Einde inhoudsopgave
Toeslagenwet
Artikel 8a [Maximale toeslag]
Geldend
Geldend vanaf 08-12-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
14-11-2016, Stb. 2016, 471 (uitgifte: 07-12-2016, kamerstukken: 34528)
- Inwerkingtreding
08-12-2016, terugwerkend tot: 01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2016, Stb. 2016, 472 (uitgifte: 07-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
De toeslag bedraagt niet meer dan het verschil tussen het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, en de loondervingsuitkering, voor:
- a.
de persoon, bedoeld in artikel 2, eerste lid, indien het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, lager is dan het minimumloon;
- b.
de persoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, indien het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, lager is dan 70% van het minimumloon;
- c.
de persoon, bedoeld in artikel 2, zevende lid, indien het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, lager is dan 50% van het minimumloon.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de in het dagloon, vervolgdagloon of grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, begrepen vakantiebijslag niet in aanmerking genomen.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor de toepassing van het eerste lid ander inkomen dan de loondervingsuitkering wordt gelijkgesteld met de op het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, in mindering te brengen loondervingsuitkering.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt tevens onder grondslag verstaan de factor A, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, gedeeld door 21,75.