Einde inhoudsopgave
Erfgoedwet
Artikel 8.7 Bijzondere bepalingen voor toezicht op beheer collecties
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
09-12-2015, Stb. 2015, 511 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken: 34109)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2015, Stb. 2016, 14 (uitgifte: 12-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister wie het aangaat, een college van staat of een instelling die museale cultuurgoederen van de Staat beheert, verstrekt desgevraagd de inlichtingen die de toezichthouders, bedoeld in artikel 8.3, voor de uitoefening van het toezicht nodig hebben.
2.
Onze Minister wie het aangaat, een college van staat of een instelling verleent de toezichthouders toegang tot de museale cultuurgoederen van de Staat in beheer en verleent hen desgevraagd inzage in alle daartoe bijgehouden administraties, documenten en andere informatiedragers.
3.
De toezichthouders melden hun bevindingen aan Onze Minister wie het aangaat, een college van staat of een instelling en geven daarbij zo nodig aan welke voorzieningen naar hun oordeel dienen te worden getroffen ten behoeve van het beheer.
4.
De toezichthouders leggen periodiek een samenvatting van de bevindingen, bedoeld in het derde lid, over aan Onze Minister.
5.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een instelling die op grond van artikel 2.8 is belast met de zorg voor het beheer van andere cultuurgoederen.