Einde inhoudsopgave
Landelijk procesreglement civiele zaken rechtbanken en gerechtshoven KEI
5.1.1 Dagbepaling uitspraak
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2019
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-10-2018, Stcrt. 2019, 10137 (uitgifte: 25-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-10-2018, Stcrt. 2019, 10137 (uitgifte: 25-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
De rechter bepaalt de termijn waarbinnen uitspraak zal worden gedaan met inachtneming van de artikelen 30q Rv en 357 Rv.
In kantonzaken bedraagt de termijn voor uitspraak ten hoogste twee weken, indien de verweerder niet is verschenen, of hij niet tijdig uitstel van behandeling heeft gevraagd of geen verweer heeft gevoerd, of hij zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechter.
In kort geding wordt zo spoedig mogelijk uitspraak gedaan.
Voor het overige bedraagt de termijn voor het doen van een uitspraak in eerste aanleg:
- •
bij verstek in niet-kantonzaken: vier weken na de verstekverlening;
- •
in een incident: vier weken nadat op het incident is of had kunnen worden geantwoord.
De uitspraak in een verstekzaak kan niet bij vervroeging worden gedaan.