Einde inhoudsopgave
Wet agrarisch grondverkeer
Artikel 39
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De aanwijzing, bedoeld in artikel 37, derde lid, vermeldt, onder verwijzing naar een bijgevoegde kadastrale kaart, ten aanzien van de onroerende zaken waarop zij betrekking heeft, de kadastrale aanduiding daarvan, de grootte van elk der desbetreffende percelen volgens de basisregistratie kadaster en, indien een in de aanwijzing opgenomen onroerende zaak een gedeelte van een perceel uitmaakt, bovendien de grootte van dat gedeelte.
2.
Het bureau doet mededeling van de aanwijzing, bedoeld in artikel 37, derde lid, aan iedere eigenaar van de in de aanwijzing begrepen gronden, alsmede aan iedere rechthebbende op een beperkt recht waaraan die gronden zijn onderworpen. Deze mededeling bevat een beschrijving van de betekenis van de aanwijzing. Indien de gronden niet langer begrepen zijn in een aanwijzing als bedoeld in artikel 37, derde lid, dan wel indien het bepaalde in artikel 37, vijfde of zesde lid, zich voordoet, doet het bureau hiervan op overeenkomstige wijze mededeling.
3.
De aanwijzing, bedoeld in artikel 37, derde lid, treedt in werking een week na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.