Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 407/2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme
Artikel 3 Procedure
Geldend
Geldend vanaf 08-08-2015
- Bronpublicatie:
04-08-2015, PbEU 2015, L 210 (uitgifte: 07-08-2015, regelingnummer: 2015/1360)
- Inwerkingtreding
08-08-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-08-2015, PbEU 2015, L 210 (uitgifte: 07-08-2015, regelingnummer: 2015/1360)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De lidstaat die om financiële bijstand van de Unie verzoekt, bespreekt met de Commissie, in contact met de Europese Centrale Bank (ECB), een evaluatie van zijn financiële behoeften en legt aan de Commissie en het Economisch en Financieel Comité een ontwerp van een economisch en financieel aanpassingsprogramma over.
2.
De financiële bijstand van de Unie wordt verleend bij een besluit dat wordt vastgesteld door de Raad, handelend met gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de Commissie.
2 bis.
Indien de begunstigde lidstaat een lidstaat is die de euro als munt heeft, wordt de financiële bijstand van de Unie uitsluitend verleend indien wettelijk bindende bepalingen zijn vastgesteld, waarbij een op dat doel gerichte regeling voorafgaand aan de uitbetaling is goedgekeurd, die garanderen dat de lidstaten die niet de euro als munt hebben, onmiddellijk en volledig worden gecompenseerd voor elke verplichting die eventueel voortvloeit uit het feit dat de begunstigde lidstaat de financiële bijstand niet in overeenstemming met de daaraan verbonden voorwaarden terugbetaalt.
Passende maatregelen worden getroffen om te vermijden dat lidstaten die niet de euro als munt hebben, worden overgecompenseerd indien instrumenten ter bescherming van de algemene begroting van de Unie, met inbegrip van de invordering van schulden, worden geactiveerd, indien nodig door verrekening in de tijd van te ontvangen bedragen en van betalingen.
3.
Het besluit tot toekenning van een lening bevat de volgende elementen:
- a)
het bedrag, de gemiddelde looptijd, de prijsbepalingsformule, het maximumaantal tranches, de beschikbaarheidsperiode van de financiële bijstand van de Unie en de overige gedetailleerde regels die voor de tenuitvoerlegging van de bijstand zijn vereist;
- b)
de algemene economische beleidsvoorwaarden die aan de financiële bijstand van de Unie verbonden zijn en waarmee wordt beoogd wederom een gezonde economische of financiële situatie in de begunstigde lidstaat tot stand te brengen en zijn vermogen te herstellen om zichzelf op de financiële markten te financieren; deze voorwaarden zullen door de Commissie in overleg met de ECB worden bepaald; en
- c)
de goedkeuring van het aanpassingsprogramma dat door de begunstigde lidstaat is opgesteld om te voldoen aan de economische voorwaarden die aan de financiële bijstand van de Unie zijn verbonden.
4.
Het besluit tot toekenning van een kredietlijn bevat de volgende elementen:
- a)
het bedrag, de vergoeding voor de beschikbaarstelling van de kredietlijn, de prijsbepalingsformule die op de vrijgave van de middelen van toepassing is en de beschikbaarheidsperiode van de financiële bijstand van de Unie, en de overige gedetailleerde regels die voor de tenuitvoerlegging van de bijstand zijn vereist;
- b)
de algemene economische beleidsvoorwaarden die aan de financiële bijstand van de Unie verbonden zijn en waarmee wordt beoogd wederom een gezonde economische of financiële situatie in de begunstigde lidstaat tot stand te brengen; deze voorwaarden zullen door de Commissie in overleg met de ECB worden bepaald; en
- c)
de goedkeuring van het aanpassingsprogramma dat door de begunstigde lidstaat is opgesteld om te voldoen aan de economische voorwaarden die aan de financiële bijstand van de Unie zijn verbonden.
5.
De Commissie en de begunstigde lidstaat sluiten een memorandum van overeenstemming waarin de door de Raad gestelde algemene economische beleidsvoorwaarden worden gepreciseerd. De Commissie deelt het memorandum van overeenstemming mee aan het Europees Parlement en de Raad.
6.
De Commissie onderwerpt, in overleg met de ECB, de in lid 3, onder b), en lid 4, onder b), bedoelde algemene economische beleidsvoorwaarden ten minste om de zes maanden aan een nieuw onderzoek en bespreekt met de begunstigde lidstaat welke wijzigingen in zijn aanpassingsprogramma noodzakelijk kunnen blijken.
7.
De Raad, handelend met gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de Commissie, besluit over de eventuele aanpassingen die in de oorspronkelijk vastgestelde algemene economische beleidsvoorwaarden moeten worden aangebracht en keurt het herziene aanpassingsprogramma dat door de begunstigde lidstaat wordt opgesteld, goed.
8.
Als een van economische beleidsvoorwaarden afhankelijk gestelde financiering van buiten de Unie wordt overwogen, met name van het IMF, overlegt de betrokken lidstaat eerst met de Commissie. De Commissie gaat na welke mogelijkheden in het kader van het mechanisme voor financiële ondersteuning van de Unie ter beschikking staan, en of de beoogde economische beleidsvoorwaarden verenigbaar zijn met de verbintenissen die de betrokken lidstaat is aangegaan met het oog op de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen en besluiten van de Raad die op grond van de artikelen 121, 126 en 136 VWEU zijn vastgesteld. De Commissie stelt het Economisch en Financieel Comité in kennis.