Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
78.6 Koersverschillen bij internationale invordering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
21-12-2021, Stcrt. 2021, 50949 (uitgifte: 29-12-2021, regelingnummer: 2021 – 239396)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2021, Stcrt. 2021, 50949 (uitgifte: 29-12-2021, regelingnummer: 2021 – 239396)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
De ontvanger gaat bij de invordering van een bedrag, dat op verzoek van een bevoegde autoriteit van een staat met een andere valuta dan die van Nederland, uit van de wisselkoers die gold op de datum waarop het oorspronkelijke verzoek door de verzoekende autoriteit is verzonden. Dit geldt eveneens voor een bevoegde autoriteit als de ontvanger een verzoek om bijstand bij de invordering bij hem indient met een andere valuta dan die van Nederland.1.
Eventuele verschillen tussen het bedrag waarvoor om bijstand in de invordering is verzocht en het uiteindelijk ingevorderde bedrag, als gevolg van wisselkoersschommelingen tussen de wisselkoers die gold op het tijdstip van verzending van het verzoek en het tijdstip van ontvangst van de gelden, worden door de ontvanger niet in aanmerking genomen.
Dit betekent voor de uitvoering het volgende. Als het ingevorderde bedrag gelijk is aan het bedrag van bovengenoemde wisselkoers, dan wordt het totale bedrag van de schuldvordering geacht te zijn ingevorderd. Dit geldt zowel in de situatie dat de ontvanger zelf een verzoek om bijstand in de invordering heeft gedaan, als in de situatie dat de ontvanger op verzoek van een andere staat een bedrag invordert.
Voetnoten
Zie artikel 18, tweede lid, Verordening 1189/2011/EU en artikel 24, paragraaf 1, sub paragraaf 250 van de Commentary on the provisions of the convention (Wabb-verdrag) en paragraaf 2.3, sub paragraaf 104 van de OECD Manual on the Implementation of Assistance Collection.