Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2018
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2018
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Inwerkingtreding
12-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De producentenorganisatie onderbouwt de loonkosten, bedoeld in artikel 63, onderdeel a, van de subsidiabele activiteiten aan de hand van uurtarieven op basis van het jaarsalaris van de desbetreffende medewerkers.
2.
In het uurtarief, bedoeld in het eerste lid, kan worden opgenomen:
- a.
het contractueel of bij CAO overeengekomen brutoloon;
- b.
een bij contract of CAO overeengekomen niet winstafhankelijke dertiende maand;
- c.
een onregelmatigheidstoeslag;
- d.
een ploegentoeslag;
- e.
het werkgeversdeel sociale verzekeringswetten;
- f.
de voor rekening van de werkgever komende kosten voor de ziektekostenverzekering;
- g.
het werkgeversdeel pensioen en vervroegde uittreding; of
- h.
dotaties aan pensioenvoorzieningen voor zover onderbouwd kan worden dat hier rechtens afdwingbare verplichtingen tegenover staan.
3.
Ten behoeve van de berekening van het uurtarief wordt het jaarsalaris gedeeld door:
- a.
het aantal uur dat de overeengekomen werkweek bedraagt vermenigvuldigd met 43 werkweken; of
- b.
in geval van een niet volledig gewerkt jaar, het aantal uur dat de overeengekomen werkweek bedraagt vermenigvuldigd met het aantal werkweken in het desbetreffende jaar vermenigvuldigd met 0,827.
4.
Overwerktoeslagen worden niet het in het uurtarief opgenomen.
5.
De producentenorganisatie overlegt bij de indiening van het operationeel programma van één personeelslid een voorbeeld van de berekening aan de minister.