Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering
Artikel 16 [Kosten en vergoedingen]
Geldend
Geldend vanaf 12-04-1957
- Bronpublicatie:
01-03-1954, Trb. 1954, 40 (uitgifte: 20-04-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-04-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1959, Trb. 1959, 78 (uitgifte: 01-01-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De uitvoering van rogatoire commissiën geeft geen aanleiding tot terugbetaling van heffingen of kosten van welke aard ook.
2.
Evenwel heeft, tenzij het tegendeel is overeengekomen, de aangezochte Staat het recht van de verzoekende Staat de terugbetaling te eisen van de schadeloosstellingen betaald aan getuigen of deskundigen, alsmede van de kosten veroorzaakt door de tussenkomst van de deurwaarder (officier ministériel), welke noodzakelijk is geweest, omdat de getuigen niet vrijwillig zijn verschenen, en eindelijk van de kosten voortspruitende uit eventuele toepassing van artikel 14, lid 2.