Einde inhoudsopgave
Aanbeveling met betrekking tot de beginselen voor de buitengerechtelijke organen die bij de consensuele beslechting van consumentengeschillen betrokken zijn (2001/310/EG)
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 19-04-2001
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
04-04-2001, PbEG 2001, L 109 (uitgifte: 19-04-2001, regelingnummer: 2001/310/EG)
- Inwerkingtreding
19-04-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2001, PbEG 2001, L 109 (uitgifte: 19-04-2001, regelingnummer: 2001/310/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
I. Toepassingsgebied
1
Deze aanbeveling is van toepassing op de organen met derde partijen voor de beslechting van consumentengeschillen die, ongeacht hun benaming, geschillen beogen te beslechten door de partijen bij elkaar te brengen om hen ervan te overtuigen een gezamenlijke oplossing te vinden.
2
Ze is niet van toepassing op bedrijfsregelingen voor de behandeling van klachten waarbij rechtstreeks contact tot stand wordt gebracht tussen de onderneming en de consument, of op regelingen die door of namens een onderneming worden beheerd.
II. Beginselen
A. Onpartijdigheid
De onpartijdigheid moet worden gegarandeerd door ervoor te zorgen dat degenen die voor de procedure verantwoordelijk zijn:
- a)
voor een vaste termijn worden benoemd en niet zonder wettige reden kunnen worden afgezet;
- b)
geen bijzondere relatie met de partijen hebben die aanleiding zou kunnen geven tot vermeende of daadwerkelijke belangenverstrengeling;
- c)
voor het begin van de procedure aan beide partijen informatie geven over hun onpartijdigheid en competentie.
B. Doorzichtigheid
1
De doorzichtigheid van de procedure moet worden gegarandeerd.
2
Er wordt gezorgd voor gemakkelijk toegankelijke en begrijpelijke informatie voor de partijen over de regels met betrekking tot het aanhangig maken van een zaak, de voorschriften ten aanzien van de procedure en de beschikbaarheid, zodat zij daar vooraf toegang toe hebben en kennis van kunnen nemen.
3
Het betreft in het bijzonder informatie over:
- a)
het verloop van de procedure, de soorten geschillen die het orgaan kan behandelen en de eventueel bestaande beperkingen ten aanzien van de werking van het orgaan;
- b)
de regels ten aanzien van de eisen waaraan de partijen eventueel vooraf moeten voldoen, alsmede overige voorschriften ten aanzien van de procedure, met name die betreffende de toepassing van de procedure en de talen van de procedure;
- c)
de kosten van de procedure voor de partijen, indien van toepassing;
- d)
het tijdschema van de procedure, naargelang het soort geschil;
- e)
de belangrijkste regels die van toepassing zijn (wetsbepalingen, beste praktijken, rechtsgevoel, gedragscodes, enz.);
- f)
de rol van het orgaan bij de totstandbrenging van de beslechting van een geschil;
- g)
de status van een eventuele overeenkomst over de oplossing van het geschil.
4
Elke overeenkomst over de oplossing van het geschil tussen de partijen moet op een duurzaam medium worden vastgelegd, met inbegrip van de voorwaarden en de rechtsgronden waarop het is gebaseerd. Deze vastlegging moet beide partijen ter beschikking worden gesteld.
5
Er moet informatie worden gepubliceerd over de resultaten van de procedure, waaronder begrepen:
- a)
het aantal en het soort klachten dat aan het orgaan is voorgelegd en de resultaten van de behandeling van de klachten;
- b)
de duur van de procedure voor het vinden van een oplossing;
- c)
eventuele systematische problemen bij de behandeling van klachten;
- d)
de naveling van de resultaten van de procedures.
C. Doeltreffendheid
1
De doeltreffendheid van de procedure moet worden gewaarborgd.
2
De procedure moet voor beide partijen eenvoudig toegankelijk en beschikbaar zijn, bijvoorbeeld via elektronische middelen, ongeacht de plaats van vestiging van de partijen.
3
De procedure moet voor consumenten kosteloos zijn, of eventuele kosten moeten evenredig zijn met het bedrag van het geschil en niet al te hoog.
4
De partijen zijn niet verplicht van een juridisch vertegenwoordiger gebruik te maken. De partijen mogen er evenwel niet van weerhouden worden zich gedurende alle fasen van de procedure te laten vertegenwoordigen of te laten bijstaan door een juridisch vertegenwoordiger.
5
Zodra een geschil aan het orgaan is voorgelegd, moet het zo snel mogelijk worden behandeld in overeenstemming met de aard van het geschil. De vooruitgang zou regelmatig door het orgaan, verantwoordelijk voor de procedure, moeten worden gecontroleerd teneinde de snelle en passende behandeling van het geschil tussen de partijen te verzekeren.
6
Het optreden van de partijen moet door het verantwoordelijk orgaan worden geëvalueerd, teneinde ervoor te zorgen dat zij zich inzetten voor een goede, billijke en snelle beslechting van het geschil. Indien een partij zich ongepast gedraagt moeten beide partijen hiervan in kennis worden gesteld zodat ze kunnen overwegen of ze de procedure voor de geschillenbeslechting willen voortzetten.
D. Billijkheid
1
De billijkheid van de procedure moet wordt[lees: moet worden] gewaarborgd. In het bijzonder:
- a)
moeten de partijen worden geïnformeerd over hun recht om te weigeren aan de procedure mee te doen of zich, indien zij ontevreden zijn over de resultaten of de wijze van functioneren van het orgaan, op enig moment uit de procedure terug te trekken en een beroep te doen op het rechtsstelsel of andere buitengerechtelijke verhaalmechanismen;
- b)
moeten beide partijen in staat zijn om vrijelijk en op eenvoudige wijze alle voor hun zaak relevante argumenten, informatie of bewijsmateriaal in te dienen op basis van vertrouwelijkheid, tenzij de partijen toestemming hebben gegeven om deze informatie aan de andere partij ter beschikking te stellen. Indien op enig moment de derde partij mogelijke oplossingen voor het geschil voorstelt, dan zouden de partijen de mogelijkheid moeten hebben hun standpunt naar voren te brengen en te reageren op ingediende argumenten, informatie of bewijsmateriaal door de andere partij;
- c)
moeten beide partijen worden aangemoedigd om volledige medewerking aan het orgaan te leveren, in het bijzonder door alle voor een billijke oplossing van het geschil nodige informatie te leveren;
- d)
moet de partijen, alvorens zij met een voorstel voor een oplossing instemmen, voldoende tijd ter beschikking worden gesteld om over het voorstel na te denken.
2
De consument moet, voordat hij met een voorstel voor een oplossing instemt, duidelijke en begrijpelijke informatie krijgen met betrekking tot het volgende:
- a)
de keuze om al dan niet met het voorstel voor een oplossing in te stemmen;
- b)
het voorstel voor een oplossing kan minder gunstig zijn dan een door een rechtbank aan de hand van wettelijke regels vastgestelde oplossing;
- c)
het recht op het inwinnen van onafhankelijk advies, alvorens het voorstel voor een oplossing te aanvaarden of af te wijzen;
- d)
het gebruik van de procedure hem er niet van weerhoudt om zijn onopgeloste consumentengeschil te verwijzen naar een ander buitengerechtelijk mechanisme voor geschillenbeslechting dat, in het bijzonder binnen het toepassingsgebied van Aanbeveling 98/257/EG valt of om verhaal te zoeken via het gerechtelijk systeem in zijn eigen lidstaat;
- e)
de stand van een overeengekomen oplossing.