Einde inhoudsopgave
Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen
Artikel 20 [Vrije verplaatsing zonder visum]
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf de overeenkomstig art. 66, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2226 door de Commissie vastgestelde datum.
- Bronpublicatie:
30-11-2017, PbEU 2017, L 327 (uitgifte: 09-12-2017, regelingnummer: 2017/2226)
- Inwerkingtreding
29-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2017, PbEU 2017, L 327 (uitgifte: 09-12-2017, regelingnummer: 2017/2226)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
Vreemdelingen die niet aan de visumplicht zijn onderworpen, mogen zich voor de duur van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen vrij verplaatsen, voor zover zij voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a., c., d. en e., bedoelde voorwaarden voor binnenkomst.
2.
Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van iedere overeenkomstsluitende partij om de verblijfstermijn van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen van een vreemdeling op haar grondgebied te verlengen:
- a)
in bijzondere omstandigheden, of
- b)
krachtens een vóór de inwerkingtreding van deze overeenkomst gesloten bilaterale overeenkomst, waarvan de Commissie in kennis is gesteld overeenkomstig lid 2 quinquies.
2 bis.
Het verblijf van een vreemdeling op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij kan worden verlengd krachtens een bilaterale overeenkomst op grond van lid 2, onder b), naar aanleiding van een verzoek van de vreemdeling dat bij de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij wordt ingediend op het moment van inreis of tijdens het verblijf van de vreemdeling, ten laatste op de laatste werkdag van zijn 90 dagen durende verblijf binnen een periode van 180 dagen.
Indien de vreemdeling tijdens zijn verblijf van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen geen verzoek heeft ingediend, kan zijn verblijf worden verlengd op basis van een door een overeenkomstsluitende partij gesloten bilaterale overeenkomst, en kan zijn verblijf na het verblijf van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen voorafgaand aan die verlenging, door de bevoegde autoriteiten van die overeenkomstsluitende partij als rechtmatig worden beschouwd, op voorwaarde dat die vreemdeling geloofwaardige bewijsmiddelen voorlegt waaruit blijkt dat hij gedurende die periode uitsluitend heeft verbleven op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij.
2 ter.
Indien het verblijf wordt verlengd krachtens lid 2 van dit artikel registreren de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij de gegevens over de verlenging in de meest recente desbetreffende inreis-uitreisnotitie uit het persoonlijk dossier van de vreemdeling dat is gekoppeld aan het inreis-uitreissysteem dat is opgezet in Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad (1). Deze gegevens worden ingevoerd overeenkomstig artikel 19 van die verordening.
2 quater.
Indien het verblijf is verlengd overeenkomstig lid 2, mag de vreemdeling alleen verblijven op het grondgebied van die overeenkomstsluitende partij en moet hij via de buitengrenzen van die overeenkomstsluitende partij uitreizen.
De bevoegde autoriteit die het verblijf heeft verlengd, brengt de betrokken vreemdeling ervan op de hoogte dat de verblijfsverlenging alleen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij is goedgekeurd en dat hij via de buitengrenzen van de overeenkomstsluitende partij moet uitreizen.
2 quinquies.
De overeenkomstsluitende partijen stellen de Commissie voor 30 maart 2018 in kennis van de tekst van hun relevante toepasselijke bilaterale overeenkomsten op grond van lid 2, onder b). Als de overeenkomstsluitende partij die bilaterale overeenkomsten niet langer toepast, brengt zij de Commissie hiervan op de hoogte. De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie bekend over deze bilaterale overeenkomsten, met inbegrip van ten minste de betrokken lidstaten en derde landen, de rechten die uit die bilaterale overeenkomsten voor vreemdelingen voortvloeien, evenals eventuele wijzigingen daarin.
3.
Het bepaalde in dit artikel geldt onverminderd het bepaalde in artikel 22.
Voetnoten
Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).