Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 28 [Beleggingsinstellingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
04-12-2013, Stcrt. 2013, 34549 (uitgifte: 11-12-2013, regelingnummer: FM/2013/2124M)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2013, Stcrt. 2013, 34549 (uitgifte: 11-12-2013, regelingnummer: FM/2013/2124M)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
Beleggingsinstellingen en icbe's die zijn opgericht door een financiële onderneming die in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, beleggingsinstellingen en icbe's die een beheerder hebben die tot dezelfde groep behoort als een zodanige financiële onderneming en beleggingsinstellingen en icbe's waarvan de deelnemingsrechten door tussenkomst van een zodanige financiële onderneming aan het publiek worden aangeboden, zijn vrijgesteld van artikel 3:7, eerste lid, van de wet, indien:
- a.
zij een beleggingsmaatschappij of maatschappij voor collectieve belegging in effecten zijn en de financiële onderneming, bedoeld in de aanhef, of de beheerder, bedoeld in de aanhef, het dagelijks beleid van de beleggingsmaatschappij of maatschappij voor collectieve belegging in effecten bepaalt;
- b.
zij een beleggingsinstelling of icbe zijn en de financiële onderneming, bedoeld in de aanhef, of de beheerder, bedoeld in de aanhef, de beheerder van de beleggingsinstelling of icbe is;
- c.
zij een beleggingsinstelling of icbe zijn waarvan de deelnemingsrechten door tussenkomst van de financiële onderneming, bedoeld in de aanhef, aan het publiek worden aangeboden en die financiële onderneming daartoe een overeenkomst heeft gesloten met de beleggingsinstelling of icbe, of met de beheerder van die beleggingsinstelling of icbe;
- d.
zij de naam van de financiële onderneming in hun naam voeren; en
- e.
uit hun naam duidelijk blijkt dat het om een beleggingsinstelling of icbe gaat.