Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 132
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere geïnterneerde zal door de gevangenhoudende Mogendheid in vrijheid worden gesteld zodra de redenen welke tot zijn internering hebben geleid, niet meer bestaan.
2.
Bovendien zullen de Partijen bij het conflict er naar streven gedurende de vijandelijkheden overeenkomsten te sluiten voor de invrijheidstelling, repatriëring, terugkeer naar de woonplaats of onderbrenging op onzijdig gebied van bepaalde categorieën van geïnterneerden, in het bijzonder kinderen, zwangere vrouwen en moeders met zuigelingen en jonge kinderen, gewonden en zieken of geïnterneerden die een langdurige gevangenschap hebben ondergaan.