Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 3.119b Beschikking eigenwoningreserve
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
In de oorspronkelijke plaatsing is de artikelaanduiding niet gepubliceerd.
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 670 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33405)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 670 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33405)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Eigen woning
1.
De eigenwoningreserve kan naar de stand van het einde van een kalenderjaar, al dan niet op verzoek, door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking worden vastgesteld. Indien er sprake is van een afname van de eigenwoningreserve als bedoeld in artikel 3.119aa, tweede lid, onderdeel b, wordt in de beschikking tevens melding gemaakt van het bedrag van die afname.
2.
Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden dat de eigenwoningreserve te laag is vastgesteld, kan de inspecteur de beschikking herzien. Herziening vindt plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking.
3
Een feit dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, levert geen grond voor herziening op, tenzij de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw is.
4
Artikel 16, tweede lid, aanhef en onderdeel c, derde en vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing op herziening.