BNB 1989/100
HR, 19-10-1988, nr. 25 380
HR 19-10-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3926
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 1988
- Magistraten
Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
25 380
- LJN
ZC3926
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3926, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑1988
- Wetingang
(Art. 15, letter a, LB '64 jo. art. 19, lid 2, Uitv.besch. LB '72)
Samenvatting
Indien een werknemer op meer dan 20 opeenvolgende werkdagen reist, moet worden gezegd dat hij ,,pleegt te reizen''
Indien een werknemer op meer dan 20 opeenvolgende werkdagen heen en weer reist tussen zijn woning en eenzelfde arbeidsplaats is sprake van een zodanig vast reispatroon dat, ook als tevoren vaststaat dat de op die plaats te verrichten arbeid slechts van tijdelijke aard is, gezegd moet worden dat die werknemer ,,pleegt te reizen'' in de zin van art. 15 LB '64 jo. art. 19 Uitv. besch. LB '72.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.