Einde inhoudsopgave
Vuurwerkbesluit
Artikel 1.3.1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2022, Stb. 2022, 291 (uitgifte: 11-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Degene die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik bedrijfsmatig binnen het grondgebied van Nederland brengt, draagt ervoor zorg dat:
- a.
op de verpakking waarin het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zich tijdens het vervoer bevinden, is aangeduid de klasse waarin het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik volgens bijlage A bij de ADR zijn ingedeeld als vuurwerk, en de aanduiding van de klasse overeenstemt met de eigenschappen van dat verpakte vuurwerk,
- b.
het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik vergezeld gaan van een door of namens hem opgestelde schriftelijke verklaring waarin per transportverpakking is aangeduid volgens welke klasse het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik ingevolge onderdeel a zijn ingedeeld en waarin hij verklaart dat de aanduiding van die klasse overeenstemt met de eigenschappen van de verpakte artikelen,
- c.
aan degene aan wie hij het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik na het binnen het grondgebied van Nederland te hebben gebracht ter beschikking stelt, een schriftelijke verklaring als bedoeld onder b wordt afgegeven.
2.
Het eerste lid, onder c , is niet van toepassing op vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik waarvan op het moment dat deze artikelen binnen het grondgebied van Nederland worden gebracht, naar het oordeel van Onze Minister genoegzaam wordt aangetoond dat zij binnen 48 uur weer buiten het grondgebied van Nederland zullen worden gebracht. Indien sprake is van het met een omgevingsvergunning opslaan van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, onder i, van het Besluit activiteiten leefomgeving, in containers voor vervoer op een locatie op een haventerrein van de zeehaven van Amsterdam, Eemshaven, Rotterdam of Vlissingen, wordt in plaats van ‘48 uur’ gelezen: twee weken.