Besluit opsporing terroristische misdrijven
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2007
- Bronpublicatie:
21-12-2006, Stb. 2006, 730 (uitgifte: 28-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2006, Stb. 2006, 731 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Bij een mondeling bevel tot toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 126zq, 126zr en 126zs van de wet, legt de opsporingsambtenaar die het bevel uitvoert de volgende gegevens in een proces-verbaal vast:
- a.
het tijdstip waarop het bevel is gegeven, de naam van de officier van justitie die het bevel heeft gegeven, de geldigheidsduur van het bevel en een omschrijving van het gebied waarop het bevel van toepassing is;
- b.
het aantal keren dat een bevoegdheid is toegepast;
- c.
de wijze waarop de bevoegdheid is uitgeoefend.