onderscheid gemaakt tussen deelbare en ondeelbare lading. Voor de overige categorieën betreft het uitsluitend deelbare lading. | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 140 | d | de lading of het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk die meer dan 0,10 m buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt, niet is voorzien van de vereiste markering (geldt niet voor lading op driewielige motorrijtuigen of voor lading op personenauto’s) | 5.18.14 lid 3 en 5.18.22 lid 2 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | ||||||||||
P | 140 | e | de lading meer dan 0,20Â m buiten de zijkant(en) van het voertuig uitsteekt (cat. 5; cat. 4 motor op 2 wielen) | 5.18.14 en 5.18.19 RV | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl het voertuig met inbegrip van de (deelbare) lading of verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk de maximum toegestane breedte overschrijdt, een overschrijding | 5.18.14 lid 1 en 5.18.22 RV | |||||||||||||||||||||
P | 141 | a | – t/m 0,20 m | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | |||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 260 | a | de bromfiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 1 m | 5.18.26 lid 1 RV | 120 | |||||||||||||||||
P | 260 | b | het voertuig met inbegrip van de lading breder is dan 2Â m (cat. 6 bromfiets > 2 wielen) | 5.18.26 lid 2 en 5.18.19 lid 2 RV | 120 | 180/- | ||||||||||||||||
P | 270 | a | de aangekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1 m | 5.18.27 en 5.18.29 RV | -/120 | 70 | ||||||||||||||||
P | 280 | a | de fiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 m | 5.18.28 lid 1 RV | 70 | |||||||||||||||||
P | 280 | b | de fiets op meer dan twee wielen of voorzien van een zijspanwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1,50 m | 5.18.28 lid 2 RV | 70 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl het voertuig met inbegrip van de lading | ||||||||||||||||||||||
P | 300 | a | – breder is dan 1,10 m | 5.18.30 lid 1 RV | 70 | 70 | ||||||||||||||||
P | 300 | b | – breder is dan 1,50 m | 5.18.30 lid 2 RV | 70 | |||||||||||||||||
P | 300 | c | – in bespannen toestand breder is dan 2,60 m of indien de lading bestaat uit losse veldgewassen breder is dan 3,50 m | 5.18.30 lid 3 RV | 100 | |||||||||||||||||
Hoogte | ||||||||||||||||||||||
P | 270 | b | als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de aangekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading hoger is dan 1 m | 5.18.19 en 5.18.27 RV | 180/120 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl het voertuig met inbegrip van de lading | ||||||||||||||||||||||
P | 300 | d | – hoger is dan 2 m | 5.18.30 lid 4 RV | 45 | 45 | ||||||||||||||||
P | 300 | e | – hoger is dan 4 m | 5.18.30 lid 5 RV | 140 | |||||||||||||||||
Massa | ||||||||||||||||||||||
Noot | ||||||||||||||||||||||
De onderstaande feiten, die betrekking hebben op de massa of de last onder wiel of as zijn niet van toepassing indien sprake is van beroepsmatig vervoer met een vrachtauto, in de zin van de Wet wegvervoer goederen, met een laadvermogen van meer dan 500Â kg. Hierop zijn de feitcodeseries E 850 t/m E 858 van toepassing. | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de op de kentekencard of het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde toegestane maximummassa (van het samenstel) wordt overschreden, een overschrijding met | 5.18.17a, b en c alle lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 171 | a | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 171 | b | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | 270 | |||||||||||||||
P | 171 | c | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | 400 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl geen toegestane maximummassa op de kentekencard, het kentekenbewijs of in het kentekenregister is vermeld dan wel de bedrijfsauto of bus niet in Nederland is geregistreerd en de massa of de som van de aslasten meer bedraagt dan: a. 50.000Â kg of bij een rijdend werktuig 60.000Â kg; b. de technisch toegestane maximummassa; c. vijfmaal de toegestane maximumlast onder de aangedreven as(sen); d. de uitkomst van de som: het vermogen van de motor in kW, gedeeld door 0,00368 kW/kg, een overschrijding met | 5.18.17a en b beide lid 2 en 3 RV | |||||||||||||||||||||
P | 171 | e | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | |||||||||||||||||
P | 171 | f | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | |||||||||||||||||
