Einde inhoudsopgave
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Artikel 4 [Vereisten verzoek]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
24-10-2008, Stb. 2008, 425 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30551)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2008, Stb. 2008, 425 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30551)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Een verzoek tot verlening van een beginseltoestemming of tot verlenging van de geldigheidsduur ervan wordt slechts in behandeling genomen, indien:
- a.
het verzoek door de aspirant-adoptiefouders is ingediend. Is de aspirant-adoptiefouder die het verzoek alleen indient, gehuwd of heeft deze een geregistreerde partner of andere levensgezel, dan kan het verzoek slechts met instemming van diens echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel worden ingediend;
- b.
het verzoek, indien het strekt tot verlenging van de geldigheidsduur van een beginseltoestemming, ten minste twaalf weken voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de bestaande beginseltoestemming is ingediend;
- c.
de aspirant-adoptiefouders daarbij hebben overgelegd:
- 1°
de door Onze Minister vastgestelde gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het verzoek;
- 2°
de verklaring dat zij bereid zijn het buitenlandse kind de gangbare preventieve en curatieve behandelingen te doen ondergaan die van levensbelang zijn voor het kind;
- d.
de aspirant-adoptiefouders, ingeval in hun gezin reeds één of meer eigen kinderen of met het oog op adoptie opgenomen kinderen verblijven, deze kinderen gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed;
- e.
de aspirant-adoptiefouders vóór de aanvang van het ingevolge artikel 5, eerste lid, in te stellen onderzoek het bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedrag ter bestrijding van de kosten van de in artikel 5, derde lid, bedoelde voorlichting hebben voldaan.