Einde inhoudsopgave
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 10 Tarieven college
Geldend
Geldend vanaf 21-11-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2013
- Bronpublicatie:
06-11-2013, Stb. 2013, 459 (uitgifte: 20-11-2013, kamerstukken: 33490)
- Inwerkingtreding
21-11-2013, terugwerkend tot: 01-09-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-2013, Stb. 2013, 459 (uitgifte: 20-11-2013, kamerstukken: 33490)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
1.
Het college stelt zijn tarieven vast in verband met de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde wettelijke taken. Het tarief omvat een jaarlijkse bijdrage ten laste van de houder van een toelating voor ieder toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat op 1 februari is opgenomen in het register van het college.
2.
De tarieven, bedoeld in het eerste lid, bedragen niet meer dan nodig is ter dekking van de gemaakte kosten in verband met de verrichte activiteiten.
3.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld over het maximumtarief of de maximale verhoging per jaar, alsmede voor gewasbeschermingsmiddelen over een verlaging van het tarief voor bepaalde vormen van toelating, bepaalde activiteiten en bepaalde groepen aanvragers van een toelating, overeenkomstig artikel 74, tweede lid, van verordening (EG) 1107/2009.
4.
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de tarieven bedoeld in artikel 80, tweede lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012.