FED 1996/663
Kosten voor contactlenzen hebben een zodanig persoonlijk karakter, dat zij niet als aftrekbare kosten in de zin van art. 35 Wet IB 1964 kunnen worden gekwalificeerd; de kosten veranderen niet van karakter indien deze met het oog op een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking zijn gemaakt.
HR 05-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2023, m.nt. M.J.G.A.M. Weerepas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juni 1996
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Jansen; Fleers; Pos
- Zaaknummer
30 807
- Noot
M.J.G.A.M. Weerepas
- LJN
AA2023
- JCDI
JCDI:ADS225846:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2023, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑06‑1996
- Wetingang
Art. 35 Wet IB 1964
Essentie
Kosten voor contactlenzen hebben een zodanig persoonlijk karakter, dat zij niet als aftrekbare kosten in de zin van art. 35 Wet IB 1964 kunnen worden gekwalificeerd; de kosten veranderen niet van karakter indien deze met het oog op een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking zijn gemaakt.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991.
Vaststaat:
Belanghebbende is onderofficier van beroep. Hij is werkzaam als schietbaancommandant. Hij genoot in 1991 van het Ministerie van Defensie een brutoloon van f 61 726. In de periode 1988 tot en met 1991 heeft hij f 4194 aan contactlenzen (inclusief onderhoudskosten) uitgegeven. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.