Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 2e [Afwijzen referent]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2013
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 290 (uitgifte: 16-07-2010, kamerstukken: 32052)
- Inwerkingtreding
01-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2013, Stb. 2013, 165 (uitgifte: 03-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Onze Minister kan de aanvraag tot erkenning als referent of tot wijziging van de erkenning als referent afwijzen, indien:
- a.
de aanvrager, voor zover vereist op grond van de Handelsregisterwet 2007, niet is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet;
- b.
de continuïteit en solvabiliteit van de onderneming, rechtspersoon of organisatie onvoldoende is gewaarborgd;
- c.
de betrouwbaarheid van de aanvrager of van de direct of indirect bij die onderneming, rechtspersoon of organisatie betrokken natuurlijke of rechtspersonen of ondernemingen onvoldoende vast staat;
- d.
de erkenning als referent van de aanvrager of van de direct of indirect bij die onderneming, rechtspersoon of organisatie betrokken rechtspersonen of ondernemingen binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaand aan de aanvraag is ingetrokken;
- e.
de aanvrager niet voldoet aan de vereisten die verband houden met het doel waarvoor de vreemdeling in Nederland verblijft of wil verblijven, waaronder in ieder geval kan worden verstaan de aansluiting bij en naleving van een gedragscode.
2.
Natuurlijke personen worden niet als referent erkend.
3.
Overeenkomstig bij regeling van Onze Minister gestelde regels, legt de aanvrager desgevraagd een verklaring omtrent het gedrag over, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.