P | 171 | g | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de som van de aslasten van de middenasaanhangwagen of oplegger in combinatie met een positieve last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand meer bedraagt dan de toegestane maximummassa, een overschrijding met | 5.18.17c lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 171 | j | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 171 | k | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 171 | l | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl op de kentekencard of het kentekenbewijs van de middenasaanhangwagen of in het kentekenregister geen toegestane maximummassa is vermeld dan wel de middenasaanhangwagen niet in Nederland is geregistreerd en de massa of de som van de aslasten in combinatie met een positieve last onder de koppeling in beladen toestand meer bedraagt dan 20.000Â kg of meer bedraagt dan 24.000Â kg bij een middenasaanhangwagen die voorzien is van gasvering of als gelijkwaardig aangemerkte vering en is voorzien van drie assen, een overschrijding met | 5.18.17c lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 171 | n | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 171 | o | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 171 | p | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de massa niet op de voorgeschreven wijze kan worden vastgesteld en de massa meer bedraagt dan 750Â kg, een overschrijding met | 5.18.17c lid 3 RV | |||||||||||||||||||||
P | 171 | s | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 171 | t | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 171 | v | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de op het kentekenbewijs of de in het kentekenregister vermelde toegestane maximumlast van enige as of asstel wordt overschreden, een overschrijding met | 5.18.17d en e beide lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 172 | a | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 172 | b | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
P | 172 | c | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl geen waarde op de kentekencard, het kentekenbewijs van de bedrijfsauto, bus of dolly of in het kentekenregister is vermeld dan wel het voertuig niet in Nederland is geregistreerd en de getrokken massa of de som van de aslasten van de aanhangwagen of het samenstel van dolly en oplegger meer bedraagt dan in één van de in artikel 5.18.17g lid 2 RV voor dat voertuig van toepassing zijnde waarden, een overschrijding met | 5.18.17d en e beide lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 172 | e | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 172 | f | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
P | 172 | g | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl het voertuig zodanig is beladen dat de op de kentekencard, in het Nederlandse kentekenbewijs of de in het kentekenregister van de aanhangwagen vermelde toegestane maximumlast onder de koppeling wordt overschreden, een overschrijding met | 5.18.17f lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 172 | j | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 172 | k | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 172 | l | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de op de kentekencard, het kentekenbewijs van de bedrijfsauto, bus of dolly of de in het kentekenregister vermelde toegestane maximum te trekken massa van de aanhangwagen of het samenstel van dolly en oplegger wordt overschreden of de som van de aslasten meer bedraagt dan de vermelde toegestane maximum te trekken massa, een overschrijding met | 5.18.17g lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 172 | n | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 172 | o | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
P | 172 | p | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de getrokken massa of de som van de aslasten van de aanhangwagen of het samenstel van dolly en oplegger van het niet in Nederland geregistreerde voertuig meer bedraagt dan in één van de in artikel 5.18.17g lid 2 RV voor dat voertuig van toepassing zijnde waarden, een overschrijding met | 5.18.17g lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 173 | a | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 173 | b | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
P | 173 | c | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de toegestane maximumlast van enige as, de last onder de koppeling, de toegestane maximummassa of de som van de aslasten meer bedraagt dan de toegestane maximummassa, een overschrijding met | 5.18.17h lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 173 | e | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 173 | f | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 173 | g | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
P | 174 | als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl meer passagiers worden vervoerd dan op de kentekencard, het kentekenbewijs of in het kentekenregister, dan wel op de plaat als bedoeld in art. 5.3a.1 RV is vermeld of indien dit niet is vermeld het aantal passagiers meer bedraagt dan de toegestane maximummassa verminderd met de massa in rijklare toestand gedeeld door 68Â kg | 5.18.17h lid 2 RV | 490 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de totale massa of de som van de aslasten van de aanhangwagen meer bedraagt dan de maximummassa die volgt uit het op de koppeling van het trekkend voertuig (toegestane massa max. 3.500Â kg) aangebrachte identificatiekenmerk of goedkeuringsmerk, of indien zo'n merk niet aanwezig is, de massa meer bedraagt dan 750Â kg en meer dan de ledige massa van het trekkend motorvoertuig en meer dan de massa in rijklare toestand van het trekkend motorrijtuig, een overschrijding met | 5.18.18 RV | |||||||||||||||||||||
