Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/113/EG toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten
Artikel 8 Verdediging van rechten
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2004
- Bronpublicatie:
13-12-2004, PbEU 2004, L 373 (uitgifte: 21-12-2004, regelingnummer: 2004/113/EG)
- Inwerkingtreding
21-12-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2004, PbEU 2004, L 373 (uitgifte: 21-12-2004, regelingnummer: 2004/113/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat eenieder die zich door niet-toepassing van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld acht, toegang krijgt tot gerechtelijke en/of administratieve procedures en, wanneer zij zulks passend achten, ook tot bemiddelingsprocedures, voor de naleving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen, zelfs na beëindiging van de verhouding waarin deze persoon zou zijn gediscrimineerd.
2.
De lidstaten nemen in hun interne rechtsorde de nodige maatregelen op om te zorgen voor reële en effectieve compensatie en reparatie, naargelang zij bepalen, van de schade geleden door een persoon als gevolg van discriminatie in de zin van deze richtlijn, op een wijze die afschrikkend is en evenredig aan de geleden schade. Deze compensatie of reparatie mag niet worden beperkt door vooraf een maximumbedrag vast te stellen.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat verenigingen, organisaties of andere rechtspersonen die er, overeenkomstig de in de nationale wetgeving vastgestelde criteria, een rechtmatig belang bij hebben dat deze richtlijn wordt nageleefd, namens of ter ondersteuning van de klager of klaagster met zijn, c.q. haar toestemming met het oog op de naleving van de uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen, gerechtelijke en/of administratieve procedures kunnen aanspannen.
4.
De leden 1 en 3 laten de nationale regels betreffende de termijnen voor de instelling van een rechtsvordering aangaande het beginsel van gelijke behandeling onverlet.