Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde, van 12 Augustus 1949
Artikel 44
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 72 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 72 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Met uitzondering van de in de volgende leden van dit artikel bedoelde gevallen, mogen het embleem van het rode kruis op wit veld en de woorden ‘Rode Kruis’ of ‘Kruis van Genève’, zowel in tijd van vrede als in tijd van oorlog, slechts worden gebruikt tot aanduiding of bescherming van de geneeskundige formaties en inrichtingen en van het personeel en materieel welke worden beschermd door dit Verdrag of door andere, soortgelijke aangelegenheden regelende, internationale Verdragen. Hetzelfde geldt voor de in artikel 38, lid twee, bedoelde emblemen met betrekking tot de landen die deze gebruiken. De nationale Rode Kruis Verenigingen en de andere in artikel 26 bedoelde verenigingen hebben slechts binnen het kader van de bepalingen van dit lid het recht om het de bescherming van het Verdrag verlenende kenteken te gebruiken.
2.
Bovendien mogen de nationale Rode Kruis (Rode Halve Maan, Rode Leeuw en Zon) Verenigingen in vredestijd, overeenkomstig haar nationale wetgeving, gebruik maken van de naam en het embleem van het Rode Kruis voor haar andere werkzaamheden, welke in overeenstemming zijn met de door de Internationale Rode Kruis Conferenties vastgestelde beginselen. Wanneer deze werkzaamheden in oorlogstijd worden voortgezet, moeten de omstandigheden waaronder het embleem wordt gebruikt, zodanig zijn, dat zulks niet kan worden geacht de bescherming van het Verdrag te verlenen; het embleem zal naar verhouding van kleine afmetingen zijn en mag niet worden aangebracht op armbanden of op daken van gebouwen.
3.
De internationale Rode Kruis organisaties en haar behoorlijk van legitimatiebewijzen voorziene personeel zijn te allen tijde gerechtigd gebruik te maken van het embleem van het rode kruis op wit veld.
4.
Bij wijze van uitzondering, overeenkomstig de nationale wetgeving en met uitdrukkelijke machtiging van één der nationale Rode Kruis (Rode Halve Maan, Rode Leeuw en Zon) Verenigingen, mag van het embleem van het Verdrag in vredestijd gebruik worden gemaakt om voertuigen welke als ambulance worden gebruikt, aan te duiden en om de plaats aan te geven van hulpposten welke uitsluitend zijn bestemd om kosteloos gewonden of zieken te behandelen.