P | 180 | e | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | |||||||||||||||||
P | 180 | f | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | |||||||||||||||||
P | 180 | g | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 181 | a | de last onder de bestuurde as(sen) van een motorvoertuig (in beladen toestand) minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voertuig in beladen toestand | 5.18.24 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||
P | 181 | b | de last onder de bestuurde as(sen) van een gelede bus minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voorste deel van het motorrijtuig in beladen toestand | 5.18.18 lid 2 RV | 300 | |||||||||||||||||
P | 181 | c | de last onder de gestuurde as(sen), niet zijnde zelfsturende assen, van autonome aanhangwagens in beladen toestand (of samenstellen van dolly en oplegger in beladen toestand), minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de aanhangwagen in beladen toestand (of het samenstel van dolly en oplegger in beladen toestand) | 5.18.18 en 5.18.24 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 181 | d | de last onder de koppeling van opleggers in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de oplegger in beladen toestand | 5.18.18 lid 4 RV | 300 | |||||||||||||||||
P | 190 | b | de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van het trekkende voertuig | 5.18.19, 5.18.27 RV | 180/120 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de totale massa van a. de aanhangwagen met een bedrijfsrem of; b. de som van de aslasten van de autonome aanhangwagen met een bedrijfsrem of; c. de som van de aslasten of de aslast in combinatie met een positieve koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een bedrijfsrem; achter een personenauto meer bedraagt dan de laagste van in artikel 5.18.18a lid 1 RV vermelde waarden dan wel de massa meer bedraagt dan 3.500Â kg, een overschrijding met | 5.18.18a lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 185 | a | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | |||||||||||||||||
P | 185 | b | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | |||||||||||||||||
P | 185 | c | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de totale massa van a. de aanhangwagen zonder een bedrijfsrem of; b. de som van de aslasten van de autonome aanhangwagen zonder een bedrijfsrem of; c. de som van de aslasten of de aslast in combinatie met een positieve koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen zonder een bedrijfsrem; achter een personenauto meer bedraagt dan de laagste van in artikel 5.18.18a lid 2 RV vermelde waarden dan wel meer bedraagt dan 750Â kg, een overschrijding met | 5.18.18a lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 186 | a | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | |||||||||||||||||
P | 186 | b | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | |||||||||||||||||
P | 186 | c | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de op de constructieplaat vermelde technisch toegestane maximummassa van het voertuig wordt overschreden of de som van de aslasten van het voertuig in beladen toestand meer bedraagt dan de vermelde technisch toegestane maximummassa van het voertuig of het draagvermogen van de gemonteerde banden wordt overschreden (particulier gebruik), een overschrijding met | 5.18.25 lid 1 en 5.18.25b lid 1 en 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 250 | aa | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 250 | ab | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | 270 | |||||||||||||||
P | 250 | ac | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | 400 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de toegestane maximummassa of de som van de aslasten van het voertuig of samenstel in beladen toestand meer bedraagt dan: a. 50.000Â kg; b. de technisch toegestane maximummassa van het voertuig of samenstel; c. 18.000Â kg voor een twee-assige land- of bosbouwtrekker, of; d. 24.000Â kg voor een drie-assige land- of bosbouwtrekker; (particulier gebruik), een overschrijding met | 5.18.25 lid 2 en 3, 5.18.25a RV | |||||||||||||||||||||
P | 251 | aa | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 251 | ab | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | ||||||||||||||||
