Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Protocol 38 ter
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2011
- Bronpublicatie:
28-07-2010, PbEU 2010, L 291 (uitgifte: 09-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-04-2011, PbEU 2011, L 108 (uitgifte: 28-04-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
betreffende het financieel mechanisme van de eer (2009-2014)
Artikel 1
IJsland, Liechtenstein en Noorwegen (‘de EVA-staten’) dragen bij tot de vermindering van economische en sociale verschillen binnen de Europese Economische Ruimte en de versterking van hun betrekkingen met de begunstigde staten door middel van financiële bijdragen ten gunste van de in artikel 3 vermelde prioritaire sectoren.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage bedraagt in totaal 988,5 miljoen EUR, waarvan over de periode van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2014 jaarlijkse tranches van 197,7 miljoen EUR beschikbaar worden gemaakt voor het aangaan van betalingsverplichtingen.
Artikel 3
1
Voor de financiële bijdragen komen de volgende prioritaire sectoren in aanmerking:
- a)
milieubescherming en milieubeheer;
- b)
klimaatverandering en hernieuwbare energie;
- c)
het maatschappelijk middenveld;
- d)
menselijke en sociale ontwikkeling;
- e)
bescherming van het cultureel erfgoed.
2
Academisch onderzoek kan voor financiering in aanmerking komen voor zover dit onderzoek op één of meer van deze prioritaire sectoren betrekking heeft.
3
De indicatieve toewijzing voor iedere begunstigde staat bedraagt ten minste 30 % voor de prioritaire sectoren a) en b) gecombineerd, en 10 % voor prioritaire sector c). Overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 2, worden de prioritaire sectoren op flexibele wijze gekozen, geconcentreerd en aangepast volgens de verschillende behoeften van elke begunstigde staat, met inachtneming van de omvang van de betrokken staat en de omvang van de bijdrage.
Artikel 4
1
De EVA-bijdrage is nooit groter dan 85 % van de programmakosten. In bijzondere gevallen kan de bijdrage 100 % van de programmakosten bedragen.
2
De toepasselijke voorschriften inzake steunmaatregelen van de staten worden nageleefd.
3
De Commissie onderzoekt alle programma's en elke substantiële wijziging in een programma op hun verenigbaarheid met de doelstellingen van de Europese Unie.
4
De verantwoordelijkheid van de EVA-staten voor de projecten beperkt zich tot het ter beschikking stellen van de middelen volgens het overeengekomen plan. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden wordt niet aanvaard.
Artikel 5
De middelen worden ter beschikking gesteld van de volgende begunstigde staten: Bulgarije, Tsjechië, Estland, Griekenland, Spanje, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië en Slowakije.
Aan Spanje wordt 45,85 miljoen EUR ter beschikking gesteld voor overgangssteun voor de periode van 1 mei 2009 tot en met 31 december 2013. Met inachtneming van overgangsaanpassingen worden de overige middelen beschikbaar gesteld volgens de volgende verdeelsleutel:
Middelen (miljoen euro) | |
---|---|
Bulgarije | 78,60 |
Tsjechië | 61,40 |
Estland | 23,00 |
Griekenland | 63,40 |
Cyprus | 3,85 |
Letland | 34,55 |
Litouwen | 38,40 |
Hongarije | 70,10 |
Malta | 2,90 |
Polen | 266,90 |
Portugal | 57,95 |
Roemenië | 190,75 |
Slovenië | 12,50 |
Slowakije | 38,35 |
Artikel 6
In november 2011 en nogmaals in november 2013 vindt een evaluatie plaats met het oog op het opnieuw toewijzen van beschikbare, maar niet-vastgelegde middelen ten gunste van projecten met een hoge prioriteit die door een begunstigde staat zijn ingediend.
Artikel 7
1
De financiële bijdrage waarin dit protocol voorziet, wordt zorgvuldig gecoördineerd met de bilaterale bijdrage van Noorwegen waarin het financieel mechanisme van Noorwegen voorziet.
