Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 285 [Stichting. Uitkeringsverbod]
Geldend
Geldend vanaf 26-07-1976
- Bronpublicatie:
22-07-1976, Stb. 1976, 395 (uitgifte: 27-07-1976, kamerstukken: 3769 )
- Inwerkingtreding
26-07-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-1976, Stb. 1976, 339 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon, welke geen leden kent en beoogt met behulp van een daartoe bestemd vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken.
2.
Indien de statuten een of meer personen de bevoegdheid geven in de vervulling van ledige plaatsen in organen van de stichting te voorzien, wordt zij niet uit dien hoofde aangemerkt leden te kennen.
3.
Het doel van de stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen noch ook aan anderen, tenzij wat deze laatsten betreft de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben.