Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 1:1 (begripsbepalingen)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
aanbieden: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf rechtstreeks of middellijk:
- a.
doen van een voldoende bepaald, tot een consument of cliënt gericht voorstel tot het als wederpartij aangaan van een overeenkomst inzake een financieel product dan wel aangaan, beheren of uitvoeren van een dergelijke overeenkomst;
- b.
doen van een voldoende bepaald, tot meer dan een persoon gericht voorstel tot het als wederpartij aangaan van een overeenkomst tot het kopen of anderszins verkrijgen van effecten dan wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod op effecten;
adviseren: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van één of meer specifieke financiële producten of effecten aan een bepaalde consument of cliënt;
adviseur: degene die adviseert;
Autoriteit Financiële Markten: Stichting Autoriteit Financiële Markten;
beheerder: degene die het beheer voert over een beleggingsinstelling;
beleggingsfonds: niet in een rechtspersoon ondergebracht vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen;
beleggingsinstelling: beleggingsfonds of beleggingsmaatschappij;
beleggingsmaatschappij: rechtspersoon die gelden of andere goederen ter collectieve belegging vraagt of heeft verkregen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen;
bemiddelaar: degene die bemiddelt;
bemiddelen: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf als tussenpersoon verrichten van werkzaamheden, gericht op:
- a.
de totstandkoming van overeenkomsten inzake een financieel product tussen de aanbieder van dat product en een consument of cliënt;
- b.
de totstandkoming van transacties in effecten voor rekening van een cliënt;
- c.
het assisteren bij het beheer of de uitvoering van zodanige overeenkomsten of transacties;
bijkantoor: duurzaam in een andere staat dan de staat van zetel aanwezig onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid van een financiële onderneming;
buitenland: ander land van het Koninkrijk of andere staat, alsmede het Europese deel van Nederland;
cliënt: een persoon, niet zijnde een professionele marktpartij, aan wie een financiële onderneming:
- a.
een verzekering of recht van deelneming in een beleggingsinstelling aanbiedt of voornemens is aan te bieden, of
- b.
een financiële dienst betreffende een verzekering, recht van deelneming in een beleggingsinstelling of effect verleent of voornemens is te verlenen;
consument: een niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon aan wie een financiële onderneming:
- a.
een financieel product aanbiedt of voornemens is aan te bieden, met uitzondering van verzekeringen en rechten van deelneming in beleggingsinstellingen;
- b.
een financiële dienst verleent of voornemens is te verlenen, met uitzondering van diensten betreffende verzekeringen, rechten van deelneming in beleggingsinstellingen of effecten;
effecten:
- a.
aandeelbewijzen, schuldbrieven, winst- en oprichtersbewijzen, optiebewijzen, warrants en soortgelijke waardepapieren;
- b.
rechten van deelgenootschap, opties, rechten op overdracht op termijn van zaken, inschrijvingen in aandelen- en schuldregisters en soortgelijke, al dan niet voorwaardelijke, rechten;
- c.
rechten uit overeenkomsten tot verrekening van een koers- of prijsverschil en soortgelijke verhandelbare rechten en waarden;
- d.
certificaten en recepissen van waarden als hiervoor bedoeld, met uitzondering van waarden die uitsluitend het karakter van betaalmiddel dragen en appartementsrechten;
effectenbeurs: aan regels onderworpen markt voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod van effecten;
elektronisch geld: geldswaarde die is opgeslagen op een elektronische drager of op afstand in een centrale rekeningadministratie;
elektronischgeldinstelling: degene die, geen kredietinstelling zijnde, zijn bedrijf maakt van het ter beschikking verkrijgen van gelden in ruil waarvoor elektronisch geld wordt uitgegeven waarmee betalingen kunnen worden verricht aan anderen dan degene die het elektronische geld uitgeeft;
externe deskundige: deskundige als bedoeld in artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES;
financieel product:
- a.
betaal- of spaarrekening, met inbegrip van de daaraan verboden betaal- of spaarfaciliteiten;
- b.
elektronisch geld;
- c.
krediet;
- d.
recht van deelneming in een beleggingsinstelling;
- e.
levensverzekering, natura-uitvaartverzekering of schadeverzekering;
- f.
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere producten;
- g.
samenstel van twee of meer onder a tot en met f genoemde producten
- h.
samenstel van effecten en een of meer onder a tot en met f genoemde producten;
financiële dienst:
- a.
adviseren of bemiddelen;
- b.
optreden als vermogensbeheerder;
- c.
verlenen van andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten;
financiële onderneming: adviseur, beleggingsinstelling, bemiddelaar, elektronischgeldinstelling, geldtransactiekantoor, gevolmachtigde agent, houder van een effectenbeurs, kredietinstelling, kredietaanbieder, ondergevolmachtigde agent, trustkantoor, vermogensbeheerder of verzekeraar;
geldtransactie:
- a.
het wisselen van munten of bankbiljetten;
- b.
het uitbetalen van munten of bankbiljetten op vertoon van een creditcard of tegen inlevering van cheques of andere waardepapieren;
- c.
het in het kader van een geldelijke overmaking ter beschikking krijgen van gelden of geldswaarden teneinde deze al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel het betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden die elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, een en ander voor zover de geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is;
- d.