P | 251 | ac | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl bij de middenasaanhangwagen of oplegger de som van de aslasten van het voertuig in beladen toestand vermeerderd met de last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand, meer bedraagt dan de technisch toegestane maximummassa en/of het draagvermogen van de gemonteerde banden (particulier gebruik), een overschrijding met | 5.18.25b lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 252 | aa | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 252 | ab | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 252 | ac | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de toegestane maximummassa niet op de voorgeschreven wijze kan worden vastgesteld en de daardoor voor deze aanhangwagen of verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk geldende toegestane maximum wiellast van 5.000Â kg wordt overschreden, een overschrijding met | 5.18.25b lid 3 RV | |||||||||||||||||||||
P | 253 | aa | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | ||||||||||||||||||
P | 253 | ab | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | ||||||||||||||||||
P | 253 | ac | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de (op de constructieplaat vermelde) technische toegestane maximumlast onder de as of het asstel wordt overschreden (of het draagvermogen van de gemonteerde banden) wordt overschreden (particulier gebruik), een overschrijding met | 5.18.25c lid 1, 5.18.25d lid 1 en 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 254 | aa | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 254 | ab | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | 270 | |||||||||||||||
P | 254 | ac | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | 400 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de toegestane maximumlast onder de as meer bedraagt dan: a. 10.000 kg voor een niet-aangedreven as of 11.500 kg voor een aangedreven as of; b. de toegestane maximumlast onder de as van een motorrijtuig met beperkte snelheid meer bedraagt dan 12.000 kg of; c. de toegestane maximumlast van de landbouw- of bosbouwaanhangwagens of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk onder een pendelas meer bedraagt dan 13.000 kg of de last onder één of beide assen meer bedraagt dan 6.500 kg; (particulier gebruik), een overschrijding met | 5.18.25c lid 2, 3 en 4 RV | |||||||||||||||||||||
P | 255 | aa | – meer dan 10% t/m 25% | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||||
P | 255 | ab | – meer dan 25% t/m 50% | 270 | 270 | 270 | 270 | |||||||||||||||
P | 255 | ac | – meer dan 50% t/m 75% | 400 | 400 | 400 | 400 | |||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan 12.000Â kg meer bedraagt dan 1,5 maal de som van aslasten van het trekkend motorvoertuig, een overschrijding met | 5.18.31 RV | |||||||||||||||||||||
P | 310 | a | – meer dan 10% t/m 25% | 300 | ||||||||||||||||||
P | 310 | b | – meer dan 25% t/m 50% | 450 | ||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 310 | e | de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een massa van niet meer dan 750Â kg meer bedraagt dan 50Â kg dan wel niet neerwaarts is gericht | 5.18.31 RV | 180 | |||||||||||||||||
P | 310 | f | de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een toegestane massa van meer dan 750Â kg of de aanhangwagen met stijve dissel minder bedraagt dan 1% van de toegestane maximummassa van dat voertuig (de koppelingsdruk behoeft niet meer dan 50Â kg te bedragen) | 5.18.31 RV | 180 | |||||||||||||||||
2 – Ophanging | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 320 | de banden op één as niet dezelfde maataanduiding hebben vanwege het gebruik van een nood- of reservewiel en de rijsnelheid en het rijgedrag niet zijn aangepast aan de door de fabrikant voor dat nood- of reservewiel vastgestelde voorschriften | 5.18.32 RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 321 | de banden van het motorvoertuig voorzien zijn van sneeuwkettingen die bestaan uit metalen elementen | 5.18.32a RV | 300 | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
3 – Reminrichting | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 330 | a | de aanhangwagen, niet is voorzien van een reminrichting, terwijl de totale massa hoger is dan de helft van de massa in rijklare toestand van het trekkend voertuig | 5.18.33 RV | 300 | |||||||||||||||||
P | 340 | a | de aanwezige reminrichting van de aanhangwagen niet in werking treedt bij het bedienen van de bedrijfsrem van het trekkend voertuig | 5.18.34 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | |||||||||||||||
P | 340 | b | de losbreekreminrichting niet op de vereiste wijze met een vast deel van het trekkend voertuig of inrichting aan de trekhaak is verbonden | 5.18.34 lid 2 RV | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
P | 340 | c | zonder dat de aanhangwagen en het trekkend voertuig, terwijl deze zijn uitgerust met een ABS- of EBS-systeem, via de ISO 7638 stekkers met elkaar zijn verbonden | 5.18.34 lid 3 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
