Einde inhoudsopgave
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Artikel 64
Geldend
Geldend vanaf 27-11-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
17-11-2021, Stb. 2021, 570 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-11-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2021, Stb. 2021, 570 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
1.
De toegelaten instellingen op welke artikel 49, eerste lid, eerste volzin, van de wet ingevolge de tweede volzin van dat lid niet van toepassing is, delen door middel van het opstellen van een kostenverdeelstaat jaarlijks hun baten en lasten toe aan werkzaamheden die behoren respectievelijk niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang. Daarbij maken zij inzichtelijk dat de compensatie uitsluitend ten goede is gekomen aan werkzaamheden die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang.
2.
Op toegelaten instellingen als bedoeld in het eerste lid zijn de artikelen 13a, tweede, derde en vierde lid,, 66, 67, 69, vierde lid, 70 tot en met 78, 79, tweede lid, en 80, vierde lid, niet van toepassing.
3.
Op toegelaten instellingen als bedoeld in het eerste lid is artikel 69, eerste tot en met derde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
- a.
in de aanhef van het eerste lid voor ‘ten laste van de daeb-tak brengen’ wordt gelezen ‘in de kostenverdeelstaat, bedoeld in artikel 64, eerste lid, onder de werkzaamheden die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang rangschikken’;
- b.
in het tweede lid:
- 1°
voor ‘ten laste van de daeb-tak worden gebracht’ wordt gelezen ‘in de kostenverdeelstaat, bedoeld in artikel 64, eerste lid, onder de werkzaamheden die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang worden gerangschikt’ en
- 2°
voor ‘ten laste van die tak worden gebracht’ wordt gelezen ‘zodanig worden gerangschikt’ en
- c.
in het vijfde lid voor ‘tweede, derde en vierde lid’ wordt gelezen: tweede en derde lid.
4.
Op toegelaten instellingen als bedoeld in het eerste lid is artikel 80, eerste, tweede, derde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in het tweede lid, onderdeel a, voor ‘administratief naar de niet-daeb-tak over te brengen’ wordt gelezen: in de kostenverdeelstaat, bedoeld in artikel 64, eerste lid, te rangschikken onder de werkzaamheden die niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van het eerste lid.