2
De EVA-staten zien er in het bijzonder op toe dat voor beide in het voorgaande lid bedoelde financiële mechanismen in wezen dezelfde aanvraagprocedures en uitvoeringsprocedures worden toegepast.
3
Met alle relevante wijzigingen van het cohesiebeleid van de Europese Unie wordt de nodige rekening gehouden.
Artikel 8
Voor de tenuitvoerlegging van het financieel mechanisme van de EER geldt het volgende:
- 1.
In alle uitvoeringsfasen wordt de hoogste mate van transparantie, verantwoording en kosteneffectiviteit in acht genomen, evenals de beginselen van goed bestuur, duurzame ontwikkeling en gelijke behandeling van mannen en vrouwen. De doelstellingen van het financieel mechanisme van de EER worden nagestreefd in het kader van nauwe samenwerking tussen de begunstigde staten en de EVA-staten.
- 2.
Teneinde efficiënte en doelgerichte tenuitvoerlegging te waarborgen, sluiten de EVA-staten met elke begunstigde staat, met inachtneming van de nationale prioriteiten, een memorandum van overeenstemming waarin het meerjarige programmeringskader en de structuren voor beheer en controle worden vastgelegd.
- 3.
Na de sluiting van het memorandum van overeenstemming dient de begunstigde staat programmeringsvoorstellen in. De EVA-staten verrichten de beoordeling en goedkeuring van de voorstellen en sluiten met de begunstigde staten voor elk programma een subsidieovereenkomst. De omvang van de bijdrage is mede bepalend voor de mate van gedetailleerdheid van het programma. Binnen programma’s kunnen in uitzonderingsgevallen projecten worden aangegeven met de voorwaarden voor selectie, goedkeuring en controle, in overeenstemming met de uitvoeringsbepalingen van lid 8.
De begunstigde staat is verantwoordelijk voor de uitvoering van de overeengekomen programma’s. De begunstigde staten voorzien in een passend beheers- en controlesysteem om een gedegen tenuitvoerlegging en beheer te waarborgen.
- 4.
Bij de voorbereiding, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van de financiële bijdrage worden waar nuttig partnerschappen aangegaan teneinde brede participatie te waarborgen. De partners kunnen onder andere plaatselijke, regionale en nationale overheden zijn, alsmede particuliere ondernemingen, maatschappelijke organisaties en sociale partners in de begunstigde staten en de EVA-staten.
- 5.
Het voor het beheer van het financieel mechanisme van de EER opgezette controlesysteem moet waarborgen dat het beginsel van gezond financieel beheer in acht wordt genomen. De EVA-staten kunnen tevens de volgens hun interne regelgeving vereiste controles verrichten. De begunstigde staten verlenen hiertoe alle noodzakelijke bijstand en verstrekken alle noodzakelijke informatie en documentatie. In geval van onregelmatigheden mogen de EVA-staten de financiering opschorten en verstrekte middelen terugvorderen.
- 6.
Projecten binnen het meerjarige programmeringskader in de begunstigde staten kunnen worden uitgevoerd in samenwerking tussen organisaties in de begunstigde staten en in de EVA-staten, overeenkomstig de regelgeving inzake overheidsopdrachten.
- 7.
De beheerskosten van de EVA-staten worden bekostigd uit het in artikel 2 genoemde totaalbedrag en worden gespecificeerd in de uitvoeringsbepalingen bedoeld in lid 8.
- 8.
De EVA-staten stellen een comité in voor het algemene beheer van het financieel mechanisme van de EER. Nadere uitvoeringsbepalingen betreffende het financieel mechanisme van de EER worden door de EVA-staten vastgesteld na overleg met de begunstigde staten. De EVA-staten streven ernaar deze bepalingen vast te stellen voor de ondertekening van de memoranda van overeenstemming.
Artikel 9
Aan het einde van de periode van vijf jaar, en onverminderd de rechten en verplichtingen in het kader van de Overeenkomst, onderzoeken de overeenkomstsluitende partijen in het licht van artikel 115 opnieuw de behoefte aan maatregelen met betrekking tot de economische en sociale verschillen binnen de Europese Economische Ruimte.