Einde inhoudsopgave
Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
Artikel 6 Voorlichting, vorming en bewustmaking
Geldend
Geldend vanaf 21-03-1994
- Bronpublicatie:
09-05-1992, Trb. 1992, 189 (uitgifte: 09-12-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-03-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-1994, Trb. 1994, 63 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bij de nakoming van hun verplichtingen ingevolge artikel 4, eerste lid, letter i, dienen de Partijen:
- a.
op nationaal en, indien van toepassing, op subregionaal en regionaal niveau en in overeenstemming met nationale wetten en voorschriften, en voor zover zulks binnen hun vermogen ligt, te bevorderen en te vergemakkelijken:
- i.
de ontwikkeling en uitvoering van voorlichtings- en bewustmakingsprogramma's inzake klimaatverandering en de gevolgen daarvan;
- ii.
de toegang van het publiek tot informatie inzake klimaatverandering en de gevolgen daarvan;
- iii.
de deelneming van het publiek aan het tegengaan van klimaatverandering en de gevolgen daarvan en aan de totstandbrenging van gepaste bestrijdingsmaatregelen; en
- iv.
de vorming van wetenschappelijk, technisch en leidinggevend personeel;
- b.
op internationaal niveau en, indien van toepassing, met behulp van bestaande organisaties, samen te werken bij en te bevorderen:
- i.
de ontwikkeling en uitwisseling van voorlichtings- en bewustmakingsmateriaal betreffende klimaatverandering en de gevolgen daarvan; en
- ii.
de ontwikkeling en uitvoering van voorlichtings- en vormingsprogramma's, waaronder de versterking van nationale instellingen en de uitwisseling of detachering van personeel voor de opleiding van deskundigen op dit gebied, met name voor ontwikkelingslanden.