Einde inhoudsopgave
Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden
Artikel 18 Uitkeringen — bewijs betreffende de gezinsleden die in aanmerking moeten worden genomen -
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
26-11-1987, Trb. 1988, 63 (uitgifte: 07-06-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 24-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (Trb. 1981, 43).
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 19, tweede lid van het Verdrag legt de belanghebbende aan het bevoegde orgaan een bewijs over met betrekking tot zijn gezinsleden die op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan de bevoegde Staat wonen. Dit bewijs wordt afgegeven door het voor de ziekteverzekering bevoegde orgaan van de woonplaats van deze gezinsleden of door een ander orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan deze gezinsleden wonen.
2.
Het in het vorige lid bedoelde bewijs is geldig gedurende twaalf maanden na de datum van afgifte. Het kan worden verlengd; in dit geval loopt de geldigheidsduur te rekenen van de datum van vernieuwing. De belanghebbende is verplicht het bevoegde orgaan onmiddellijk in kennis te stellen van iedere wijziging welke in dit bewijs moet worden aangebracht. Een zodanige wijziging wordt van kracht op de dag waarop de omstandigheid welke oorzaak is van de wijziging, zich voordoet.