Einde inhoudsopgave
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992
Artikel 10a [Bepaling vermindering aan hand van tabel]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2021, 652 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35928)
16-12-2020, Stb. 2020, 540 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35572)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2021, 652 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35928)
16-12-2020, Stb. 2020, 540 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35572)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
1.
In afwijking van artikel 10, tweede lid, wordt de vermindering, bedoeld in artikel 10, eerste lid, vastgesteld overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen regels, indien voor het gebruikte motorrijtuig een teruggaaf als bedoeld in artikel 14a, eerste of tweede lid, of artikel 16 is of kan worden aangevraagd met het oogmerk dat voor het motorrijtuig een herinschrijving plaatsvindt dan wel het motorrijtuig feitelijk ter beschikking komt te staan van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, als bedoeld in artikel 1, achtste lid.
2.
Het oogmerk, bedoeld in het eerste lid, wordt geacht aanwezig te zijn geweest indien de belasting ingevolge artikel 1, zevende of achtste lid, wordt verschuldigd binnen zes maanden na het tijdstip waarop de tenaamstelling is beëindigd dan wel het tijdstip waarop het motorrijtuig niet langer feitelijk ter beschikking staat, tenzij degene van wie de belasting wordt geheven aannemelijk maakt dat dit oogmerk op dat tijdstip ontbrak.