Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/59/EU betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
Artikel 52 Bedrijfssaneringsplan
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/59/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/59/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten schrijven voor dat binnen een maand na de toepassing overeenkomstig artikel 43, lid 2, onder a), van het instrument van bail-in op een instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c), of d), het op grond van artikel 72, lid 1, aangestelde leidinggevend orgaan of de op grond van dat artikel aangestelde persoon of personen een aan de vereisten van de leden 4 en 5 van dit artikel beantwoordend bedrijfssaneringsplan moet opstellen en aan de afwikkelingsautoriteit moet voorleggen. Ingeval de staatssteunregels van de Unie van toepassing zijn, dragen de lidstaten er zorg voor dat dit plan verenigbaar is met het herstructureringsplan dat de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), krachtens deze regels bij de Commissie moet indienen.
2.
Indien het instrument van bail-in als bedoeld in artikel 43, lid 2, onder a), op twee of meer groepsentiteiten wordt toegepast, wordt het bedrijfssaneringsplan opgesteld door de EU-moederinstelling en heeft het betrekking op alle instellingen in de groep volgens de procedure die nader is omschreven in de artikelen 7 en 8, en wordt het ingediend bij de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau. De afwikkelingsautoriteit op groepsniveau geeft het plan door aan de andere betrokken afwikkelingsautoriteiten en aan de EBA.
3.
In buitengewone omstandigheden en indien dit nodig is voor het bereiken van de afwikkelingsdoelstellingen kan de afwikkelingsautoriteit de in lid 1 bedoelde periode verlengen tot ten hoogste twee maanden na de toepassing van het instrument van bail-in.
Indien het bedrijfssaneringsplan in het kader voor staatssteun van de Unie moet worden ingediend, kan de afwikkelingsautoriteit de in lid 1 bedoelde periode verlengen tot ten hoogste twee maanden na de toepassing van het instrument van bail-in of tot de in het kader voor staatssteun van de Unie vastgestelde deadline, al naargelang hetgeen eerder is.
4.
In een bedrijfssaneringsplan worden de maatregelen vastgelegd die erop gericht zijn de levensvatbaarheid op lange termijn van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), of delen van haar bedrijfsactiviteiten binnen een redelijk tijdsbestek te herstellen. Deze maatregelen zijn gebaseerd op realistische aannames wat de economische omstandigheden en de op de financiële markten gehanteerde voorwaarden betreft waaronder de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), actief zal zijn.
In het bedrijfssaneringsplan wordt onder meer rekening gehouden met de actuele stand van en toekomstige vooruitzichten voor de financiële markten, op basis van optimistische en pessimistische aannames, zoals een combinatie van situaties op grond waarvan de belangrijkste zwakke punten van de instelling kunnen worden vastgesteld. De aannames worden vergeleken met passende sectorbrede benchmarks.
5.
Een bedrijfssaneringsplan bevat ten minste de volgende elementen:
- a)
een gedetailleerde diagnose van de factoren en problemen waardoor de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c), of d), faalt of waarschijnlijk zal falen, en de omstandigheden die ten grondslag lagen aan de moeilijkheden waarmee de instelling of entiteit te kampen had;
- b)
een beschrijving van de te nemen maatregelen die gericht zijn op het herstellen van de levensvatbaarheid op lange termijn van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d);
- c)
een tijdschema voor de tenuitvoerlegging van deze maatregelen.
6.
Maatregelen gericht op het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn van een instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), zijn onder meer:
- a)
de reorganisatie van de werkzaamheden van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d);
- b)
wijzigingen in de operationele systemen en de infrastructuur in de instelling;
- c)
het staken van verliesgevende activiteiten;
- d)
de herstructurering van bestaande activiteiten die winstgevend kunnen worden gemaakt;
- e)
de verkoop van activa of van bedrijfsonderdelen.
7.
Binnen een maand na de datum van voorlegging van het bedrijfssaneringsplan beoordeelt de betrokken afwikkelingsautoriteit de waarschijnlijkheid dat het plan, indien uitgevoerd, de levensvatbaarheid op lange termijn van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d) zal herstellen. De beoordeling wordt in overleg met de betrokken autoriteit verricht.
Indien de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit ervan overtuigd zijn dat met de uitvoering van het plan deze doelstelling zou worden verwezenlijkt, keurt de afwikkelingsautoriteit het plan goed.
8.
Indien de afwikkelingsautoriteit er niet van overtuigd is dat met de uitvoering van het plan de in lid 7 bedoelde doelstelling zou worden verwezenlijkt, stelt zij, in overleg met de bevoegde autoriteit, het leidinggevend orgaan of de persoon of personen die in overeenstemming met artikel 72, lid 1, zijn benoemd in kennis van haar bezorgdheden en eist zij dat het plan zodanig wordt gewijzigd dat deze bezorgdheden worden aangepakt.
9.
Binnen twee weken te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de in lid 8 bedoelde kennisgeving legt het leidinggevend orgaan of de persoon of personen die in overeenstemming met artikel 72, lid 1, zijn benoemd aan de afwikkelingsautoriteit een gewijzigd plan ter goedkeuring voor. De afwikkelingsautoriteit beoordeelt het gewijzigde plan en laat het leidinggevend orgaan of de persoon of personen die in overeenstemming met artikel 72, lid 1, zijn benoemd de binnen een week weten of zij ervan overtuigd is dat het plan, zoals gewijzigd, de gemelde bezorgdheden aanpakt, of dat er verdere wijzigingen zijn vereist.
10.
Het leidinggevend orgaan of de in overeenstemming met artikel 72, lid 1, benoemde persoon of personen voert respectievelijk voeren het saneringsplan zoals overeengekomen met de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit uit en legt respectievelijk leggen ten minste om de zes maanden verslag aan de afwikkelingsautoriteit voor over de gemaakte vorderingen bij de uitvoering van het plan.
11.
Het leidinggevend orgaan of de persoon of personen die in overeenstemming met artikel 72, lid 1, zijn benoemd herziet/herzien het plan indien dat naar het inzicht van de afwikkelingsautoriteit, met de instemming van de bevoegde autoriteit, nodig is om de in lid 4 bedoelde doelstelling te verwezenlijken, en legt/leggen elke herziening ter goedkeuring voor aan de afwikkelingsautoriteit.
12.
De EBA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op met het oog op de nadere bepaling van:
- a)
de minimumelementen die overeenkomstig lid 5 in een bedrijfssaneringsplan dienen te worden opgenomen; en
- b)
de minimuminhoud van de op grond van lid 10 vereiste verslagen.
De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 januari 2016 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
13.
Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vaardigt de EBA uiterlijk op 3 januari 2016 richtsnoeren uit voor het nader vaststellen van de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen om overeenkomstig lid 7 door de afwikkelingsautoriteit te worden goedgekeurd.
14.
Rekening houdend met, in voorkomend geval, de ervaring die met de toepassing van de in lid 13 bedoelde richtsnoeren is opgedaan, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen uitwerken voor het nader vaststellen van de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen om overeenkomstig lid 7 door de afwikkelingsautoriteit te worden goedgekeurd.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.