Wijzigingswet Boek 1 Burgerlijk Wetboek, enz. (herziening voorlopige maatregelen kinderbescherming)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 17-02-1999
- Bronpublicatie:
28-01-1999, Stb. 1999, 30 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25836)
- Inwerkingtreding
17-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1999, Stb. 1999, 40 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen van kinderbescherming
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de voorlopige maatregelen ter bescherming van minderjarigen, in het bijzonder ten aanzien van de rechtswaarborgen, herziening behoeven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: