Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2010
- Bronpublicatie:
07-10-2010, PbEU 2010, L 268 (uitgifte: 12-10-2010, regelingnummer: 904/2010)
- Inwerkingtreding
01-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, PbEU 2010, L 268 (uitgifte: 12-10-2010, regelingnummer: 904/2010)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
1.
Elke lidstaat wijst één centraal verbindingsbureau aan dat bij delegatie de primaire verantwoordelijkheid draagt voor de contacten met de andere lidstaten op het gebied van de administratieve samenwerking. Hij stelt de Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis. Het centrale verbindingsbureau kan tevens worden aangewezen als het bureau dat verantwoordelijk is voor de contacten met de Commissie.
2.
De bevoegde autoriteit van elke lidstaat kan verbindingsdiensten aanwijzen. Het is de taak van het centrale verbindingsbureau om een lijst van deze diensten bij te houden en ervoor te zorgen dat deze lijst voor de centrale verbindingsbureaus van de andere betrokken lidstaten toegankelijk is.
3.
Daarnaast kan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat onder de door haar bepaalde voorwaarden bevoegde ambtenaren aanwijzen die op grond van deze verordening rechtstreeks inlichtingen kunnen uitwisselen. Wanneer zij dat doet, kan zij het bereik van deze aanwijzing beperken. Het is de taak van het centrale verbindingsbureau om de lijst van deze ambtenaren bij te houden en deze lijst aan de centrale verbindingsbureaus van de andere betrokken lidstaten beschikbaar te stellen.
4.
Ambtenaren die uit hoofde van de artikelen 28, 29 en 30 inlichtingen uitwisselen, worden in elk geval daartoe als bevoegde ambtenaren beschouwd, overeenkomstig de door de bevoegde autoriteiten bepaalde voorwaarden.