Einde inhoudsopgave
Regeling zorgverzekering
Artikel 2.46 [Verschillende toedieningssterkten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Bronpublicatie:
01-09-2005, Stcrt. 2005, 171 (uitgifte: 05-09-2005, regelingnummer: Z/VV-2611957)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2005, Stcrt. 2005, 171 (uitgifte: 05-09-2005, regelingnummer: Z/VV-2611957)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
Indien van een geneesmiddel verschillende toedieningssterkten bestaan, wordt de vergoedingslimiet, berekend overeenkomstig de artikelen 2.41 tot en met 2.45, voor het geneesmiddel met de kleinste toedieningssterkte gecorrigeerd door de ongecorrigeerde vergoedingslimiet te vermenigvuldigen met 2/10 maal het quotiënt van de referentiehoeveelheid en de kleinste toedieningssterkte van dat geneesmiddel, vermeerderd met 8/10.
2.
Voor geneesmiddelen die voor andere leeftijdscategorieën dan volwassenen zijn bestemd, is de referentiehoeveelheid de hoeveelheid die voorkomt in het preparaat van de hoogste hoeveelheid van die andere leeftijdscategorieën.
3.
De dimensie van de referentiehoeveelheid moet gelijk zijn aan de dimensie van de kleinste toedieningsvorm.
4.
Bij geneesmiddelen als bedoeld in de artikelen 2.40, vijfde lid, en 2.41, zesde lid, blijven het eerste tot en met het derde lid buiten toepassing.