Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 102 Goedkeuring van de definitieve rekeningen
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Inwerkingtreding
11-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
1.
Overeenkomstig artikel 246 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 maakt de Rekenkamer uiterlijk op 1 juni haar opmerkingen over de voorlopige rekeningen van het orgaan van de Unie bekend.
2.
De rekenplichtige van het orgaan van de Unie doet uiterlijk op 15 juni de vereiste informatie toekomen aan de rekenplichtige van de Commissie, op de wijze en in het formaat die door de Commissie zijn vastgesteld, met het oog op de opstelling van de definitieve geconsolideerde rekeningen.
3.
Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van het orgaan van de Unie stelt de rekenplichtige de definitieve rekeningen van het orgaan van de Unie op overeenkomstig artikel 49 van deze verordening. Deze rekeningen worden door de directeur toegezonden aan de raad van bestuur, die een advies erover uitbrengt.
4.
De directeur zendt de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, uiterlijk op 1 juli van het begrotingsjaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar aan de rekenplichtige van de Commissie, de Rekenkamer, het Europees Parlement en de Raad toe.
5.
De rekenplichtige van het orgaan van de Unie zendt ook een begeleidende brief (‘representation letter’) betreffende die definitieve rekeningen aan de Rekenkamer toe, met kopie aan de rekenplichtige van de Commissie. De begeleidende brief worden opgesteld op dezelfde datum waarop de definitieve rekeningen van het orgaan van de Unie worden opgesteld.
De definitieve rekeningen gaan vergezeld van een nota van de rekenplichtige waarin deze verklaart dat de definitieve rekeningen zijn opgesteld overeenkomstig deze titel en de toepasselijke boekhoudbeginselen, -regels en -methoden.
Uiterlijk 15 november van het volgende jaar wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie een link bekendgemaakt naar de website met de definitieve rekeningen van het orgaan van de Unie.
6.
De directeur stuurt aan de Rekenkamer een antwoord toe als reactie op de opmerkingen die door de Rekenkamer zijn geformuleerd in het kader van haar jaarverslag, en zulks uiterlijk op 30 september volgende op het afgesloten begrotingsjaar. De antwoorden van de directeur worden tegelijkertijd naar de Commissie gezonden.