Einde inhoudsopgave
Rijksbesluit financiering Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
23-08-2010, Stb. 2010, 352 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Dit besluit treedt in werking op het krachtens art. 66 van de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie (07-07-2010, Stb. 335) vastgestelde tijdstip.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De bijdrage voor gerechtskosten per land wordt bepaald door de gemiddelde gerechtskosten per zaakscluster te vermenigvuldigen met het aantal in de begroting van Onze Ministers opgenomen aantal zaken, onderverdeeld naar zaakscluster.
2.
Onder gerechtskosten per zaak wordt verstaan: de gerealiseerde kosten in zaaksclusters in het aan het begrotingsjaar voorafgaande jaar gedeeld door het aantal afgehandelde straf, civiele en bestuursrechtelijke zaken in dat jaar.
3.
Indien het in het eerste lid bedoelde bedrag niet toereikend is, stellen Onze Ministers aanvullende financiële middelen ter beschikking aan het Hof teneinde de met de gerechtskosten gemoeide uitgaven van de gerechten te bekostigen. Hierover worden door Onze Ministers met het Hof door tussenkomst van de Beheerraad, nadere afspraken gemaakt.