Einde inhoudsopgave
Waarborgwet 2019
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
22-05-2019, Stb. 2019, 209 (uitgifte: 12-06-2019, kamerstukken: 35075)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2020, Stb. 2020, 205 (uitgifte: 25-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Indien op basis van artikel 7, eerste lid, van de Waarborgwet 1986, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 4, eerste lid, een rechtspersoon is aangewezen, wordt die aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 4, eerste lid.
2.
Indien op basis van artikel 52, eerste lid, van de Waarborgwet 1986, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 36, eerste lid, ambtenaren zijn aangewezen, wordt die aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 36, eerste lid.
3.
Indien op basis van artikel 7e van de Waarborgwet 1986, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 4, achtste lid, door Onze Minister regels zijn gesteld, worden die regels voor de duur daarvan aangemerkt als regels als bedoeld in artikel 4, achtste lid.
4.
Ingevolge wettelijke voorschriften tot stand gekomen meestertekens of invoertekens worden voor de duur van hun registratie aangemerkt als een verantwoordelijkheidsteken in de zin van artikel 1.
5.
De op het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet aanhangige aanvragen tot, verzoeken om of bezwaren tegen besluiten op grond van Waarborgwet 1986 worden met ingang van dat tijdstip aangemerkt als aanvragen tot, verzoeken om of bezwaren tegen besluiten op grond van deze wet.