Einde inhoudsopgave
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
Artikel 8 Landelijke cliëntenraad
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
21-05-2012, Stb. 2012, 224 (uitgifte: 30-05-2012, kamerstukken: 33065)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2012, Stb. 2012, 251 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Bestuur
1.
Er is een landelijke cliëntenraad.
2.
De landelijke cliëntenraad bestaat uit negen vertegenwoordigers van landelijke cliëntenorganisaties, drie afgevaardigden uit elk van de overleggen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, alsmede uit drie afgevaardigden uit de cliëntenparticipatie bij de gemeenten. De afgevaardigden betreffen personen of vertegenwoordigers van personen die als cliënt betrokken zijn bij de uitvoering van de taken van het desbetreffende bestuursorgaan.
3.
De landelijke cliëntenraad heeft tot taak periodiek, doch ten minste eenmaal per jaar, te overleggen met:
- a.
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank, de gemeenten en Onze Minister over de vormgeving en realisatie van cliëntenparticipatie bij de desbetreffende organen;
- b.
Onze Minister over voorstellen van de landelijke cliëntenraad inzake beleidsvragen op het gebied van werk en inkomen.
4.
De landelijke cliëntenraad heeft een secretariaat en vervult zijn taak met de middelen die hem door Onze Minister ter beschikking worden gesteld.
5.
De landelijke cliëntenraad krijgt alle informatie van de in het derde lid genoemde instanties, voor zover hij deze voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de financiering, de werkwijze en de ondersteuning van de landelijke cliëntenraad.