Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
34.8.3 Samenloop derdenbeslag en inlenersaansprakelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
16-12-2014, Stcrt. 2014, 38032 (uitgifte: 30-12-2014, regelingnummer: BLKB2014/2162M)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2014, Stcrt. 2014, 38032 (uitgifte: 30-12-2014, regelingnummer: BLKB2014/2162M)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Als de ontvanger — voordat tot aansprakelijkstelling wordt overgegaan — ten laste van de uitlener derdenbeslag legt onder de aansprakelijke inlener, is de inlener op grond van artikel 476a Rv verplicht verklaring te doen van hetgeen hij onder zich heeft en de geldsom die door het beslag is getroffen aan de ontvanger af te dragen.
Bij een daarop volgende aansprakelijkstelling van de inlener, zal de ontvanger het verhaalde bedrag vanwege het eerdere derdenbeslag op het bedrag van de aansprakelijkstelling in mindering brengen, als blijkt dat zowel het door het derdenbeslag getroffen bedrag — ongeacht op welke belastingschuld dit bedrag is afgeboekt — als de aansprakelijkheidsvordering van de ontvanger, beide betrekking hebben op dezelfde rechtsverhouding (de overeenkomst van inlening) tussen de inlener en de uitlener. De hier bedoelde vermindering wordt betrokken in de berekening als uiteengezet in artikel 35.5.1 van deze leidraad dat van overeenkomstige toepassing is verklaard, en niet in de berekening als bedoeld in artikel 34.8.1 van deze leidraad.