Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 6.21 Onderzoek minister en correctie bekostiging
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Onverminderd de bevoegdheid van de inspectie op grond van de WOT kan Onze Minister een onderzoek instellen of doen instellen naar:
- a.
de jaarverslaggeving;
- b.
de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de bekostiging;
- c.
de rechtmatigheid van de bestedingen;
- d.
de doelmatigheid van het financiële beheer van de school.
2.
Onze Minister kan besluiten tot het aanbrengen van correcties op de bekostiging indien uit een onderzoek als bedoeld in het eerste lid blijkt dat de bekostiging van een school onjuist is vastgesteld. Onze Minister doet het bevoegd gezag schriftelijk mededeling van een besluit tot het aanbrengen van een correctie op de bekostiging.
3.
Onverminderd artikel 4:49 Awb, kan Onze Minister besluiten dat een gedeelte van de bekostiging niet ten laste komt van het Rijk of dat de daarmee gemoeide bedragen in mindering worden gebracht op de bekostiging, indien uit het jaarverslag, bedoeld in artikel 5.46, eerste lid, van de wet, uit de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 5.46, vierde lid, van de wet of uit een op grond van het eerste lid ingesteld onderzoek blijkt dat de bekostiging voor een school onrechtmatig is besteed of ondoelmatig is aangewend.