Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 3.36 [Onderhandelingsprocedure zonder aankondiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
25-04-2018, Stb. 2018, 142 (uitgifte: 24-05-2018, kamerstukken: 34860)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2018, Stb. 2018, 207 (uitgifte: 29-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Aanbestedingsprocedure
1.
Het speciale-sectorbedrijf kan de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen indien:
- a.
bij toepassing van de openbare of niet-openbare procedure, de onderhandelingsprocedure met aankondiging, de concurrentiegerichte dialoog of het innovatiepartnerschap geen of geen geschikte inschrijvingen of geen of geen geschikte verzoeken tot deelneming zijn ingediend en de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd;
- b.
een opdracht uitsluitend ten behoeve van onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling wordt geplaatst en zonder winstoogmerk dan wel de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken, voor zover de plaatsing van een dergelijke opdracht niet verhindert dat een aankondiging wordt gedaan voor latere opdrachten die dit doel in het bijzonder beogen;
- c.
de speciale-sectoropdracht slechts door een bepaalde ondernemer kan worden verricht, omdat:
- 1°
de aanbesteding als doel heeft het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of een unieke artistieke prestatie,
- 2°
mededinging om technische redenen ontbreekt, of
- 3°
uitsluitende rechten, met inbegrip van intellectuele-eigendomsrechten, moeten worden beschermd en geen redelijk alternatief of substituut bestaat;
- d.
voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen van de niet-openbare procedure, de openbare procedure of de onderhandelingsprocedure met aankondiging wegens dwingende spoed niet in acht kunnen worden genomen als gevolg van gebeurtenissen die door het speciale-sectorbedrijf niet konden worden voorzien en niet aan het speciale-sectorbedrijf zijn te wijten.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt:
- a.
een inschrijving ongeschikt geacht indien zij niet relevant is voor de speciale-sectoropdracht, omdat zij, zonder ingrijpende wijzigingen, kennelijk niet voorziet in de in de aanbestedingsstukken omschreven behoeften en eisen van het speciale-sectorbedrijf;
- b.
een verzoek tot deelneming ongeschikt geacht indien de betrokken onderneming overeenkomstig artikel 3.65, derde tot en met vijfde lid, moet of kan worden uitgesloten of niet aan de selectiecriteria, bedoeld in artikel 3.65, tweede lid, voldoet.
3.
Het eerste lid, onderdeel c, onder 2° en 3° is uitsluitend van toepassing indien er geen redelijk alternatief of substituut bestaat en het ontbreken van mededinging niet het gevolg is van een kunstmatige beperking van de voorwaarden van de aanbesteding.