Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 2.64 Kwaliteitseisen leerbedrijven leer-werktraject vmbo
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Tot het verzorgen van het buitenschoolse praktijkgedeelte van een leer-werktraject als bedoeld in artikel 2.103 van de wet zijn bevoegd bedrijven en organisaties die voldoen aan de volgende voorschriften:
- a.
op de leer-werkplek of combinatie van leerwerkplekken kunnen de door het bevoegd gezag vastgestelde praktijkopdrachten daadwerkelijk worden uitgevoerd;
- b.
elke praktijkopdracht kan in een bedrijf of organisatie worden uitgevoerd;
- c.
in het bedrijf of de organisatie is een gekwalificeerde praktijkbegeleider of leermeester aanwezig, die in staat is om kennis, inzicht en vaardigheden van de leerling en de vorderingen daarin te beoordelen, en de leerling zowel werkinhoudelijk als pedagogisch-didactisch te begeleiden;
- d.
het bedrijf of de organisatie is bereid met de mentor of docentbegeleider, bedoeld in het tweede lid, contact te onderhouden;
- e.
de leerling kan zonder grote overgangsdrempels binnen hetzelfde bedrijf of dezelfde organisatie, dezelfde moederorganisatie of dezelfde branche, de leerdoelen van het vmbo en de eindtermen van de entreeopleiding of basisberoepsopleiding, bedoeld in de WEB behalen;
- f.
het bedrijf of de organisatie waarborgt dat een gekwalificeerde praktijkbegeleider of leermeester is gekoppeld aan een leerling, en dat deze leermeester er zorg voor draagt dat de leerling voldoende hulp en tijd krijgt om de praktijkopdrachten uit te voeren;
- g.
het productie- of dienstverleningsproces is technisch en organisatorisch voldoende gevarieerd en kan leerlingen goed praktijkmateriaal bieden en hen gedegen opleiden;
- h.
de leer-werkplek past binnen de dagelijkse bedrijfsvoering;
- i.
het bedrijf of de organisatie is bereid de leerling de vereiste praktijkopdrachten uit te laten voeren en het werk en het stageverslag te bespreken en te beoordelen;
- j.
het bedrijf of de organisatie is geschikt voor de betrokken leeftijdsgroep waar het gaat om onder meer ruimte om te leren of fouten te maken, erkenning van jong zijn;
- k.
het bedrijf of de organisatie respecteert, voor zover van toepassing, het multiculturele karakter van de leerlingenpopulatie.
2.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor beschikbaarheid van een gekwalificeerde mentor of docentbegeleider die de voortgang op de leer-werkplek en ook de integratie tussen het binnenschools en buitenschools programma bewaakt.