Einde inhoudsopgave
Procesreglement Civiel Jeugdrecht
Bijlage C Toelichting Procesreglement Civiel Jeugdrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Wijzigingen ten opzichte van eerdere teksten gelden slechts voor nadien aangevangen procedures en wat lopende procedures betreft voor de proceshandelingen die nadien nog worden verricht. De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
29-12-2023, Stcrt. 2023, 32891 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2023, Stcrt. 2023, 32891 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Afwijking in het belang van het kind
Uitgangspunt van de samenstellers is geweest dat, gezien het bijzondere karakter van de rechtsgang, het in de praktijk mogelijk moet zijn in het belang van de minderjarige af te wijken van het reglement. Dit is in artikel 1.8 en door woorden als “in beginsel” of “kan” of “in elk geval” tot uitdrukking gebracht.
Dient de minderjarige een eigen verzoekschrift met bijlagen te krijgen? (2.2)
In zaken die geen betrekking hebben op gesloten jeugdhulp is er voor gekozen de minderjarige een eigen verzoekschrift zonder bijlagen te sturen. Het is aan de Raad of de GI het verzoek met de minderjarige te bespreken. In de rapportages staan dikwijls ook gegevens over anderen zoals zijn ouders en broers en zusjes.
Indien echter de minderjarige om toezending van de bijlagen verzoekt, kan daaraan worden voldaan, zeker als de minderjarige zestien jaar of ouder is (conform de werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming).
In zaken die betrekking hebben op gesloten jeugdhulp ontvangt de minderjarige van twaalf jaar of ouder alsmede de minderjarige die jonger is dan twaalf jaar die in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen steeds een eigen verzoekschrift met bijlagen. De achterliggende gedachte is dat deze minderjarigen ingevolge artikel 6.1.2 lid 2 van de Jeugdwet bekwaam zijn in rechte op te treden en dus zelfstandig procespartij zijn.
Wie zijn belanghebbenden? (2.3)
De ouder zonder gezag en de biologische ouder worden niet standaard aangemerkt als belanghebbenden. Dat neemt niet weg dat het in een bepaalde situatie voor de rechter van belang kan zijn om een ouder zonder gezag of biologische ouder voor een mondelinge behandeling uit te nodigen en te horen als informant als bedoeld in artikel 800 lid 2 Rv.
Onder het begrip ‘belanghebbende’ valt ook de perspectief biedende pleegouder of pleegouder die de minderjarige een jaar of langer verzorgt en opvoedt. Met de inwerkingtreding van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is artikel 798 Rv gewijzigd in die zin dat aan lid 1 toegevoegd is dat voor de toepassing van de betreffende afdeling (rechtspleging in andere zaken dan scheidingszaken) onder belanghebbenden ook worden verstaan: “degene die niet de ouder is en de minderjarige op wie de zaak betrekking heeft gedurende ten minste een jaar als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt”.
Spoedverzoek (2.9)
Een machtiging uithuisplaatsing kan worden verleend voor maximaal vier weken. Rechtbanken kunnen er voor kiezen de termijn korter te bepalen.
Tolk (5.5)
Dat de verzoeker voor een tolk zorgt, past in het systeem van de wet, immers de verzoekende partij dient er zorg voor te dragen dat de kinderrechter de zaak in volle omvang kan behandelen.