Artikel 229a [Stuiting van verjaring]

Geldend

Documentgegevens:

Geldend vanaf 01-01-1992

Redactionele toelichting: Correctie van 11-06-1992, Stb. 286 op de Wet van 28-10-1991, Stb. 583. Deze correctie was reeds aangebracht in de tekstplaatsing van 06-12-1991, Stb. 606.
Bronpublicatie:: 28-12-1989, Stb. 1989, 616 jo Stb. 1991, 583 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -); 28-12-1989, Stb. 1989, 616 jo Stb. 1991, 583 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22442 Overheid.nl: 22442)
Inwerkingtreding: 01-01-1992
Bronpublicatie inwerkingtreding:: 11-06-1992, Stb. 1992, 286 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht / Economische ordening

1.

De stuiting der verjaring is slechts van kracht tegen dengene, ten aanzien van wien de stuitingshandeling heeft plaats gehad.

2.

Op de in het vorige artikel bedoelde verjaringen is artikel 321, eerste lid, onder a-d van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing; in de gevallen bedoeld in artikel 321, eerste lid, onder b en c, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek heeft de onbekwame of rechthebbende, wiens rechtsvordering is verjaard, verhaal op de wettelijke vertegenwoordiger of bewindvoerder.