Einde inhoudsopgave
Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar
Bekwaamheidseisen politiebevoegdheden, vrijdheidsbeperkende middelen en geweldsmiddelen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
20-06-2023, Stcrt. 2023, 17850 (uitgifte: 28-06-2023, regelingnummer: 4299110)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2023, Stcrt. 2023, 17850 (uitgifte: 28-06-2023, regelingnummer: 4299110)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Voorfase
Tijdens het uitoefenen van zijn opsporingsbevoegdheden is de boa gehouden aan de regels van het Wetboek van Strafvordering en het BBO en voor economische delicten (ook) aan de Wet op de economische delicten. Indien hem politiebevoegdheden, vrijdheidsbeperkende middelen dan wel geweldsmiddelen zijn toegekend, dient hij zich tevens te gedragen overeenkomstig de regels van de Politiewet 2012, de WWM alsmede de Ai. Artikel 4, onder b, Ai bepaalt dat het gebruik van een geweldsmiddel of vrijheidsbeperkend middel slechts is toegestaan door een ambtenaar die in het gebruik van dat geweldsmiddel of vrijheidsbeperkend middel is geoefend. Voorts bepaalt artikel 5 Rwm dat de boa slechts met een wapen kan worden uitgerust indien de noodzaak van het dragen van dat wapen aannemelijk wordt gemaakt en de bekwaamheid van de boa met het wapen is aangetoond. Daarbij moet de boa die één of meer politiebevoegdheden heeft ofwel politiebevoegdheden en een vrijheidsbeperkend middel of één of meer geweldsmiddelen, voldoen aan de eisen zoals gesteld in de RTGB. In de RTGB worden regels gesteld inzake de toetsing van boa’s met betrekking tot geweldsbeheersing, aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden en de schietvaardigheid.1.
Voetnoten
De regeling is te vinden op http://wetten.overheid.nl/BWBR0021973/2013-01-01. Voor inhoudelijke uitleg van de RTGB en het toetsingsschema wordt verwezen naar de toelichting op deze regeling.