P | 340 | d | het samenstel van voertuigen bestaande uit een bedrijfsauto en dolly met oplegger niet alle zijn voorzien van een EBS-remsysteem | 5.18.34 lid 4 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
P | 340 | e | de dolly van een samenstel van voertuigen bestaande uit een bedrijfsauto en dolly met oplegger is voorzien van een voertuigstabiliteitssysteem maar beschikt niet tevens over een voorziening die de remmen van de getrokken oplegger automatisch activeert zodra het voertuigstabiliteitssysteem van de dolly ingrijpt | 5.18.34 lid 5 RV | 300 | 300 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 350 | a | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||||
P | 350 | b | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 450 | 450 | 450 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 1 RV | |||||||||||||||||||||
P | 350 | f | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 490 | 490 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 2 RV | |||||||||||||||||||||
P | 351 | a | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 300 | 300 | 300 | ||||||||||||||||
P | 351 | b | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 450 | 450 | 450 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 352 | het dubbel uitgevoerde rempedaal niet is gekoppeld | 5.18.35a RV | 180 | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 360 | de parkeerrem het samenstel op een helling van 10% niet in stilstand kan houden | 5.18.36 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 | ||||||||||||
4 – Verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 370 | een aanhangwagen wordt voortbewogen zonder dat iedere zijkant van het trekkend voertuig is voorzien van een zijrichtingaanwijzer | 5.18.37 RV | 120 | 120 | 120 | 120 | |||||||||||||||
P | 380 | de verlichtingsinstallatie van de aanhangwagen niet zodanig functioneert, dat de functies van de verlichting en de lichtsignalen overeenkomen met die van het trekkend voertuig | 5.18.38 lid 1 RV | 180 | 180 | 180 | 180/120 | 70 | ||||||||||||||
P | 382 | de verlichtingsinstallatie van het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk of de lastdrager niet zodanig functioneert dat de functies van verlichting en lichtsignalen op het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk of de lastdrager overeenstemmen met die van het voertuig | 5.18.38 lid 2 RV | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 | |||||||||||||
5 – Verbinding tussen voertuigen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 540 | de aanhangwagen of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk niet middels een deugdelijke koppeling zodanig met het trekkend voertuig is verbonden dat zijdelings uitwijken van de aanhangwagen of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk zoveel mogelijk wordt voorkomen | 5.18.54 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | ||||||||||||||
P | 541 | de aanhangwagen of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk niet middels een enkele, passende en geschikte koppeling die niet kan lostrillen geborgd is | 5.18.54 lid 1 RV | 300 | 300 | 300 | 300/210 | 120 | ||||||||||||||
P | 550 | het bewegen van de aanhangwagen ten opzichte van het trekkend voertuig in een uiterste stand tot 90 graden wordt begrensd door delen van de reminrichting, de elektrische installatie, de koppeling of, indien aanwezig, de hulpkoppeling of besturingsonderdelen | 5.18.55 RV | 120 | 120 | |||||||||||||||||
P | 560 | a | het trekoog of de kogelkoppeling van de gekoppelde aanhangwagen niet nagenoeg horizontaal ligt op een horizontaal wegdek | 5.18.56 lid 1 RV | 180 | 180 | ||||||||||||||||
P | 560 | c | geen hoekverdraaiing van de opleggerschotel naar boven en naar beneden mogelijk is indien het samenstel van opleggertrekker en oplegger of het samenstel van dolly en oplegger zich op een horizontaal wegdek bevindt | 5.18.56 lid 3 RV | 120 | |||||||||||||||||
P | 570 | de hulpkoppeling niet op de vereiste wijze met een vast deel van het trekkend voertuig of inrichting aan de trekinrichting is verbonden | 5.18.57 RV | 120 | 120 | |||||||||||||||||
P | 590 | de gekoppelde aanhangwagen niet goed is verbonden | 5.18.59 RV | 70 | ||||||||||||||||||
6 – Diversen | ||||||||||||||||||||||
als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden terwijl | ||||||||||||||||||||||
P | 600 | de drie- of meerwielige bromfiets met carrosserie aan de achterzijde niet voorzien is van het vereiste ronde bord of vlak met de aanduiding 45 | 5.18.60 lid 1 RV | 80 | ||||||||||||||||||
P | 601 | de afsleepas niet voldoet aan de in artikel 5.18.62, lid 1 en 2, gestelde eisen | 5.18.62 lid 1 en 2 RV | 300 | ||||||||||||||||||
P | 602 | aan de achterzijde van het door de afsleepas gesleepte voertuig geen lichtbalk is geplaatst die is aangesloten op de verlichting van het trekkende voertuig met ten minste twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers | 5.18.62 lid 3 RV | 180 |