Einde inhoudsopgave
Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2413 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2413)
- Inwerkingtreding
20-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2413 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2413)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
‘benzine’: iedere vluchtige minerale olie voor verbrandingsmotoren met elektrische ontsteking voor de aandrijving van voertuigen die onder de GN-codes 2710 11 41, 2710 11 45, 2710 11 49, 2710 11 51 of 2710 11 59 (1) valt;
- 2.
‘dieselbrandstof’: gasolie die onder GN-code 2710 19 41 (2) valt en gebruikt wordt voor de aandrijving van voertuigen als bedoeld in Richtlijn 70/220/EEG en Richtlijn 88/77/EEG;
- 3.
‘gasoliën voor niet voor de weg bestemde mobiele machines (met inbegrip van binnenschepen), landbouwtrekkers en bosbouwmachines, en pleziervaartuigen’: uit aardolie verkregen vloeistoffen die vallen onder de GN-codes 2710 19 41 en 2710 19 45 (3) en die bestemd zijn voor gebruik in motoren als bedoeld in de Richtlijnen 94/25/EG(4), 97/68/EG(5) en 2000/25/EG(6) van het Europees Parlement en de Raad;
- 4.
‘ultraperifere gebieden’: Frankrijk met betrekking tot de Franse overzeese departementen, Portugal met betrekking tot de Azoren en Madeira, en Spanje met betrekking tot de Canarische Eilanden.
- 5.
‘lidstaten met lage omgevingstemperaturen in de zomerperiode’: Denemarken, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk;
- 6.
‘broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus’: alle netto emissies van CO2, CH4 en N2O die aan de brandstof (met inbegrip van alle bijmengsels) of geleverde energie kunnen worden toegeschreven. Hieronder vallen alle relevante stadia van winning of teelt, daaronder begrepen verandering van landgebruik, vervoer en distributie, verwerking en verbranding, ongeacht de plaats waar deze emissies plaatsvinden;
- 7.
‘broeikasgasemissies per eenheid energie’: de totale massa CO2-equivalente broeikasgasemissies verbonden aan de brandstof of geleverde energie, gedeeld door de totale energie-inhoud van de geleverde brandstof of energie (voor brandstof, uitgedrukt als de lage verbrandingswaarde ervan);
- 8.
‘leverancier’: brandstofleverancier als gedefinieerd in artikel 2, tweede alinea, punt 38), van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad (7);
- 9.
‘biobrandstoffen’: biobrandstoffen als gedefinieerd in artikel 2, tweede alinea, punt 33), van Richtlijn (EU) 2018/2001;
- 11.
‘zetmeelrijke gewassen’: gewassen die hoofdzakelijk granen bevatten (ongeacht of enkel de granen dan wel de volledige plant worden gebruikt, zoals in het geval van snijmaïs), knollen en wortelgewassen (zoals aardappelen, aardperen, zoete aardappelen, cassave en yamswortelen) en stengelknolgewassen (zoals taro en cocoyam);
- 12.
‘biobrandstoffen met een laag risico op indirecte veranderingen in het landgebruik’: biobrandstoffen waarvan de grondstoffen zijn geproduceerd in het kader van regelingen die de verplaatsing van productie voor andere doeleinden dan het maken van biobrandstoffen beperken, en die zijn geproduceerd overeenkomstig de duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen vermeld in artikel 7 ter;
- 13.
‘procesresidu’: een stof die niet het eindproduct (de eindproducten) vormt waarop een productieproces rechtstreeks is gericht; het vormt geen hoofddoel van het productieproces en het proces is niet opzettelijk gewijzigd om het te produceren;
- 14.
‘van landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige residuen’: residuen die rechtstreeks afkomstig zijn uit de landbouw, de aquacultuur, de visserij en de bosbouw, doch met uitsluiting van residuen van aanverwante bedrijfstakken of van verwerking.
Voor lidstaten met arctische omstandigheden mag het maximale distillatiepunt van 65 % bij een temperatuur van 250 °C voor dieselbrandstof en gasolie vervangen worden door een maximaal distillatiepunt van 10 % (volumeprocent) bij een temperatuur van 180 °C.
Voetnoten
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
De nummering van deze GN-codes zoals aangegeven in het Gemeenschappelijk douanetarief en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie (PB L 279 van 23.10.2001, blz. 1).
De nummering van deze GN-codes zoals gespecificeerd in het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.6.1987, blz. 1).
PB L 164 van 30.6.1994, blz. 15.
PB L 59 van 27.2.1998, blz. 1.
PB L 173 van 12.7.2000, blz. 1.
Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).