Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
Artikel 6 Verzoeken
Geldend
Geldend vanaf 03-06-2001
- Bronpublicatie:
30-05-2001, PbEG 2001, L 145 (uitgifte: 31-05-2001, regelingnummer: 1049/2001)
- Inwerkingtreding
03-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2001, PbEG 2001, L 145 (uitgifte: 31-05-2001, regelingnummer: 1049/2001)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Verzoeken om toegang tot een document geschieden in schriftelijke vorm — elektronische vorm daaronder begrepen —, in één der talen van artikel 314 van het EG-Verdrag, en zijn voldoende nauwkeurig geformuleerd opdat de instelling het document kan identificeren. De verzoeker is niet verplicht de redenen voor zijn verzoek te vermelden.
2.
Is een verzoek niet nauwkeurig genoeg, dan vraagt de instelling de verzoeker om nadere precisering en is zij hem hierbij behulpzaam, bijvoorbeeld door informatie te verstrekken over het gebruik van de openbare documentenregisters.
3.
In geval van verzoeken om omvangrijke documenten of om een zeer groot aantal documenten, kan de betrokken instelling informeel met de aanvrager overleggen om een billijke oplossing te vinden.
4.
De instellingen voorzien in voorlichting van de burger over hoe en waar verzoeken om toegang tot documenten kunnen worden ingediend en in bijstand terzake.