Einde inhoudsopgave
Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren
Artikel 22 Overgangsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2003. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
26-08-2003, Stb. 2003, 348 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2003, terugwerkend tot: 01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-08-2003, Stb. 2003, 348 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Juridische beroepen / Algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Ontslaguitkeringen die aan de betrokkene zijn toegekend krachtens artikel 39, tweede lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren zoals dat luidde vóór het tijdstip van aanvang van fase 2, bedoeld in artikel 53 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, blijven gehandhaafd voor de duur van de uitkering.
2.
De rechterlijk ambtenaar die voor of op 31 december 1999 in tijdelijke dienst is aangesteld en die tot de datum van ontslag, die ligt op of na 1 januari 2001, onafgebroken in tijdelijke dienst is geweest, heeft recht op een aanvullende uitkering overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 2.