het verrichten van andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen verwante activiteiten;
geldtransactiekantoor: degene die zijn bedrijf maakt van het uitvoeren van geldtransacties ten behoeve of op verzoek van derden of het verrichten van werkzaamheden, gericht op de totstandkoming van zodanige transacties;
Gerecht: Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
gevolmachtigd agent: gevolmachtigde vertegenwoordiger van een verzekeraar, die, op grond van zijn volmacht, voor rekening van die verzekeraar overeenkomsten van verzekering met cliënten sluit;
groep: economische eenheid van organisatorisch verbonden rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen;
Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden;
krediet: het aan een consument ter beschikking stellen van een geldsom of verschaffen van het genot van een roerende zaak, dan wel ten behoeve van een consument ter beschikking stellen van een geldsom aan derden, onder gehoudenheid van de consument om ter zake een of meer betalingen te verrichten;
kredietaanbieder: degene die krediet aanbiedt;
kredietinstelling: degene die zijn bedrijf maakt van het buiten besloten kring ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden van anderen dan professionele marktpartijen, en van het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen;
levensverzekeraar: degene die zijn bedrijf maakt van het sluiten van levensverzekeringen voor eigen rekening en het afwikkelen van die verzekeringen;
levensverzekering: overeenkomst van verzekering tot het doen van geldelijke uitkeringen in verband met het leven of de dood van de mens, met uitzondering van overeenkomsten van ongevallenverzekering;
natura-uitvaartverzekeraar: degene die zijn bedrijf maakt van het sluiten van natura-uitvaartverzekeringen voor eigen rekening en het afwikkelen van die verzekeringen;
natura-uitvaartverzekering: overeenkomst van verzekering tot het doen van uitkeringen in natura in verband met het overlijden van de mens;
Nederlandsche Bank: De Nederlandsche Bank N.V.;
ondergevolmachtigde agent: ondergevolmachtigde vertegenwoordiger van een verzekeraar die op grond van een door een gevolmachtigde agent afgegeven ondervolmacht voor rekening van die verzekeraar overeenkomsten van verzekering met cliënten sluit;
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
openbare lichamen: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
opvorderbare gelden: gelden die op enig moment terugbetaald moeten worden, uit welke hoofde dan ook, en waarvan op voorhand duidelijk is welk nominaal bedrag moet worden terugbetaald;
persoon: natuurlijke persoon of rechtspersoon;
premie: door verzekeringnemer uit hoofde van een overeenkomst van verzekering verschuldigde, in geld uitgedrukte prestatie;
professionele marktpartij: beleggingsinstelling, kredietinstelling, pensioenfonds, vermogensbeheerder, verzekeraar of andere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen partij;
schadeverzekeraar: degene die zijn bedrijf maakt van het sluiten van schadeverzekeringen voor eigen rekening en het afwikkelen van die verzekeringen;
schadeverzekering: overeenkomst van verzekering, niet zijnde een levensverzekering of natura-uitvaartverzekering, met inbegrip van overeenkomsten van ongevallenverzekering;
staat van zetel: de staat waar een onderneming haar zetel heeft, dan wel:
- a.
indien de onderneming haar zetel heeft in het Caribische of het Europese deel van Nederland: het desbetreffende deel van Nederland, of
- b.
indien de onderneming haar zetel heeft in een ander land van het Koninkrijk: het desbetreffende land;
toezichtautoriteit: de Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële Markten, elk voor zover zij ingevolge de artikelen 1:5 en 1:6 zijn belast met de uitvoering of handhaving van het bij of krachtens deze wet bepaalde;
toezichthoudende instantie: overheidsinstantie of van overheidswege aangewezen instantie, niet zijnde de Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële Markten, die is belast met het toezicht op financiële markten of op die markten werkzame personen;
trustdienst:
- a.
het in opdracht van een derde, niet zijnde een derde die behoort tot een groep waarvan ook de verlener van de trustdienst deel uitmaakt:
- 1°
optreden als bestuurder of vennoot van een rechtspersoon of vennootschap;
- 2°
ter beschikking stellen van een adres of correspondentieadres als bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b, en 13, onderdeel a, van het Handelsregisterbesluit BES aan een rechtspersoon of vennootschap, in combinatie met administratieve of adviserende werkzaamheden;
- 3°
oprichten of liquideren dan wel doen oprichten of liquideren van rechtspersonen;
- 4°
zijn van trustee in de zin van het op 1 juli 1985 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141 );
- b.
het verkopen van rechtspersonen of daarbij bemiddelen;
- c.
het ten behoeve van degene aan wie de trustdienst wordt verleend, gebruik maken van een vennootschap die behoort tot een groep waarvan ook de verlener van de trustdienst deel uitmaakt;
- d.
het verrichten van andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten;
trustkantoor: degene die van het verlenen van trustdiensten zijn beroep of bedrijf maakt;
uitgevende instelling: een ieder die effecten heeft uitgegeven of voornemens is uit te geven;
vermogensbeheerder: degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf op grond van een overeenkomst, anders dan als beheerder van een beleggingsinstelling, op discretionaire basis het beheer voert over effecten die toebehoren aan een persoon, of over aan deze persoon toebehorende middelen ter belegging in effecten, daaronder begrepen het verrichten of doen verrichten van effectentransacties voor rekening van de persoon met wie de overeenkomst is gesloten;
verzekeraar: levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar;
vestiging: zetel of bijkantoor;
zetel: plaats waar een onderneming volgens haar statuten of reglementen is gevestigd dan wel, indien zij geen rechtspersoon is, de plaats waar de onderneming haar hoofdvestiging heeft.