Einde inhoudsopgave
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Artikel 75 [Vernietiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2006
- Bronpublicatie:
19-02-2005, Stb. 2005, 184 (uitgifte: 07-04-2005, kamerstukken: 29650)
- Inwerkingtreding
01-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2006, Stb. 2006, 41 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een kwekersrecht wordt door de rechter vernietigd:
- a.
indien blijkt, dat het ras op het tijdstip van verlening van het kwekersrecht niet nieuw was;
- b.
indien blijkt dat het ras op het tijdstip van verlening van het kwekersrecht niet onderscheidbaar was als bedoeld in artikel 49, vierde lid;
- c.
indien — in het geval dat de verlening van het kwekersrecht in hoofdzaak is gebaseerd op door de kweker verstrekte inlichtingen en bescheiden — blijkt dat op het tijdstip van die verlening het ras niet homogeen dan wel niet bestendig was als bedoeld in artikel 49, vijfde en zesde lid;
- d.
indien het kwekersrecht is verleend aan een persoon die daartoe ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet niet gerechtigd is, tenzij het kwekersrecht wordt overgedragen aan de persoon die daartoe wel gerechtigd is.
2.
De vernietiging kan te allen tijde door iedere belanghebbende en door of namens Onze Minister worden gevorderd.
3.
De dagvaarding wordt op verzoek van de eiser in het rassenregister ingeschreven.
4.
Vernietiging van een kwekersrecht ontneemt aan het kwekersrecht en aan de rechten, die daaruit zijn afgeleid, alle verdere rechtsgevolgen.