Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. in verband met het totstandbrengen van onder meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra
Artikel VI Intrekking OISOVSO; overgangsbepaling
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Vervallen.
2.
Vervallen.
3.
Met ingang van het jaar 1989 ontvangt het bevoegd gezag van een bijzondere school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs dan wel voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een bijzondere speciale school voor basisonderwijs, gevestigd in gebouwen bedoeld in artikel 205 van de Lager-onderwijswet 1920 en in artikel 184 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 (Stb. 1978, 582), jaarlijks van de gemeente een vergoeding per lokaal.
4.
Burgemeester en wethouders kunnen de jaarlijkse vergoeding bedoeld in het derde lid, vervangen door een uitkering ineens, indien het bevoegd gezag dat eigenaar is van de voor vergoeding in aanmerking komende gebouwen, dit verzoekt.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven omtrent de uitvoering van het derde lid. Deze algemene maatregel van bestuur bepaalt tevens de verplichtingen van het bevoegd gezag ten opzichte van de gemeente, indien de gebouwen bedoeld in het derde lid, niet meer voor het geven van speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of basisonderwijs worden gebruikt.
6.
Geschillen tussen de gemeente en het bevoegd gezag over de toepassing van het bij of krachtens dit artikel bepaalde, worden onderworpen aan de beslissing van gedeputeerde staten, tenzij het geschillen betreft ter zake van gebouwen als bedoeld in artikel 184 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, welke geschillen worden onderworpen aan de beslissing van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
7.
De algemene maatregel van bestuur die op grond van artikel E24, vierde lid, van de Overgangswet ISOVSO tot stand is gekomen, geldt met ingang van 1 augustus 1998 als algemene maatregel van bestuur, gebaseerd op het vijfde lid.